In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. Verzoekster had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een schuur met agrarische bestemming. Op 18 mei 2021 heeft verweerder alsnog de omgevingsvergunning van rechtswege verleend. Hierop heeft verzoekster op 7 juli 2021 haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de kosten van rechtsbijstand in de beroepsfase al door verweerder aan verzoekster zijn vergoed, evenals het griffierecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat, op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, de kosten alleen vergoed kunnen worden indien het bestreden besluit wordt herroepen wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Aangezien aan het verzoek van verzoekster is voldaan, heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De beslissing is genomen zonder dat partijen zijn uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.