Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres,
Procesverloop
1 maart 2021.
Overwegingen
Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 12 augustus 2021, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverkiezingen behandeld. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van 1 maart 2021, maar de rechtbank kon de zaak niet inhoudelijk behandelen omdat eiseres het griffierecht van € 360,- niet had betaald. De rechtbank heeft eiseres op 12 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar dit is niet gebeurd. Eiseres heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres ook geen kopieën van een uittreksel uit het handelsregister en de statuten heeft overgelegd, ondanks een verzoek daartoe in een aangetekende brief van 2 juni 2021. Dit gebrek aan documentatie versterkt de reden voor de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en eiseres krijgt geen gelijk, noch een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.