ECLI:NL:RBMNE:2021:3927

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
21/768
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake besluit opleggen cursus alcohol en verkeer

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 1 juni 2021, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen van 13 januari 2021 behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit dat haar verplichtte een cursus over alcohol en verkeer te volgen. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift te laat is ingediend, aangezien het besluit op 24 augustus 2020 bekend is gemaakt en het bezwaarschrift uiterlijk op 5 oktober 2020 ontvangen had moeten zijn. Eiseres stelt dat zij op 15 oktober 2020 een bezwaarschrift heeft ingediend, maar verweerder heeft dit niet ontvangen. Pas op 30 december 2020 ontving verweerder een bezwaarschrift per e-mail, wat te laat is volgens de geldende regels.

De rechtbank overweegt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij tijdig bezwaar heeft gemaakt. De stelling dat zij pas op 8 oktober 2020 stukken van de politie en het Openbaar Ministerie heeft ontvangen, wordt niet als een geldige reden voor het te laat indienen van het bezwaar beschouwd. De rechtbank benadrukt dat eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om op tijd bezwaar te maken en dat het niet tijdig indienen van het bezwaar aan haarzelf is toe te rekenen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een geldige reden voor het te laat indienen van het bezwaar, waardoor verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot het indienen van een verzetschrift indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/768

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juni 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres

en

de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
13 januari 2021.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen vier weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikel 69, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)).
3. In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 24 augustus 2020. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op 5 oktober 2020 door verweerder ontvangen moeten zijn. Eiseres zegt dat zij op 15 oktober 2020 een bezwaarschrift heeft ingediend. Verweerder heeft dit bezwaarschrift niet ontvangen. Pas eerst op 30 december 2020 heeft verweerder per e-mail een bezwaarschrift ontvangen. Dat is te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij op 15 oktober 2020 een bezwaarschrift heeft ingediend. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat ook indien wordt uitgegaan van dit eerder ingediende bezwaarschrift geen sprake is van een tijdig ingediend bezwaar. De stelling van eiseres dat zij pas op 8 oktober 2020 stukken van de politie en het Openbaar Ministerie (OM) heeft ontvangen, is geen geldige reden voor het te laat indienen van het bezwaar. Het gaat hier om een besluit over het opleggen van een cursus over alcohol en verkeer waartegen eiseres binnen zes weken bezwaar had moeten maken. In de toelichting bij het besluit wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de consequenties van het te laat indienen van het bezwaar en gevraagd hier op te letten. De omstandigheid dat eiseres zoals zij stelt niet beschikte over de stukken van het OM en de politie, betekent niet dat zij geen bezwaar had moeten maken binnen de bezwaartermijn. Eiseres had eenvoudig een brief aan verweerder kunnen sturen waarin zij aangeeft het niet eens te zijn met het besluit. Later had zij (eventueel aan de hand van de stukken van het OM en politie) kunnen aangeven waarom zij het niet eens is met het besluit. De rechtbank is van oordeel dat eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om op tijd bezwaar te maken tegen het besluit en dat het niet tijdig maken van bezwaar daarom aan haarzelf is toe te rekenen. De duur van de bezwaartermijn kan niet worden gewijzigd. Omdat geen sprake is van een geldige reden voor het te laat indienen van het bezwaar, kon verweerder niet anders dan het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren.
4. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond (artikel 8:54 van de Awb).
5. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer rechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier De rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.