ECLI:NL:RBMNE:2021:3965

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 augustus 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
16/257655-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drugsdealer voor leidinggeven aan drugslijn en bezit van vuurwapen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het leiden van een drugslijn en het bezit van een vuurwapen. De verdachte, geboren in 1992, werd gezien als de hoofdverantwoordelijke voor een drugslijn die 24/7 actief was in Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte beslissingen nam over de aansturing van koeriers en het aanvullen van de voorraad harddrugs, waaronder cocaïne, heroïne en MDMA. Tijdens een politie-inval in zijn woning werd een aanzienlijke hoeveelheid drugs, een vuurwapen en munitie aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar, rekening houdend met zijn eerdere veroordelingen voor drugsgerelateerde feiten en de ernst van de gepleegde delicten. De medeverdachte, die een minder prominente rol speelde, kreeg een lagere straf van 12 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen afstand leek te willen nemen van zijn criminele activiteiten en dat de handel in harddrugs een ernstige bedreiging vormt voor de volksgezondheid en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/257655-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 augustus 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1992] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in de P.I Krimpen aan den IJssel, HvB,
(hierna: verdachte).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 27 mei 2021, 21 juni 2021, 23 juli 2021 en 6 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 7 tot en met 12 januari 2021 te Utrecht, Nederland en België, samen met een ander, heroïne buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 2:
in de periode van 3 december 2020 tot en met 17 februari 2021 te Utrecht, samen met anderen, heeft gehandeld in heroïne, cocaïne en MDMA;
feit 3:
op 17 februari 2021 te Utrecht, samen met anderen, een hoeveelheid heroïne, cocaïne en MDMA aanwezig heeft gehad;
feit 4:
op 17 februari 2021 te Utrecht, samen met anderen, een vuurwapen voorhanden heeft gehad;
feit 5:
op 17 februari 2021 te Utrecht munitie voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
De raadsman voert onder verwijzing naar het arrest
Prokuratuur(H.K. t. Estland, C-746/18) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU) aan dat het vorderen en verkrijgen van de historische verkeers- en locatiegegevens in strijd is met het Unierecht, omdat voor het vorderen van die gegevens een onafhankelijke rechterlijke toetsing nodig was, maar die ontbreekt. Die gegevens, maar ook al hetgeen wat daaruit voortvloeit, dienen te worden uitgesloten van het bewijs.
Voorts volgt uit onder meer het Prokuratuur-arrest en bepalingen uit het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest) dat de data die verkregen zijn uit telefoons en smartphones uitgesloten dienen te worden van het bewijs, omdat die zonder onafhankelijke rechterlijke toetsing vooraf zijn verkregen. Subsidiair dienen die data uitgesloten te worden van het bewijs, omdat bij het onderzoek een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van verdachte en deze bevindingen daarom onvoldoende gelegitimeerd zijn door de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren om die telefoons te onderzoeken.
Ook de gegevens die uit de camerabeelden en de inzet van de IMSI-catcher zijn verkregen dienen te worden uitgesloten van het bewijs, omdat ook die zonder onafhankelijke rechterlijke toetsing vooraf zijn verkregen.
Ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde voert de raadsman voorts aan dat de vaststelling van verdachte als gebruiker van het nummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) onbetrouwbaar is en dat uit de getapte telefoongesprekken en de chatgesprekken – voor zover verdachte die gevoerd zou hebben – juist blijkt dat verdachte niets met de uitvoer van harddrugs naar België te maken heeft of wil hebben en dat er geen sprake kan zijn van medeplegen.
Ten aanzien van het onder feit 2 ten laste gelegde voert de raadsman aan dat er geen bewijs is dat verdachte kan worden aangemerkt als de persoon die “ [bijnaam] ” of “ [bijnaam] / [bijnaam] ” wordt genoemd en dat er juist ontlastende omstandigheden zijn die aantonen dat hij die persoon niet is. Daarnaast zijn de bevindingen zodanig summier dat ook de feitelijke bijdrage van verdachte niet kan worden vastgesteld, waardoor een bewezenverklaring van het medeplegen onmogelijk is.
Ten aanzien van het onder feit 3 tot en met feit 5 ten laste gelegde voert de raadsman aan dat verdachte in het huis aan de [straat] verbleef vanwege privéproblemen. Verder zijn er geen forensische sporen van verdachte aangetroffen op de revolver, munitie of drugs en zijn er omstandigheden op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat de broers [broers] strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het voorhanden hebben van deze goederen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 2, 3, 4 en 5
Bewijsmiddelen [1]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Op donderdag 30 januari 2020 is er (…) een onderzoek ingesteld naar een inbeslaggenomen mobiele telefoon van verdachte [A] . [A] is op 6 november 2019 in Den Haag, (…) aangehouden voor het bezit van harddrugs.
Van het IMEI-nummer van de inbeslaggenomen mobiele telefoon van [A] zijn de
historische gegevens opgevraagd. Dit resulteerde in twee mobiele telefoonnummers met daarin 68 contacten die naar dit nummer hadden gebeld of gebeld werden. Van deze 68 contacten konden er 24 naar een mogelijke gebruiker worden herleid. Van deze 24 mogelijke gebruikers is onderzocht of deze antecedenten hadden op het gebied van de opiumwetgeving of gelabeld staan als harddruggebruiker in de politiesystemen. Hieruit zijn vijf telefoonnummers geselecteerd. [2] Van deze nummers zijn de gebruikersgegevens en de historische verkeersgegevens telefonie opgevraagd om zo het actuele mobiele dealernummer te achterhalen.
Uit de historische verkeersgegevens bleek dat twee telefoonnummers voorkwamen in de historische gegevens van de vijf geselecteerde telefoonnummers. Hierdoor ontstond het beeld dat dit de telefoonnummers waren van de dealers. (…) Het andere telefoonnummer betrof [telefoonnummer] (hierna ook: [telefoonnummer] ). [3]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
In de periode van dinsdag 10 maart 2020 tot en met woensdag 8 april 2020 deden wij (…) onderzoek naar de historische verkeersgegevens telefonie van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer] (…).
De gebruiker van het telefoonnummer wordt er van verdacht te handelen in verdovende middelen. Wij hebben de telefoonnummers, welke als tegen nummer gebruikt zijn, door het politiesysteem (…) gehaald om te kijken of de gebruikers van deze telefoonnummers in het politiesysteem bekend waren met het gebruik van drugs dan wel het ex gebruik van drugs. (…) Van de bekende telefoonnummers waren er 99 bekend met het gebruik van drugs dan wel het ex gebruik van drugs. [4]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Vanaf 3 december 2020 wordt de telecommunicatie onderzocht (…) gevoerd met telefoonnummer [telefoonnummer] . [5]
Datum: 03-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
Inhoud SMS: Hey liefie met mij echte [bijnaam] 24/7 bereikbaar (…). [6]
Datum: 07-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
Inhoud SMS: Hoi [bijnaam] kom je naar me toe voor 2 ?? (…). [7]
Datum: 23-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
zegt dat hij al 12 jaar bij [bijnaam] komt maar dat hij niet weet wat hij nu gekregen heeft. Dat dit niet is wat hij gewend is te krijgen. Dat hij dit nog nooit heeft meegemaakt in die 12 jaar. Dat hij niet meer gaat bellen. Hij denkt dat speed is omdat hij loopt te spacen en zijn hart tekeer ging en hij helemaal wouws werd. Dat hij wel weet wat coke is. [8]
Datum: 23-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
Inhoud SMS:
[bijnaam] , het valt me welke x weer op dat het gewicht van je balletjes niet kloppen. In 20 zit 0,24 met plastic zonder weeg die dan 0.22 dat vind ik niet ke. [9]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] staat onder meer het volgende:
Op 4 december 2020 om 9.41 uur vond een gesprek plaats tussen [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . In dit gesprek oppert [telefoonnummer] dat [telefoonnummer] wat monsters bruin of wit uit gaat delen. [telefoonnummer] zegt dat hij wat monstertjes zal maken en dat [telefoonnummer] die moet rond gaan brengen om meer klanten te trekken. [10]
Op 25 december 2020 om 20.41 uur vond een gesprek plaats tussen [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . (…)
[NNman 1] Van die ehh nul komma vijf maar moet je van die maken dik heb ehhh, die ik net heb gekookt
[NNman 2] : Ok
[NNman 1] : Ja die kom ik straks ophalen
[NNman 2] : Hoeveel, hoeveel,
[NNman 1] : Stuk of acht. [11]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] staat onder meer het volgende:
Datum: 03-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNman 3] vraagt of [NNman 4] naar station Lunetten wil komen. Ze wil 5x wit en 2x bruin. [NNman 4] zegt dat hij die kant op kom en dat hij er een (1) extra bij krijg. Hij niet op moet vallen. [12]
Datum: 04-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNvrouw 1] : Kan iemand naar mij toe komen?
