ECLI:NL:RBMNE:2021:4010
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Aanslag onroerendezaakbelasting en beroep ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag onroerendezaakbelasting (eigenarenbelasting) die aan eiser was opgelegd. Eiser, eigenaar van een woning in [woonplaats], ontving op 11 februari 2021 een aanslag van € 300,- voor het belastingjaar 2021. Eiser stelde dat de aanslag onterecht was, omdat hij slechts tot begin maart 2021 eigenaar was van de woning. De heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond in de uitspraak op bezwaar van 4 maart 2021, waarna eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 1 januari 2021 eigenaar was van de woning, zoals blijkt uit de kadastrale registers. De rechtbank oordeelde dat volgens de Gemeentewet onroerendezaakbelasting kan worden geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van de onroerende zaak. Aangezien eiser op die datum eigenaar was, was de aanslag voor het gehele jaar terecht opgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg. Er was geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.