ECLI:NL:RBMNE:2021:3944

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
21/1828
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter in belastingzaken zonder tussenkomst van de rechter

In deze zaak heeft eiseres op 6 april 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, dat op 12 maart 2021 was genomen. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht. De heffingsambtenaar had op 8 maart 2021 twee uitspraken gedaan op het bezwaarschrift van eiseres, waartegen zij beroep heeft ingesteld. Dit betreft zowel het onderhavige beroep (zaaknummer 21/1828) als een ander beroep (zaaknummer 21/1701).

De rechtbank overweegt dat het wettelijke stelsel rondom belastingzaken inhoudt dat met het doen van uitspraak op een bezwaarschrift de behandeling van het bezwaar eindigt. Dit houdt in dat een nadere beslissing van de heffingsambtenaar, zonder tussenkomst van de rechter, niet kan worden aangemerkt als een beslissing waartegen beroep kan worden ingesteld op grond van artikel 7:1, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Hierdoor verklaart de bestuursrechter zich onbevoegd om op het beroep van eiseres te beslissen. De rechtbank is wel bevoegd in het andere beroep met zaaknummer 21/1701. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1828

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres,

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BGHU),verweerder,
(gemachtigde: D.T. de Winter).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 6 april 2021 tegen het besluit van verweerder van 12 maart 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Verweerder heeft op 8 maart 2021 tweemaal een uitspraak gedaan op het bezwaarschrift van eiseres met aanslagbiljetnummer; [aanslagbiljetnummer]. Eiseres heeft tegen beide uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank: dit beroep (zaaknummer 21/1828) en het beroep met zaaknummer 21/1701.
3. Het stelsel van wettelijke bepalingen die het beroep in belastingzaken regelen, brengt mee dat met het doen van uitspraak op een bezwaarschrift de behandeling van het bezwaar eindigt. Dit betekent dat een nadere beslissing die de heffingsambtenaar - zonder tussenkomst van de rechter - neemt met betrekking tot de belastingaanslag waartegen bezwaar is gemaakt, niet is aan te merken als een beslissing waartegen op grond van artikel 7:1, lid 2, Awb beroep kan worden ingesteld.
4. Dit betekent dat de bestuursrechter onbevoegd is om op dit beroep van eiseres te beslissen. De bestuursrechter van de rechtbank zal zich daarom in deze zaak onbevoegd verklaren. In het beroep met zaaknummer 21/1701 is de rechtbank wel bevoegd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2021.
de griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.