ECLI:NL:RBMNE:2021:3933

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
20/4624
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaald griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 juni 2021, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap behandeld. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van 10 november 2020, maar heeft het vereiste griffierecht van € 48,- niet betaald. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk behandeld kan worden zonder betaling van het griffierecht. Dit is in overeenstemming met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser op 30 januari 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling, concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/4624

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juni 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser

en

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
10 november 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 30 januari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is uitgesproken op 1 juni 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier De rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.