In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 27 juli 2021, wordt het beroep van eiser behandeld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, het Ministerie van Justitie en Veiligheid, op zijn aanvraag van 8 februari 2021. Eiser had op 5 mei 2021 verweerder in gebreke gesteld, waarna de rechtbank vaststelt dat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van vier weken heeft beslist. De rechtbank besluit dat verweerder alsnog binnen een termijn van uiterlijk 1 oktober 2021 een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De rechtbank kent een bedrag van € 374,- toe aan eiser, evenals de terugbetaling van het griffierecht van € 181,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting.