ECLI:NL:RBMNE:2021:3943
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake gemeentelijke heffingen
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking & hoogheemraadschap Utrecht. Het beroep betreft de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar dat eiseres had ingediend tegen een aanslag gemeentelijke heffingen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit bezwaar werd door verweerder als te laat ingediend beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 10 oktober 2019 bezwaar heeft gemaakt, terwijl de aanslag dateert van 28 februari 2019. Verweerder heeft eiseres op 15 oktober 2019 verzocht om uitleg over de te late indiening van het bezwaar, maar eiseres heeft hierop geen inhoudelijke reactie gegeven. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.