ECLI:NL:RBMNE:2021:3924

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
21/1790
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op Wob-verzoek

Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen Gedeputeerde Staten van Utrecht, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 4 januari 2021. De rechtbank heeft verweerder verzocht om de op de zaak betrekking hebbende stukken in te dienen, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is.

Eiser heeft op 4 januari 2021, met een aanvulling op 3 februari 2021, een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Verweerder heeft op 16 maart 2021 een besluit genomen op het verzoek van eiser. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld, omdat hij van mening is dat het besluit incompleet is, aangezien het verzoek om aanvullende informatie van 3 februari 2021 niet is meegenomen in de besluitvorming. Eiser heeft op 7 april 2021 beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank constateert dat verweerder inmiddels een beslissing heeft genomen op het verzoek van eiser. Hierdoor is er geen procesbelang meer bij het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk. Eiser had in dat geval bezwaar moeten maken tegen het besluit van 16 maart 2021. De rechtbank concludeert dat er geen proceskosten zijn gemaakt die vergoed moeten worden.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is uitgesproken op 27 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1790

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser

en

Gedeputeerde Staten van Utrecht, verweerder

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag 4 januari 2021.
De rechtbank heeft bij brief van 7 mei 2021 en bij aangetekende brief van 18 mei 2021 verweerder verzocht de op de zaak betrekking hebbende stukken in te dienen. Verweerder heeft hierop niet gereageerd.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser heeft op 4 januari 2021, aangevuld op 3 februari 2021, een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Bij besluit van 16 maart 2021 heeft verweerder op het verzoek van eiser beslist. Eveneens op 16 maart 2021 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld. Eiser is van mening dat besluit van 16 maart 2021 incompleet is nu verweerder eisers verzoek om aanvullende informatie van 3 februari 2021 niet heeft meegenomen in de besluitvorming. Vervolgens heeft eiser op 7 april 2021 beroep ingesteld bij de rechtbank.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder inmiddels bij besluit van 16 maart 2021 een beslissing heeft genomen op het verzoek van eiser. Gelet hierop is er geen procesbelang meer bij het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Immers door verweerder is een besluit genomen. De rechtbank zal daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaren. Dat eiser vindt dat dit besluit niet juist is omdat niet is ingegaan op het verzoek om aanvullende informatie van 3 februari 2021, vormt geen reden om tot een ander oordeel te komen. Eiser had in dat geval bezwaar moeten maken tegen het besluit van 16 maart 2021.
4. Het beroep niet tijdig van 7 april 2021 dient door verweerder in behandeling te worden genomen als bezwaar.
5. Er zijn door eiser geen proceskosten gemaakt die vergoed moeten worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer rechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh griffier
.De beslissing is uitgesproken op 27 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.