Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.
Procesverloop
22 januari 2021.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder, dat op 22 januari 2021 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiser het griffierecht van € 49,- niet op tijd had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 18 juni 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet tijdig was ontvangen en eiser geen geldige reden had opgegeven voor deze vertraging, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze beslissing.