Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.G. Blokziel, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek tot herbeoordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder te laat heeft beslist en dat eiseres verweerder in gebreke heeft gesteld. Verweerder heeft inmiddels een dwangsom van € 1.442,- aan eiseres betaald, maar er was nog geen besluit genomen op het verzoek om herbeoordeling. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep is kennelijk gegrond verklaard, wat betekent dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft een bedrag van € 347,- toegekend aan eiseres voor de gemaakte proceskosten, en verweerder moet ook het griffierecht aan eiseres betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.