[NNvrouw 2] : Ja, hoeveel wil je hebben
[NNvrouw 2] : Oke, ik moet precies moet meenemen want t stikt van de Wouten
[NNvrouw 1] : Doe maar losje (fon) 12 gram [13]
Getuige [getuige 1] heeft onder meer het volgende verklaard:
V: Uit onderzoek is gebleken dat er 92x contact is geweest met uw telefoonnummer naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Wat kunt u daarover verklaren?
A: Een vriendinnetje van mij (…) die gebruikt rommel, wat ze rookt. Dit is wit poeder. Zij bestelt wel eens via mij. Ik heb ook wel eens voor haar besteld. Het telefoonnummer staat in mijn telefoon onder de naam [bijnaam] .
V: Wat bestelde u bij dat telefoonnummer?
A: Ik bestelde voor 50 euro. Dan werd er wit poeder gebracht.
V: Over wat voor periode heeft u daar besteld?
A: Voor het eerst een maand of 3, 4 geleden. Voor de laatste keer was denk ik ongeveer 3 a 4 weken geleden. [14]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] staat onder meer het volgende:
Op donderdag 8 april 2021 omstreeks 11:00 uur heb ik (…) gesproken met [B] .
Ze gaf in het gesprek het volgende aan:
- Dat we de leider al hadden gepakt.
- Dat ze "die [bijnaaam] ' wel eens benaderde voor pillen
- Dat ze via het nummer [telefoonnummer] drugs besteld.
- Dat er steeds andere personen de drugs kwamen brengen.
- Dat ze cocaïne besteld. [15]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Datum: 16-12-2020, 20:44:08
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: * [telefoonnummer]
[NNman 1] : Lunetten, hallo, die van Lunetten ....
[NNman 2] : NTV
[NNman 1] : ..... naar buiten bellen en die van de stad vijf minuten en dan ben ik gelijk naar jou ja
[NNman 2] : Wat die van de stad?
[NNman 1] : Die van de stad ben ik vier vijf minuten gelijk
[NNman 2] : Ja die ga ik bellen nu. [16]
Datum: 16-12-2020, 20:45:17
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNvrouw 3] : Hoi
[NNman 5] : Ehhh, vier vijf minuten ken je daar staan hè, daar bij dat ehhh eerst bij dat steegje ofzo, wat is dat, dat hoffie
[NNvrouw 3] : Ja bij, bij waar ze vanmiddag ook was ja
[NNman 5] : Ja nee [bijnaam] kamp (plat woord voor komt) (…)
[NNvrouw 3] : Eh ja, bij de molen gewoon
[NNman 5] : [bijnaam] kamp. Ja. [17]
Ik, verbalisant, heb van alle in dit proces-verbaal gerelateerde telefoongesprekken fragmenten van de telefoongesprekken beluisterd. In al deze telefoongesprekken die gevoerd werden door/met de mannelijke gebruiker van de drugsbestellijn ( [telefoonnummer] ), waarvan vastgesteld is dat dit [C] betreft, hoorde ik telkens één en dezelfde stem. Ik hoorde dat er door [C] veelal op een rustige wijze werd gesproken, vaak met een duidelijk Utrechts accent. Ik herken deze stem van [C] als dezelfde stem van de (mannelijke) gebruiker van de tweede telefoon ( [telefoonnummer] ) die kennelijk bij [C] in de woning ligt. [18]
Tussenconclusie
Gezien het voorgaande stelt de rechtbank vast dat nummer [telefoonnummer] een drugsbestellijn betreft onder de naam ‘ [bijnaam] ’. De drugslijn is 24 uur, 7 dagen per week actief. Inkomende gesprekken worden onder andere beantwoord door [C] , woonachtig aan de [adres] in [woonplaats] . Het nummer is op die locatie ook actief. Via de drugsbestellijn wordt in cocaïne en heroïne gehandeld; van het bereiden en bewerken daarvan, tot en met de verkoop, waaronder het aansturen van koeriers. [C] maakt daarnaast gebruik van het nummer * [telefoonnummer] . Op dat nummer onderhoudt hij contact met nummer [telefoonnummer] . De gebruiker van laatstgenoemd nummer duidt hij in een gesprek met een afnemer aan als ‘ [bijnaam] ’.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Datum: 03-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNvrouw 4] (…) Ze vraagt wat ze moet betalen voor 5 ballen.
[NNman 4] zegt dat hij [bijnaam] even zal bellen hierover. [19]
Datum: 08-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNman 5] zegt dat "ze" iemand aan het helpen is op Overvecht. En dan belt hij NNvrouw. [NNman 5] zegt tegen de NNvrouw dat hij niet mag geven (op de pof) van [bijnaam] en dat hij het uit zichzelf doet (vanuit m'n eigen). [20]
Datum: 15-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNman 6] : Ohh jij ben het… [bijnaam] ( [verdachte] ) zelf hè?
[NNman 1] : Ja
[NNman 6] : (lacht) Hee jij, heb je donker?
[NNman 1] : Ja, hoe kom jij aan mijn nummer?
[NNman 6] : (…) Volgens mij eindigt die met negenenzestig. Maar net heb ik ehh, [D] (…) gevraagd van heb je die nummer van [bijnaam] ( [verdachte] ).
(…) [NNman 6] : (…) toen gaf tie het aan mijn
[NNman 1] : Ok. [21]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] staat onder meer het volgende:
Op 23 januari 2021 om 01.02 uur vindt een gesprek plaats tussen [telefoonnummer] en [telefoonnummer] (...).
Nummer [telefoonnummer] zegt dat hij de telefoon heeft meegenomen omdat die mongolen in slaap zijn gevallen. Verder zegt hij dat Nieuwegein, die [D] , nu staat te wachten, maar dat hij die wel rijdt. (...)
Uit bovenstaand gesprek kan worden opgemaakt dat [verdachte] , herkend aan zijn stem, zegt dat hij de telefoon heeft meegenomen, waarmee hij zeer vermoedelijk doelt op de [telefoonnummer] . [22]
Op 23 januari 2021 om 01.08 uur vond een gesprek plaats tussen [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . (...)
[telefoonnummer] : Yo [E]
[telefoonnummer] : Hé jonqen
[telefoonnummer] : Hé man
[telefoonnummer] : Hé spreek ik met de baas zelf jonqen?
[telefoonnummer] : Ja, jochie met de baas zelf jongen (...) [23]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] staat onder meer het volgende:
In de periode van 4 december 2020 tot en met 17 december 2020 is het telefoonnummer
[telefoonnummer] door het onderzoeksteam geïntercepteerd. Uit informatie van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) is gebleken dat het telefoonnummer op naam staat van [F] met als genoemd adres [adres] te [woonplaats] . [24]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] staat onder meer het volgende:
Datum: 07-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[F] ( [F] ) bun [NNman 1] . [F] vraagt [NNman 1]
of hij bij haar eet.
NNman zegt dat hij nu niet kan langskomen. [25]
Datum: 29-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNman 7] : Wat is uw voorletter en achternaam?
[verdachte] : (…) naam [verdachte] en [letter] is achternaam van [verdachte]
[NNman 7] : Ok en uw geboortedatum?
[verdachte] : Ehhh [1992] ( [1992] )
[NNman 7] : Helemaal goed. En uw postcode en huisnummer?
[verdachte] : [adres] . [26]
Datum: 04-01-2021
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] belt op naar de Gemeente Utrecht. Hij stelt zich voor als [verdachte] ( [verdachte] ). Betreft een intake-gesprek betreffende zijn vrouw en hemzelf. (…) Nadat de vrouw van de Gemeente naar zijn geboortedatum vraagt geeft hij de datum [1992] op. [27]
Tussenconclusie
Uit het voorgaande stelt de rechtbank vast dat degene die leiding geeft aan (de organisatie achter) de drugsbestellijn niet degene is die hoofdzakelijk de inkomende gesprekken op nummer [telefoonnummer] beantwoordt, maar iemand die zich eveneens bedient van de naam ‘ [bijnaam] ’. De drugsbestellijn draagt zijn naam. ‘ [bijnaam] ’ maakt hoofdzakelijk gebruik van het nummer [telefoonnummer] . Uit onder andere gesprekken gevoerd met ING Bank en de gemeente is op te maken dat de gebruiker van nummer [telefoonnummer] verdachte betreft.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Datum: 18-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[C] : [bijnaaam]
[medeverdachte] : Yo!
[C] : Yo!
[medeverdachte] : Hee maak eens vijf keer nul komma vijf voor die andere
[C] : Ja komt goed. [28]
Datum: 31-12-2020
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[C] : Ja [bijnaaam]
(…).
