ECLI:NL:RBMNE:2021:3938
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een brief van 23 juli 2020 behandeld. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedraagt het griffierecht € 181,-. De rechtbank heeft eiser op 5 maart 2021 geïnformeerd dat hij het griffierecht binnen vier weken moest betalen. Eiser heeft echter geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht en heeft zelf aangegeven niet aan de voorwaarden voor vrijstelling te voldoen. De rechtbank heeft op 8 april 2021 het verzoek van eiser om vrijstelling afgewezen en hem opnieuw verzocht het griffierecht te betalen voor 1 mei 2021. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.