ECLI:NL:RBMNE:2021:4017
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen besluit van de gemeente Almere
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 21 juli 2021, staat het verzoek van een verzoeker centraal om vergoeding van proceskosten. De zaak betreft een eerder besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, genomen op 7 december 2020, waartegen de verzoeker in beroep is gegaan. Op 8 juni 2021 heeft de gemeente echter medegedeeld dat zij terugkomt op het besluit van 7 december 2020 en dit besluit intrekt. Hierdoor heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de gemaakte proceskosten.
De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. De gemeente heeft in haar reactie op het verzoek van de verzoeker aangegeven berust te zijn in een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft de proceskosten van de verzoeker vastgesteld op € 748,-, wat is gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor van 1. Daarnaast moet de gemeente ook het griffierecht van € 48,- aan de verzoeker betalen, conform artikel 8:41 van de Awb.
De rechtbank heeft in haar beslissing de gemeente veroordeeld tot betaling van € 748,- aan proceskosten aan de verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. De beslissing is op 21 juli 2021 uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Indien een partij het niet eens is met deze uitspraak, kan binnen zes weken een verzetschrift worden ingediend bij de rechtbank.