[medeverdachte] : Geef hem zo veertig puur mee ja?
[C] : Hoeveel?
[medeverdachte] : Veertig. (…).
[C] : Nee maar hij heeft ook andere dingen besteld.
[medeverdachte] : Wat heeft ie besteld dan?
[C] : Ja pillen.
(…).
[C] : Wat kom je doen dan? Die dingen mot ik toch [bijnaam] brengen?
[medeverdachte] : Ja die moet je naar [bijnaam] brengen. Hij heeft ook nodig. [29]
Datum 22-01-2021 19:26:15
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
Samenvatting:
Maak boven deur open, boven zegt [medeverdachte] . Kom eraan, kom eraan zegt [NNman 5] . [30]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] staat onder meer het volgende:
Op vrijdag 22 januari 2021 om 19:26 uur komt [medeverdachte] het pand [portiek [adres] , rechtbank] binnen met een witte tas. Op de derde etage stapt hij uit de lift. Om 19:48 uur vertrekt hij weer zonder tas. [31]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Datum: 08-01-2021
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
NN: met wie praten, [bijnaam]
[medeverdachte] : Nee [bijnaaam]
NN: ooh [bijnaaam] van [verdachte] oke is goed
[medeverdachte] : [bijnaaam] van [verdachte] . [32]
Datum: 04-02-2021
[H] zegt Met [H] wat kan ik voor je doen.
[NNman 8] zegt Goedemorgen met [medeverdachte] . Ik had een vraagje over een woning op woningnet.nl. Ik sta daar om nummer 1 maar ik heb geen uitnodiging gekregen.
(...)
[H] zegt Dan moet ik heel even kijken wie daar de verhuur consulent van is. Wat is u naam meneer?
[NNman 8] zegt [medeverdachte]
(...). [33]
Tussenconclusie
Uit het voorgaande stelt de rechtbank vast dat medeverdachte [medeverdachte] de bijnaam ‘ [bijnaaam] ’ heeft en werkzaamheden verricht voor de drugsbestellijn. Zo geeft hij maakopdrachten aan de drugsbestellijn en wordt hem andersom ook verzocht om drugs aan ‘ [bijnaam] ’ te brengen. Medeverdachte [medeverdachte] bezoekt ook het pand aan de [adres] , de locatie van waaruit de drugsbestellijn opereert. [medeverdachte] maakt gebruikt van de nummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . In de hiërarchie staat medeverdachte [medeverdachte] onder verdachte. Dat volgt onder andere uit het tapgesprek waarin medeverdachte [medeverdachte] zich nader duidt als: “ [bijnaaam] van [verdachte] ”.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Datum: 19-01-2021, 15:42:47
Beller: * [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[C] : Bijna ehh, kedoeng kedoeng (FON)
[verdachte] : Ja ik hoor het zo. Over een uurtje kom ik ja.
Datum: 19-01-2021, 17:37:38
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] : Ja ik sta op " [bijnaaam] " te wachten
[C] : Ohh " [bijnaaam] " Ok
[verdachte] : Dan rijd ik gelijk
[C] : Ok. Ik zit op jou te wachten. [34]
Datum: 19-01-2021, 19:27:19
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] : Hee wij zijn onderweg. Die " [bijnaaam] " is nu pas bij mij aangekomen.
[C] : Oh want ik ben kaputt.
[C] : (…) nog ehh, drie kwartier. Dan dood
[C] : Als je nog een uur wacht dan zijn we dood.
[verdachte] : Nee ik ben er binnen ehh kwartiertje. [35]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] staat onder meer het volgende:
Op dinsdag 19 januari 2021 om 19:53 uur komt [medeverdachte] [medeverdachte [medeverdachte] , rechtbank] het pand binnen en neemt de lift naar de derde etage. Om 19:56 uur vertrekt hij weer. [36]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Datum: 21-01-2021, 5:30:09
Beller: * [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
Inhoud SMS:
[naam] . [37]
Datum 21-02-2021, 5:31:47
Beller: * [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
Inhoud SMS:
Byna kapot spoed
Datum: 21-01-2021, 6:04:25
Beller: * [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
Inhoud SMS:
Nog 4 te gaan [38]
Datum: 21-01-2021, 6:31:41
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[C] : Je moet even naar de [straat] , die spullen ophalen. [39]
Datum: 21-01-2021, 6:57:46
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNvrouw 5] bevestigt dat zij er bijna is.
[NNvrouw 5] : [nummer] toch?
[C] (…) oke, [nummer] .
[NNvrouw 5] geeft aan dat zij [straat] ziet en zegt dat zij gaat parkeren en herhaalt [nummer] .
[C] : Hij (derde persoon) zegt parkeer verderop en hij doet in brievenbus [nummer] . [40]
Datum: 21-01-2021, 7:07:45
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNvrouw 5] : Ja, ik heb het. Die buurvrouw kwam net de deur uit. (…) Zat ze te kijken.
[C] : Je deed kankerhard zegt ie
[NNvrouw 5] : Kankerhard? Ja weet je waarom, die buurvrouw kwam uit de deur, d’r naast, die ziet mij toch friemelen. [41]
Datum: 21-01-2021, 7:10:15
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[C] : Verstop jij het effe voordat ze zo de politie belt dat jij hebt zitten rotzooien daar.
[NNvrouw 5] : Rotzooien? Ik heb helemaal niet zitten rotzooien. Ik heb m’n hand in de brievenbus gedaan.
[C] : Je zit toch in die brievenbus te rotzooien, misschien denkt ze dat je wat gedaan heb of wat. [42]
Tussenconclusie
Uit het voorgaande stelt de rechtbank vast dat zodra de bodem van de voorraad in zicht komt, vanuit nummer [telefoonnummer] – de drugsbestellijn – contact wordt opgenomen met verdachte. Voor dat oordeel zijn de bevindingen van 19 en 21 januari 2021 redengevend. Op 19 januari 2021 is het zo dat medeverdachte [medeverdachte] , nadat verdachte meerdere malen over de opdrogende voorraad is bericht, aangestuurd door verdachte een kort bezoek brengt aan de [adres] . Op een ander moment, als verdachte in de vroege ochtend van 21 januari 2021 een hem toegezonden bericht niet gelijk beantwoordt, neemt [C] ook rechtstreeks contact op met medeverdachte [medeverdachte] . Als beiden dan vervolgens niet direct reageren, stuurt medeverdachte [C] een vrouw naar het adres [adres] om “spullen op te halen”. De rechtbank leidt daaruit af, ook gelet op hetgeen op dit adres is aangetroffen, dat daarmee drugs wordt bedoeld.
In het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van verbalisant [verbalisant 9] staat onder meer het volgende:
Op woensdag 17 februari omstreeks 06:55 uur werd door opsporingsambtenaren de woning op de [adres] te [woonplaats] betreden.
Hierbij werd op 06:57 uur de verdachte:
[verdachte] , [1992] te [woonplaats] ,
aangehouden. Verdachte was op het moment van zijn aanhouding op de 1e verdieping (…). [43]
De gebroeders [broers] lagen op het moment van binnentreden te slapen op de bank van de
woonkamer, alsmede op een matras welke in de woonkamer lag.
Door (zowel) [getuige 2] als [getuige 3] werd verklaard dat hun "vriend" af en toe gebruik maakt van de woning. Dit zou zijn begonnen in januari 2021, maar niet elke dag. Alles bij elkaar zou deze "vriend" ongeveer 1 a 2 weken bij hen hebben geslapen. Zelf slapen zij in de woonkamer en maakt de "vriend" gebruik van de slaapkamer boven. [44]
Hierbij werden de volgende telefoons veiliggesteld en inbeslaggenomen:
1e verdieping, 1e slaapkamer, bed; Samsung AANW6432NL. [45]
Op de 1e verdieping bleek alleen de 1e slaapkamer in gebruik te zijn. Op deze kamer lag verdachte [verdachte] te slapen.
Op de kamer werden de volgende goederen inbeslaggenomen: [46]
In een tas werden 5 mobiele telefoons aangetroffen, die waren gewikkeld in seal plastic, (…).
Voorts werden er 2 horloges aangetroffen en inbeslaggenomen. [47]
In de inbouwkast werden de volgende goederen aangetroffen, inbeslaggenomen en voorzien van (…) (SIN-nummers):
In een big shopper tas van de Zeeman een geldtelmachine.
Een plastic tas van Lemonshop met daarin een hoeveelheid muntgeld. [48]
Een plastic tas van Lemonshop met daarin een Albert Heijn tas met daarin een hoeveelheid muntgeld.
Een blauwe tas, met daarin een (grote) hoeveelheid muntgeld.
Een bundel met briefgeld. [49]
Een licht blauwe rugzak met daarin verschillende brokken/blokken met verdovende middelen.
