In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 juli 2021, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het college van burgemeester van de gemeente Weesp. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, zoals eerder bepaald in een uitspraak van 10 december 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de gestelde termijn van zes weken een nieuw besluit heeft genomen, wat aanleiding geeft tot het oordeel dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft in overweging genomen dat eiseres niet verplicht was om eerst een ingebrekestelling te sturen, gezien de eerdere uitspraak die een duidelijke termijn stelde. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 374,-, en dat verweerder het griffierecht van € 181,- aan eiseres moet betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing.