ECLI:NL:RBMNE:2021:3928

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
20/3336
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van de Belastingdienst inzake kinderopvangtoeslag en herziening

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst / Toeslagen van 17 juli 2020, waarin haar bezwaar tegen voorschotbeschikkingen kinderopvangtoeslag voor de jaren 2010 en 2011 niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen deze voorschotbeschikkingen, maar dit bezwaar was op 25 april 2012 door de Belastingdienst afgedaan. Eiseres heeft op 1 juli 2020 opnieuw bezwaar gemaakt, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet mogelijk is, aangezien er al een besluit op het eerdere bezwaar is genomen. De rechtbank concludeert dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat het bezwaarschrift ook een verzoek tot herziening bevat, waar de Belastingdienst nog niet op heeft gereageerd. De rechtbank wijst erop dat er voorwaarden zijn voor herziening, waaronder een vijfjarentermijn, waar eiseres mogelijk niet aan voldoet. Verder merkt de rechtbank op dat het bezwaarschrift meer vragen en verzoeken bevat over de kinderopvangtoeslag die is stopgezet of verlaagd tussen 2005 en 2019, maar dat de Belastingdienst hierop niet adequaat heeft gereageerd.

De rechtbank beperkt zich tot de beoordeling van de juistheid van het besluit van 17 juli 2020 en komt tot de conclusie dat het besluit correct is. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar gemaakt op 15 juni 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3336

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juni 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres

(gemachtigde: G.S. Türkmen),
en

Belastingdienst / Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 17 juli 2020 (bestreden besluit).

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen voorschotbeschikkingen kinderopvangtoeslag 2010 en 2011, waartegen hij eerder bezwaar had gemaakt. Op 25 april 2012 heeft verweerder dit bezwaar afgedaan en hierover een besluit genomen. Op 1 juli 2020 heeft eiseres opnieuw bezwaar gemaakt tegen dezelfde beschikkingen. Verweerder heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet mogelijk is om voor een tweede keer bezwaar te maken tegen dezelfde beschikkingen. Dit klopt. Omdat verweerder al een besluit op het eerdere bezwaar heeft genomen, kan niet opnieuw bezwaar worden gemaakt. Het bezwaar is op dit punt dus terecht niet-ontvankelijk verklaard.
3. De rechtbank stelt vast dat in het bezwaarschrift ook een verzoek tot herziening is te lezen. Op dit verzoek heeft verweerder nog niet gereageerd. Het is aan verweerder om te beoordelen of eiseres voldoet aan de voorwaarden van herziening. Wel stelt de rechtbank vast dat één van de voorwaarden voor herziening een vijfjarentermijn is, waar eiseres niet aan lijkt te voldoen [1] .
4. De rechtbank merkt op dat het bezwaarschrift meer behelst dan alleen een bezwaar tegen de voorschotbeschikkingen over de jaren 2010 en 2011. Het gaat hier om een kinderopvangtoeslag die is stopgezet en/of verlaagd tussen 2005 en 2019, waarover eiseres een aantal vragen/verzoeken heeft. Zo wil eiseres (bijvoorbeeld) graag een overzicht ontvangen van betalingen over de jaren 2010 en 2011. De rechtbank is niet gebleken dat van de zijde van verweerder een reactie is gekomen op alle gestelde vragen/verzoeken. Dit kan alsnog door mondeling of schriftelijk contact op te nemen met de gemachtigde van eiseres. De contactgegevens van de gemachtigde bevinden zich in het dossier (A32).
6. De omvang van het geschil beperkt zich tot de beoordeling van de juistheid van het besluit van17 juli 2020 tegen het licht van de beroepsgronden. Het besluit dat aan de rechtbank is voorgelegd, is correct en het beroep is daarom (kennelijk) ongegrond (artikel 8:54 van de Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is uitgesproken op 15 juni 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Zie artikel 21 van de Awir en artikel 5a, eerste lid, onderdeel a van de Uitvoeringsregeling Awir en het Verzamelbesluit Toeslagen (Stcrt. 2020, 22720)