De inhoud van de rugzak werd (…) ter plaatse individueel veiliggesteld, getest op de aanwezigheid van verdovende middelen en bruto gewogen.
SIN-nummer AANW6472NL. Een half blok geperst wit poeder, verpakt in huishoudplastic.
Een afgenomen monster uit het blok testte positief op de aanwezigheid van cocaïne en had
een bruto gewicht van 234 gram. [50]
SIN-nummer AANW6435NL. Twee individuele verpakte hoeveelheden "bruin" poeder in een gripzakje van het merk Kruidvat. Het gezamenlijke bruto gewicht van de twee eenheden betrof 38 gram en testte positief op de aanwezigheid van heroïne.
SIN-nummer AANW6471NL. Een boterhammenzakje gevuld met donker bruin poeder. Het gezamenlijke bruto gewicht betrof 297 gram en testte positief op een mengsel van cafeïne
en paracetamol. Dit betreffen bekende versnijdingsmiddelen van heroïne. [51]
Een blauwe sporttas met daarin goederen en verdovende middelen.
De inhoud van de sporttas werd (…) ter plaatse individueel veiliggesteld, getest op de aanwezigheid van verdovende middelen en bruto gewogen.
SIN-nummer AANW6436NL. 5 gripzakjes met daarin bundels met zogenaamde ponypacks. De ponypacks bleken gevuld met een wit poeder. Na telling bleek het te gaan om 263 gevulde ponypacks. Het poeder in de ponypacks testte positief op de aanwezigheid van cocaïne.
SIN-nummer AANW6437NL. Een brok bruine substantie, gewikkeld in huishoudfolie. Het gezamenlijke bruto gewicht betrof 500 gram en testte positief op de aanwezigheid
van MDMA.
Goednummer: 646055. Een plastic tas van de supermarkt "Plus" met daarin meer dan 1500 voor gevouwen lege ponypack, klaar om gevuld te worden.
Een ijsbak met daarin verschillende verdovende middelen. [52]
SIN-nummer AANW6469NL. 14 gripzakjes met daarin 183 gripzakjes voorzien van 5 bruine pillen (totaal 915 pillen). De pillen testten positief op de aanwezigheid van MDMA.
SIN-nummer AANW6468NL. 2 gripzakjes met daarin 22 gripzakjes voorzien van 5 roze pillen (totaal 110 pillen). De pillen testten positief op de aanwezigheid van MDMA.
SIN-nummer AANW6467NL. Een sealzakje met daarin 30 gevulde ponypacks. Het poeder in de ponypacks testte positief op de aanwezigheid van cocaïne. [53]
In de keuken van de woning werd, in een bovenkastje, een bruin plastic saté bakje aangetroffen. In het saté bakje zaten diverse verdovende middelen, alsmede verpakkingsmaterialen.
AANW6443NL. 18 individuele verpakte sealzakjes met daarin "bruine" kristallen. De inhoud testte positief op de aanwezigheid van Ketamine.
AANW6444NL. 14 individuele verpakte sealzakjes met daarin wit poeder. De inhoud testte positief op de aanwezigheid van cocaïne.
AANW6445NL. 5 sealzakje met daarin 5 bruine pillen (25 stuks). De inhoud testte positief op de aanwezigheid van MDMA.
AANW6446NL. 1 sealzakje met daarin 5 roze pillen. De inhoud testte positief op de aanwezigheid van MDMA.
AANW6447NL. 39 individuele ponypack met daarin een wit poeder. De inhoud testte positief op de aanwezigheid van cocaïne. [54]
In het gasfornuis werd de onder klep geopend. Aldaar was zichtbaar dat er een vuurwapen lag, een zwarte etui van BMW, een blauw zakje met patronen en een zakje met bruinpoeder.
In de zwarte etui van BMW zaten 4 mobiele telefoons.
AANP1424NL. Een vuurwapen van het merk Smith & Wesson
AANP1422NL. 5 patronen .38, passend bij het vuurwapen
AANP1423NL. Blauw plastic zakje waarin de patronen zaten
AANW6442NL. Een plastic zakje met daarin bruin poeder. Het gezamenlijke bruto gewicht betrof 154,7 gram en testte positief op de aanwezigheid van heroïne. [55]
Aan de deur van de trap hingen twee zwarte jassen. In een jaszak van één van de jassen werd een hoeveelheid kleingeld aangetroffen, het rijbewijs van verdachte [verdachte] , 5 plastic bolletjes met wit poeder en twee bosjes met sleutels.
AANW6448NL. 5 plastic bolletjes met daarin wit poeder. De inhoud van de witte bolletjes testte positief op de aanwezigheid van cocaïne.
AANW6460NL 34,90 euro aan losgeld. [56]
In het televisiemeubel stond een bruine doos met daarin de volgende goederen: [57]
SIN-nummer AANW6464NL. Een blauw plastic zakje met daarin wit poeder. Het gezamenlijke bruto gewicht betrof 3,2 gram en testte positief op de aanwezigheid van
cocaïne.
SIN-nummer AANW6463NL. Een wit plastic zakje met daarin wit poeder. Het
gezamenlijke bruto gewicht betrof 26,1 gram en testte positief op de aanwezigheid van cocaïne. [58]
Naast de bank in de woonkamer, werd een rode plastic tas aangetroffen. Bij het openen van de plastic tas bleken daar witte blokken in te zitten van geperst wit poeder. Elk blok was voorzien van een papier met daarop "BMW".
SIN-nummer AANW6462NL. Door de opsporingsambtenaar van de forensische opsporing werd een monster vanuit één van de geperste blokken genomen. Het gezamenlijke bruto gewicht betrof meer dan 3000 gram en testte positief op de aanwezigheid van cocaïne. [59]
In de achtertuin werd de schuur geopend. Aldaar werd een blokkenpers aangetroffen. Door de opsporingsambtenaar van de forensische opsporing werd het oppervlakte van de
blokkenpers bemonsterd op de aanwezigheid van sporen van cocaïne. Hierbij wees de
bemonstering uit dat dergelijke cocaïnesporen aanwezig waren op de blokkenpers. [60]
Al het muntgeld in de woning had een waarde van: 2572.40 euro.
Al het briefgeld in de woning had een waarde van: 25.500 euro. [61]
In het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] staat onder meer het volgende:
In de woning op de [adres] te [woonplaats] werden verschillende verdovende middelen
aangetroffen.
6 blokken van 500 gram heroïne (SINAANW6473NL) [62]
In het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van verbalisant [verbalisant 10] en [verbalisant 11] staat onder meer het volgende:
SIN: AANW6446NL
Relatie met SIN: AANK1621NL
Gewicht netto: 2,49 gram. [63]
SIN: AANW6472NL [64]
Relatie met SIN: AANK1698NL
Gewicht netto: 221,34 gram.
SIN:AANW6448NL
Relatie met SIN: AANK1623NL.
Gewicht netto: 2,32 gram. [65]
SIN:AANW6467NL
Relatie met SIN: AANK1617NL
Gewicht netto: 12,70 gram.
SIN: AANW6447NL
Relatie met SIN: AANK1622NL
Gewicht netto: 19,76 gram. [66]
SIN: AANW6445NL
Relatie met SIN: AANK1620NL
Gewicht netto: 12,33 gram.
SIN: AANW6436NL
Relatie met SIN: AANK1696NL
Gewicht netto: 156,31 gram. [67]
SIN: AANW6468NL
Relatie met SIN: AANK1616NL
Gewicht netto: 59,20 gram.
SIN: AANW6437NL
Relatie met SIN: AANK1635NL
Gewicht netto: 488,16 gram. [68]
SIN: AANW6442NL
Relatie met SIN: AANK1618NL
Gewicht netto: 149,02 gram.
SIN: AANW6462NL
Relatie met SIN: AANK1626NL
Gewicht 2962,8 gram. [69]
SIN: AANW6463NL
Relatie met SIN: AANK1625NL
Gewicht netto: 27,97 gram.
SIN: AANW6469NL
Relatie met SIN: AANK1615NL
Gewicht netto: 453,54 gram. [70]
SIN: AANW6435NL
Relatie met SIN: AANK1697NL
Gewicht netto: 34,5 gram.
SIN: AANW6473NL
Relatie met SIN: AANK1705NL
Gewicht netto: 2963,1 gram. [71]
SIN: AANW6464NL
Relatie met SIN: AANK1607NL
Gewicht netto: 2,39 gram. [72]
In meerdere NFI-rapporten staat onder meer het volgende:
AANK1616NL tablet, roze, uit 59,20 gram (…) bevat MDMA. [73]
AANK1635NL poeder, brokjes en kristallen, beige, uit 488,16 gram (…) bevat MDMA. [74]
AANK1618NL poeder en brokjes, bruin, uit 149,02 gram (…) bevat heroïne. [75]
AANK1626NL brokken, wit, uit 2962,8 gram (…) bevat cocaïne. [76]
AANK1625NL poeder en brokjes, wit, uit 27,97 gram (…) bevat cocaïne. [77]
AANK1698NL poeder en brokjes, wit, uit 221,34 gram (…) bevat cocaïne. [78]
AANK1615NL tablet, licht bruin, uit 453,54 gram (…) bevat MDMA. [79]
AANK1697NL poeder, bruin, uit 34,5 gram (…) bevat heroïne. [80]
AANK1705NL poeder, bruin, uit 2963,1 gram (…) bevat heroïne. [81]
AANK1607NL poeder, wit, uit 2,39 gram (…) bevat cocaïne. [82]
AANK1621NL tablet, roze, uit 2,49 gram (…) bevat MDMA. [83]
AANK1623NL poeder en brokjes, wit, uit 2,32 gram (…) bevat cocaïne. [84]
AANK1617NL poeder, wit, uit 12,70 gram (…) bevat cocaïne. [85]
AANK1622NL poeder en brokjes, wit, uit 19,76 gram (…) bevat cocaïne. [86]
AANK1620NL tablet, bruin, uit 12,33 gram (…) bevat MDMA. [87]
AANK1696NL poeder en brokjes, wit, uit 156,31 gram (…) bevat cocaïne. [88]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 12] staat onder meer het volgende:
SIN: AANP1424NL
Wapen: vuurwapen, revolver
Categorie: III sub I
Bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, revolver, merk Smith & Wesson, model 60, kaliber .38 Special. Het wapennummer van deze revolver is verwijderd. Deze revolver is een voorwerp dat bestemd is om projectielen of stoffen door een loop af te schieten. De werking van deze revolver berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Derhalve is deze revolver een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Dit vuurwapen valt niet onder categorie II sub 2, 3 of 6 van de Wet wapens en munitie.
Deze revolver is voorzien van een naar linksdraaiende rondsel met een ligplaats voor 5 patronen kaliber .38 Special, welke middels een swingout naar links uit de revolver zwaait (foto 3). Deze revolver kan single- en double action worden afgeschoten. [89]
SIN: AANP1422NL
Munitie: 5 scherpe patronen
Categorie: III
Bovengenoemde scherpe patronen kaliber .38 Special, merk S&B, zijn munitie bestemd
of geschikt om een projectiel door middel van dit vuurwapen en elk ander scherpschietend vuurwapen kaliber .38 Special of .357 Magnum af te schieten.
Derhalve zijn deze patronen munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie. [90]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 13] staat onder meer het volgende:
Ik, verbalisant, heb de data bekeken die van een telefoon zijn opgeslagen.
Telefoon: Samsung A2
SIN: AANW6432NL [91]
Uit verschillende constateringen is te concluderen dat verdachte [verdachte] , geboren [1992] te [geboorteplaats] , de gebruiker is van deze telefoon. Dit blijkt uit het volgende:
Ik zag dat op vijf van de negen foto's een manspersoon is afgebeeld vanuit een zogeheten selfie-houding, waarbij de zichtbare persoon met zekerheid dezelfde persoon is. De overeenkomst is zeer goed duidelijk aan de hand van baard, kleur haar, postuur, uitdrukking, wenkbrauwen, neus en oren. De persoon op de foto's komt met zekerheid overeen met de aangehouden verdachte [verdachte] , geboren [1992] te [geboorteplaats] , als vergeleken wordt met zijn foto uit de strafketendatabank (SKDB). [92]
Afbeelding 1.0: Foto van vuurwapen. Het afgebeelde vuurwapen vertoont zeer grote gelijkenissen met het vuurwapen dat aangetroffen is tijdens de doorzoeking op de vindplaats van de onderzochte telefoon, zijnde de [adres] te [woonplaats] . [93]
Afbeelding 1.2: Bijgesneden foto van het vuurwapen dat aangetroffen is op de [adres] te [woonplaats] .
De vuurwapens tonen de volgende uiterlijke kenmerken grote gelijkenis:
1. De kolf van het wapen is bruin
2 In de kolf zitten een zilverkleurige ronding
3 Hamer heeft dezelfde vorm
4 De trekkerbeugel is identiek. [94]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 14] staat onder meer het volgende:
Op dinsdag 16 februari 2021, omstreeks 14.19 uur, is er in verband met het onderzoek een
cameraopstelling geplaatst op de [straat] te [woonplaats] .
De cameraopstelling was zo geplaatst dat deze met de eerste camera zicht had op de voordeur van de woning [adres] (…). [95]
16 februari 2021 16:31:26 uur
Er is te zien dat er een man de woning uit komt lopen. Ik herken deze man als [verdachte] . [96]
16 februari 2021 18:58:14 uur
Te zien is dat de Skoda Fabia (…) parkeert aan de overzijde van woning nummer [nummer] .
16 februari 2021 18:58:35 uur
Te zien is dat [verdachte] aan de bijrijderszijde uitstapt en (…) richting de woning nummer [nummer] loopt. [97]
16 februari 2021 18:58:48 uur
Vervolgens is te zien dat beide mannen de woning binnen gaan. [98]
Feit 1
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 15] staat onder meer het volgende:
Datum: 07-01-2021
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] = [verdachte] [F]
[NNman 9] = [NNman 9]
[verdachte] : Joo broer, die man van [woonplaats] , heb je die ook gebeld?
[verdachte] : Wat heb je nodig?
[NNman 9] : Wittie, die errie errie. [99]
[NNman 9] : (…) hij zei kun je naar [woonplaats] komen.
[verdachte] : Oh, je bent nu in [woonplaats] volgens mij toch?
[NNman 9] : Ja ik ben daar (…), ik fiks effe al die mensen hier.
[verdachte] : Okee hoe lang moet ik ongeveer tegen hem zeggen
[NNman 9] : Kun je zeggen tegen hem wat hij wil?
[verdachte] : [NNman 9] ik laat je gelijk weten. [100]
[verdachte] : Hij zei dat als het druk is en er wachten mensen, misschien moet je mij dan straks op Breda tegemoet rijden, geef ik jou die je weet wel.
[verdachte] : Maar ga eerst iedereen helpen en dan moet je mij laten weten ja, niet eerst vertrekken en dan pas bellen, bel mij voordat je gaat vertrekken ja. [101]
[verdachte] : (…) die eh mannetje in [woonplaats] he
[verdachte] : Waarom, hij zegt tegen mij hij reageert niet. Zeg tegen hem gaat een uurtje duren bijvoorbeeld.
[NNman 9] : Zeg tegen hem een uurtje
[verdachte] : Oke [102]
K: (…) hoe ver is [woonplaats] van [woonplaats] ?
[NNman 9] : [woonplaats] , is volgens mij twintig minuten rijden [103]
[NNman 9] : Ik ben bijna bij jou daar
[NNman 9] : (…) hoe heet die plek?
[verdachte] : [straat] . [104]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 15] staat onder meer het volgende:
Datum: 08-01-2021
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] : Joo broer, die Oostende en Brugge pak jij hè?
[verdachte] : Die van Oostende die barkie wo, die tien.
[NNman 9] : Hij wou bankoe man.
[verdachte] : Oké hem, en die andere die veertig eeehm, wittie. [105]
Datum: 09-01-2021
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] : Joo broer. Die van Brugge, die mattie van hem, heeft die jou doekoe gegeven?
[NNman 9] : Ik heb hem veertig gegeven, hij zei vier dagen heeft hij doekoe.
[verdachte] : Dus je hebt hem die veertig van net op de pof gegeven? [106]
Datum: 10-01-2021
Beller: [telefoonnummer] Gebelde: [telefoonnummer]
[NNman 9] : Ja ik heb hem gegeven wat hij wou.
[verdachte] : Wat wou die?
[verdachte] : Hoeveel wou die van [woonplaats] ?
[NNman 9] : Hij wou zeven van twintig. Zeven van twintig.
[verdachte] : Oké [NNman 9] ik ga dat nu doorgeven ja. [107]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 15] staat onder meer het volgende:
Nadat uit telefoongesprekken tussen [verdachte] en de gebruiker van telefoonnummer
[telefoonnummer] viel af te leiden dat laatstgenoemde vermoedelijk handelde in verdovende middelen in België, werden de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer opgevraagd en is op 12 januari 2021 een telefoontap aangesloten op dit telefoonnummer. [108]
Datum: 12-01-2021
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
[NNman 9] nwg bun [NNman 10]
[NNman 9] noemt zich [NNman 9] . [109]
Datum: 12-01-2021, 1:59:17
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
[verdachte] zegt volg mij ff ik moet naar Baarn, die stuk stront heeft een ongeluk gemaakt. [110]
Uit de registratie met nummer PL0900_2021012200 is gebleken dat er op 12 januari 2021
omstreeks 01 :49 uur een eenzijdig ongeval plaatsvond op de [straat] te [woonplaats] . Uit de registratie valt af te leiden dat [NNman 9] als bestuurder van een personenauto (…) tegen een lantaarnpaal was gereden (…). [NNman 9] was de enige persoon die bij deze aanrijding betrokken was. [111]
In het proces-verbaal van observatie van verbalisanten [verbalisant 19] , [verbalisant 20] , [verbalisant 21] , [verbalisant 22] , [verbalisant 23] , [verbalisant 24] , [verbalisant 25] , [verbalisant 26] en [verbalisant 27] staat onder meer het volgende:
Wij hebben op dinsdag 12 januari 2021, tussen 12.00 uur en 19.20 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
Op verzoek van het tactisch team aanvang observatie op en in de omgeving van de [adres] te [woonplaats] . Het adres zal verder in het proces-verbaal WONING worden genoemd. [112]
16.5
uur: Ik zag dat [NNman 9] aanbelde bij de WONING en werd binnengelaten.
16.53
uur: Ik zag dat [NNman 9] de WONING verliet.
16.54
uur: Ik zag dat de CITROEN [kenteken] over de Rijnlaan te Utrecht reed. Ik herkende de bestuurder van de CITROEN [kenteken] als zijnde [NNman 9] . [113]
19.2
uur: De CITROEN [kenteken] werd samen met [NNman 9] overgedragen aan de Belgische autoriteiten. [114]
In het proces-verbaal van [verbalisant 18] van de Federale Gerechtelijke Politie West-Vlaanderen staat onder meer het volgende:
Om 19:21 uur wordt het voertuig CITROEN C3 met de Nederlandse nummerplaat [kenteken] opgemerkt terwijl het rijdt op de E19 in de richting van ANTWERPEN.
Om 20:29 uur stopt het voertuig CITROEN C3 met de Nederlandse nummerplaat [kenteken] ter hoogte van de woning gelegen te [adres] . Er wordt een persoon opgemerkt die aan de deur van de woning staat en die even later binnen gelaten wordt. Na de tussenkomst blijkt deze persoon herkend te worden als de bestuurder van het voertuig CITROEN C3 met de Nederlandse nummerplaat [kenteken] en geïdentificeerd als zijnde de genaamde [NNman 9] .
Om 22:12 uur vertrekt het voertuig CITROEN C3 met de Nederlandse nummerplaat [kenteken] . Het voertuig, met [NNman 9] als bestuurder, rijdt via de N49, de A11, de R31 en de E403 naar ARDOOIE via de afrit 8.
Om 22:43 uur gaat het arrestatieteam van de bijzondere eenheden over tot arrestatie van de bestuurder van het voertuig CITROEN C3 met de Nederlandse nummerplaat [kenteken] , met name [NNman 9] , op het kruispunt van de [straat] en de [straat] te [adres] . [115]
In het proces-verbaal van [verbalisant 16] en [verbalisant 17] van de Federale Gerechtelijke Politie West-Vlaanderen staat onder meer het volgende:
Op 12/01/2021 om 23:53 vatten opstellers (…) een eerste oppervlakkige doorzoeking aan van het voertuig Citroën C3 met Nederlandse kentekenplaat [kenteken] .
Eerste opsteller merkt in de middenconsole een pakketje op met daarin een harde poederachtige substantie van lichtbruine kleur. [116]
De verdovende middelen dewelke tijdens de eerste doorzoeking van het voertuig Citroën C3 met Nederlandse kentekenplaat [kenteken] aangetroffen werden in de middenconsole worden eveneens in beslag genomen. [117]
In het proces-verbaal van [verbalisant 16] en [verbalisant 17] van de Federale Gerechtelijke Politie West-Vlaanderen staat onder meer het volgende:
Een pakketje met een lichtbruine substantie met als indicatie heroïne/mescaline = 156,5 gram met verpakking. [118]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] staat onder meer het volgende:
Op maandag 19 juli 2021 ben ik (…) afgereisd naar politie in Brugge (België). Om van de Belgische politie 5 gram heroïne overgedragen te krijgen en in beslag te nemen voor onderzoek Segundo. Deze 5 gram heroïne is afkomstig van een grotere hoeveelheid heroïne dat door de Belgische politie bij [NNman 9] van 18/02/2001 op 12 januari 2021 in beslag is genomen.
In het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van verbalisant [verbalisant 10] en [verbalisant 11] staat onder meer het volgende:
SIN: AAPD2572NL
Relatie met SIN: AAOV8030NL [119]
In een NFI-rapport staat onder meer het volgende:
AAOV8030NL; brok, bruin, uit 5,00 gram; bevat heroïne. [120]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de voornoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte in de periode van 3 december 2020 tot en met 17 februari 2021 te Utrecht, samen met anderen meerdere keren verdovende middelen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Uit de tapgesprekken is gebleken dat de gebruiker(s) van telefoonnummer [telefoonnummer] in die periode met tegencontacten sprak(en) over de verkoop van heroïne en cocaïne.
De organisatie achter deze drugsbestellijn houdt zich bezig met de gehele keten, vanaf het prepareren van de drugs tot en met het moment van afleveren daarvan. Verdachte is de persoon achter de bijnaam ‘ [bijnaam] ’, zo blijkt onder meer uit een gesprek met een derde waarin hij dat bevestigt. Verdachte is degene die leiding geeft aan de organisatie. Zo moet er aan ‘ [bijnaam] ’ voor verschillende zaken toestemming worden gevraagd en speelt verdachte een belangrijke rol bij het aanvullen van de handelsvoorraad zodra deze op dreigt te raken. Ook neemt hij met zijn eigen telefoon regelmatig contact op zodat er gebruikershoeveelheden voor hem worden klaargemaakt die hij later komt ophalen. Deze rol van verdachte wordt bevestigd door meerdere getuigen die verklaren dat zij (vaker) drugs kochten bij ‘ [bijnaam] ’ via voornoemd telefoonnummer en door de grote hoeveelheden aangetroffen cocaïne, heroïne en MDMA, alsmede goederen die gerelateerd zijn aan het verhandelen van harddrugs, op het verblijfsadres van verdachte. Het verweer van de verdediging, inhoudende dat de vaststelling van verdachte als de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] en de persoon achter de naam ‘ [bijnaam] niet kan worden gemaakt, wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat verdachte met zijn privételefoon in de periode van 7 januari 2021 tot en met 12 januari 2021 de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] heeft geïnstrueerd om harddrugs te verkopen in België. In de tapgesprekken wordt gesproken over errie (heroïne) en bij aanhouding van de gebruiker met telefoonnummer [telefoonnummer] wordt heroïne aangetroffen.
Ten slotte stelt de rechtbank vast dat op 17 februari 2021 in de woning waar verdachte werd aangehouden een vuurwapen en munitie zijn aangetroffen. Volgens vaste jurisprudentie is vereist dat verdachte het wapen en de munitie bewust aanwezig had, waarbij sprake moet zijn van een “meer of mindere mate” van bewustheid ten aanzien van de aanwezigheid van het wapen en de munitie en dat verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie kan uitoefenen in die zin dat hij daarover kan beschikken. De rechtbank stelt vast dat in de directe nabijheid van het wapen en de munitie ook een hoeveelheid heroïne en een etui met 4 telefoons zijn aangetroffen, en dat verdachte een foto op zijn telefoon had van een vuurwapen dat grote overeenkomsten vertoont met het aangetroffen vuurwapen. Bij het gebrek aan een daarvoor ontzenuwende verklaring is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het wapen en de munitie en daarover kon beschikken, zodat hij het wapen en de munitie voorhanden heeft gehad. Het gegeven dat een DNA-spoor van een andere bewoner van de woning aan de [adres] in [woonplaats] op het wapen is aangetroffen doet daar niet aan af, maar maakt dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het wapen en de munitie tezamen en vereniging met een ander voorhanden heeft gehad.
Onderzoek naar de verkeers- en locatiegegevens van telefoonnummer [telefoonnummer]
Ten aanzien van het door de verdediging gevoerde verweer met betrekking tot het gebruik van historische verkeers- en locatiegegevens als bewijs en de rechtmatigheid daarvan in het kader van het arrest
Prokuratuurvan het HvJEU, overweegt de rechtbank als volgt.
