ECLI:NL:RBMNE:2021:4062
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- E.M. van der Linde
- J.P. Brand
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht
Op 25 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten. De verzoeker had een handhavingsverzoek ingediend dat door verweerder was afgewezen in een besluit van 15 juni 2021. Hierop heeft verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. Echter, de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker het griffierecht niet had betaald, wat leidde tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de indiener van een verzoek om voorlopige voorziening verplicht is het griffierecht te betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:82 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De griffier stelt een termijn voor betaling, en als het griffierecht niet tijdig wordt betaald, kan de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk behandelen. In deze zaak heeft verzoeker een aangetekende brief ontvangen waarin hij werd verzocht het griffierecht te betalen, maar deze brief werd onbestelbaar geretourneerd omdat verzoeker deze niet had afgehaald.
De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker zonder goede reden het griffierecht niet tijdig heeft betaald, en verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.