Het HvJEU heeft in het arrest
Prokuratuurgeoordeeld dat artikel 15 van EU-richtlijn 2002/58, gelezen in het licht van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zich verzet tegen een nationale regeling die de mogelijkheid biedt om overheidsinstanties met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten toegang te verlenen tot een reeks verkeers- of locatiegegevens die informatie kunnen verschaffen over de communicatie van een gebruiker van een elektronisch communicatiemiddel of over de locatie van de door hem gebruikte eindapparatuur. Het is daarbij van wezenlijk belang dat de nationale wetgever voorwaarden dient vast te stellen, waarbij de toegang van bevoegde nationale instanties tot bewaarde gegevens wordt onderworpen aan voorafgaande toetsing door een rechterlijke instantie (r.o. 51). De rechtbank is van oordeel dat de procedure voor het verkrijgen van de verkeers- en locatiegegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] in de onderhavige zaak niet conform deze vereisten heeft plaatsgevonden. De rechtbank verwerpt het standpunt van de officier van justitie, inhoudende dat het
Prokuratuurarrest ziet op een wettelijke bewaarplicht door aanbieders van communicatiediensten en concludeert dat er sprake is van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek.
De verdediging heeft aangevoerd dat bij het vaststellen van dit vormverzuim de consequentie dient te volgen uit het Unierecht en in de onderhavige zaak dient te leiden tot bewijsuitsluiting. De rechtbank stelt vast dat uit het arrest
La Quadrature du Net(C-511/18, C-512/18 en C-520/18) van 6 oktober 2020 blijkt dat het HvJEU bovenal stelt dat het volgens het beginsel van procedurele autonomie een aangelegenheid van de interne rechtsorde van elke lidstaat is om de procedureregels vast te stellen voor rechtsvorderingen die ertoe strekken de rechten die de justitiabelen aan het Unierecht ontlenen, te beschermen (r.o. 223), met dien verstande dat deze regels moeten voldoen aan het Unierechtelijke gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel. De rechtbank zal daarom aansluiting zoeken bij het beoordelingskader van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1889) overwogen dat als uitgangspunt geldt dat het rechtsgevolg in verhouding moet staan tot de aard en de ernst van het vormverzuim en het door de verdachte als gevolg van het vormverzuim geleden nadeel. Dat betekent tevens dat, waar mogelijk, wordt volstaan met het – vanuit het perspectief van de met vervolging en berechting van strafbare feiten gemoeide belangen bezien – minst verstrekkende rechtsgevolg.
De rechtbank overweegt dat in dit geval niet is gesteld of gebleken dat door de onrechtmatige verkrijging van verkeers- en locatiegegevens verdachte enig concreet nadeel heeft ondervonden. Daarnaast is de vordering van de officier van justitie – gelet op hetgeen in de processen-verbaal voorafgaand aan die vordering aan verdenking bestond – conform de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit uitgevoerd.
De rechtbank is daarom van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering van het vormverzuim en zal hier verder geen rechtsgevolg aan verbinden.
Onderzoek naar de smartphone van verdachte
Met betrekking tot het door de verdediging gevoerde verweer ten aanzien van de rechtmatigheid van het onderzoek aan de telefoon van verdachte, de Samsung A2, overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank leidt uit het Prokuratuur-arrest niet af dat het bereik hiervan ruimer is dan het opvragen van verkeers- en locatiegegevens. De stelling van de verdediging dat het onderzoek naar de telefoon van verdachte in strijd is met dat arrest, wordt door de rechtbank dan ook niet gevolgd.
Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het doen van onderzoek door een opsporingsambtenaar aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken teneinde de beschikking te krijgen over daarin opgeslagen of beschikbare gegevens geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie vereist volgens de wet. Indien de met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd, biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in artikel 94 tot en met artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering daarvoor voldoende legitimatie. Dit zal het geval kunnen zijn indien het onderzoek slechts bestaat uit het raadplegen van een gering aantal bepaalde op de elektronische gegevensdrager of in het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens. Indien dat onderzoek zo verstrekkend is dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager of het geautomatiseerde werk, kan dat onderzoek jegens hem onrechtmatig zijn.
De rechtbank stelt voorop dat uit het procesdossier, noch uit hetgeen de verdediging heeft aangevoerd, is gebleken dat er een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van verdachte. Verdachte is aangehouden en zijn smartphone is in beslag genomen, hetgeen rechtmatig is geschied. De rechtbank stelt op basis van het proces-verbaal vast dat een verbalisant relevante bevindingen ten aanzien van foto’s die in die telefoon staan heeft weergegeven in het proces-verbaal. Voorts heeft de officier van justitie ter terechtzitting aangegeven dat hij een opdracht heeft gegeven tot het maken van een forensische kopie en dat er naast de foto’s onderzoek is gedaan naar de WhatsApp-berichten en dat er is gezocht met zoektermen. Dit vormt naar het oordeel van de rechtbank niet meer dan een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte. Gelet op de ernst van de feiten en de reeds gerezen verdenking tegen verdachte, is de rechtbank dan ook van oordeel dat het onderzoek in de smartphone van verdachte niet alleen noodzakelijk, maar ook proportioneel is. Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
Camerabeelden en de inzet van IMSI-catcher
Zoals ten aanzien van het onderzoek naar de smartphone van verdachte al is geoordeeld leidt de rechtbank uit het Prokuratuur-arrest niet af dat het bereik hiervan ruimer is dan verkeers- en locatiegegevens. De stelling van de verdediging dat de camerabeelden en de gegevens verkregen uit de inzet van een IMSI-catcher dienen te worden uitgesloten van het bewijs omdat deze zonder rechterlijke toetsing vooraf zijn verkregen kan dan ook niet worden gevolgd.
Encrochat en Sky
De raadsman heeft verzocht om expliciet te beslissen op de verweren die zijn gevoerd ten aanzien van de bevindingen in het dossier die voortkomen uit het onderzoek naar Encrochat en SkyECC. De rechtbank heeft deze bevindingen niet gebezigd voor het bewijs en is daarom van oordeel dat een beslissing op de gevoerde verweren niet relevant is voor enig te nemen beslissing in het kader van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Dit geldt tevens voor de verzochte prejudiciële vragen.
De rechtbank acht het onder feit 1 tot en met feit 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
hij in de periode van 7 tot en met 12 januari 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 150 gram heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 2:
in de periode van 3 december 2020 tot en met 17 februari 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid heroïne en een hoeveelheid cocaïne, en een hoeveelheid MDMA, zijnde heroïne en cocaïne en MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 3:
op 17 februari 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 3.146,62 gram heroïne en
- een hoeveelheid cocaïne en
- 1.015,72 gram MDMA en
zijnde heroïne en cocaïne en MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 4:
op 17 februari 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, van het merk Smith & Wesson, model .38 S&W Special, kaliber .38 Special, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad;
feit 5:
op 17 februari 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5 scherpe patronen, merk S&B van het kaliber .38 special voorhanden heeft gehad;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2: medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3: medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4: handelen in vereniging in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
feit 5: handelen in vereniging in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 8 jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de strafzaak uit 2014 niet als strafverzwarend mee te wegen, nu deze nog niet onherroepelijk is. Verder is verzocht om bij feit 3 tot en met feit 5 de mate van schuld van verdachte te beschouwen als risicoaansprakelijkheid vanwege het verblijven op de [straat] en niet als het met kwaad opzet overtreden van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. Ten slotte is verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Persoon van verdachte
Uit een de verdachte betreffend uittreksel van de justitiële documentatie van 8 juli 2021 blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Verdachte is twee keer eerder ter zake van Opiumwetdelicten onherroepelijk veroordeeld tot (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen, voor het laatst in 2017. Deze veroordelingen hebben verdachte er niet van weerhouden zich wederom schuldig te maken van soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna 4 maanden schuldig gemaakt aan de handel in harddrugs, te weten cocaïne, heroïne en MDMA. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs een bedreiging vormen voor de volksgezondheid gelet op het verslavende karakter daarvan. Bovendien gaat de handel in harddrugs veelal gepaard met verschillende vormen van criminaliteit en illegale geldstromen, waarbij het een belangrijke schakel vormt in de keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving ernstig ontwrichten. Gebleken is dat verdachte in deze keten een zeer bepalende en leidinggevende rol vervulde. De drugsbestellijn die verdachte bestierde droeg zijn bijnaam en bediende het klantenbestand op 24/7-basis van harddrugs. Verdachte had daartoe meerdere personen voor zich werken. Ook instrueerde hij iemand om klanten in België te voorzien van harddrugs en beschikte hij over ruim 7 kilogram harddrugs, drugsgerelateerde goederen en een vuurwapen met munitie op zijn verblijfplaats midden in een woonwijk. Het is daarbij een gegeven dat de handel in harddrugs ook veelal gepaard gaat met geweldsdelicten, wat de aanwezigheid van een vuurwapen met bijbehorende munitie des te ernstiger maakt. Daarnaast zijn er in de woning waar verdachte verbleef grote geldbedragen aangetroffen. Alles bij elkaar schept het dossier een beeld van verdachte als iemand die zeer professioneel te werk is gegaan en daarbij geen oog had voor de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor de samenleving, maar slechts voor de hoge opbrengsten die de handel in harddrugs met zich mee kan brengen en dus zijn eigen financieel gewin. De rechtbank weegt tevens mee dat verdachte gedurende het vooronderzoek en het onderzoek ter terechtzitting geen enkele openheid van zaken heeft gegeven met betrekking tot zijn rol bij deze feiten. Verdachte heeft dus geen verantwoordelijkheid genomen, lijkt geen afstand van dit soort criminele activiteiten te willen nemen, hetgeen in combinatie met zijn justitiële documentatie doet vrezen voor zijn toekomst.
Straf
De rechtbank heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor het verhandelen van harddrugs. Het uitgangspunt voor het in georganiseerd verband handelen in harddrugs gedurende ongeveer 4 maanden, in combinatie met het bezit van deze hoeveelheid harddrugs alsmede een vuurwapen, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele jaren.
Gelet op de hiervoor besproken ernst van de feiten en met name de rol van verdachte in het geheel is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere strafmodaliteit dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. Deze straf dient verdachte en anderen duidelijk te maken dat op het handelen in verdovende middelen met forse straffen wordt gereageerd, zeker wanneer er sprake is van recidive voor soortgelijke feiten.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren passend en geboden.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de telefoons, de aantekeningen, de drugsgerelateerde goederen, het geld en de waardevolle goederen verbeurd te verklaren en de drugs en de wapens te onttrekken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de privételefoon van verdachte aan hem te retourneren.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Telefoons
Samsung (646073);
Apple (646071);
Motorola (goednummer onbekend);
Apple (646095);
Apple (goednummer onbekend);
Nokia (646072);
Huawei (646070);
L8 minitelefoon (646067);
5 mobiele telefoons (646065);
Aantekeningen
Aantekeningen (646066);
Aantekeningen (646094);
Aantekeningen (646068);
Aantekeningen (646048);
Drugsgerelateerd
Cocaïnepers (646097);
Cocainepers (646096);
Weegschaal (646088);
Weegschaal (646087);
Weegschaal (646086);
Weegschaal (646086);
Weegschaal (2781185);
Ponypacks (646055);
Versnijdingsmiddel (646062);
Vermalen (646061);
Verpakkingsmateriaal (2781238);
Geld
Muntgeld € 2.572,40 (646082, 646054, 646049, 646046);
Briefgeld € 25.500,- (646047);
Geldtelmachine (2781268);
Waardevolle goederen
Breitling horloge (646064);
Invicta horloge (646063),
verbeurd verklaren.
Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van en uit baten van het strafbare feit verkregen en met betrekking tot deze voorwerpen zijn de onder feit 1 tot en met feit 3 bewezen verklaarde feiten begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten
Drugs
Heroïne (2781173);
Heroïne (2781175);
Heroïne (2781199);
Cocaïne (2781177);
Cocaïne (2781182);
Cocaïne (2781187);
Cocaïne (2781197);
Cocaïne (2781218);
Cocaïne (2781226);
Cocaïne (2781227);
Cocaïne (2781229);
Cocaïne (2781231);
Cocaïne (2781234);
MDMA (2781189);
MDMA (2781191);
MDMA (2781194);
MDMA (2781217);
MDMA (2781219);
MDMA (2781221);
Wapens
Revolver (2780883);
Munitie (2780889);
Tas vuurwapen (2780890),
onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De drugs zijn geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het onder feit 1 tot en met feit 3 bewezen verklaarde verkregen en met betrekking tot de wapens is het onder feit 4 en feit 5 bewezen verklaarde begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
Telefoons
Samsung (646073);
Apple (646071);
Motorola (goednummer onbekend);
Apple (646095);
Apple (goednummer onbekend);
Nokia (646072);
Huawei (646070);
L8 minitelefoon (646067);
5 mobiele telefoons (646065);
Aantekeningen
Aantekeningen (646066);
Aantekeningen (646094);
Aantekeningen (646068);
Aantekeningen (646048);
Drugsgerelateerd
Cocaïnepers (646097);
Cocainepers (646096);
Weegschaal (646088);
Weegschaal (646087);
Weegschaal (646086);
Weegschaal (646086);
Weegschaal (2781185);
Ponypacks (646055);
Versnijdingsmiddel (646062);
Vermalen (646061);
Verpakkingsmateriaal (2781238);
Geld
Muntgeld € 2.572,40 (646082, 646054, 646049, 646046);
Briefgeld € 25.500,- (646047);
Geldtelmachine (2781268);
Waardevolle goederen
Breitling horloge (646064);
Invicta horloge (646063);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
Drugs
Heroïne (2781173);
Heroïne (2781175);
Heroïne (2781199);
Cocaïne (2781177);
Cocaïne (2781182);
Cocaïne (2781187);
Cocaïne (2781197);
Cocaïne (2781218);
Cocaïne (2781226);
Cocaïne (2781227);
Cocaïne (2781229);
Cocaïne (2781231);
Cocaïne (2781234);
MDMA (2781189);
MDMA (2781191);
MDMA (2781194);
MDMA (2781217);
MDMA (2781219);
MDMA (2781221);
Wapens
Revolver (2780883);
Munitie (2780889);
Tas vuurwapen (2780890).
Dit vonnis is gewezen door mr. E.W.A. Vonk, voorzitter, mrs. J.W.B. Snijders Blok en A. Bouteibi, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 augustus 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 17 januari 2021 tot en met 17 februari 2021 te Utrecht en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet )
2
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2020 tot en met 17 februari 2021 te Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde heroïne en/of cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 17 februari 2021 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde heroïne en/of cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
4
hij op of omstreeks 17 februari 2021 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, van het merk Smith & Wesson, model .38 S&W Special, kaliber .38 Special, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
5
hij op of omstreeks 17 februari 2021 te Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5 scherpe patronen, merk S&B van het kaliber .38 special voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 16 april 2021 en 7 juli 2021, genummerd PL0900-20200102909, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1352. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 31.
3.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 32.
4.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 63.
5.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 126.
6.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 135.
7.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 150.
8.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 162.
9.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 163.
10.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 282.
11.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 283.
12.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 291.
13.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 289.
14.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , pagina 926.
15.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 934.
16.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 154.
17.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 155.
18.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 131.
19.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 137.
20.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 151.
21.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 153.
22.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 259.
23.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 262.
24.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 92.
25.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 89.
26.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 90.
27.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 91.
28.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 107.
29.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 108.
30.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 112.
31.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 470.
32.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 109.
33.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 119.
34.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 236.
35.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 237.
36.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 466.
37.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 237.
38.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 238.
39.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 239.
40.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 240.
41.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 242.
42.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 243.
43.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 971.
44.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 972.
45.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 973.
46.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 974.
47.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 975.
48.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 976.
49.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 977.
50.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 978.
51.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 979.
52.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 980.
53.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 981.
54.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 983.
55.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 984.
56.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 985.
57.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 987.
58.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 988.
59.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 990.
60.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 991.
61.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 992.
62.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 794.
63.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 864.
64.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 865.
65.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 866.
66.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 867.
67.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 868.
68.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 869.
69.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 870.
70.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 871.
71.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 872.
72.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 873.
73.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 875.
74.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 876.
75.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 877.
76.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 878.
77.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 10 maart 2021, pagina 879.
78.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 18 maart 2021, pagina 880.
79.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 10 maart 2021, pagina 881.
80.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 10 maart 2021, pagina 882.
81.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 10 maart 2021, pagina 883.
82.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 10 maart 2021, pagina 884.
83.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 885.
84.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 886.
85.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 887.
86.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 888.
87.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 889.
88.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 15 maart 2021, pagina 890.
89.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 1327.
90.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 1328.
91.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 551.
92.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 552.
93.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 572.
94.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 573.
95.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 526.
96.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 532.
97.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 535.
98.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 536.
99.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 423.
100.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 424.
101.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 426.
102.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 427.
103.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 428.
104.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 431.
105.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 441.
106.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 442.
107.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 447.
108.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 761.
109.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 765.
110.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 767.
111.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 762.
112.Een proces-verbaal van observatie, pagina 821.
113.Een proces-verbaal van observatie, pagina 822.
114.Een proces-verbaal van observatie, pagina 824.
115.Een proces-verbaal met nummer 500512/2021 van de Federale Gerechtelijke Politie West-Vlaanderen (hierna: FGPWV).
116.Een proces-verbaal met nummer 500517/2021 van de FGPWV.
117.Een proces-verbaal met nummer 500517/2021 van de FGPWV.
118.Een proces-verbaal met nummer 500517/2021 van de FGPWV.
119.Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 1350.
120.Een geschrift, inhoudende een rapport van het NFI van 20 juli 2021, pagina 1352.