Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Waar gaat dit geschil over?
een bietenstortplaats en/of opslagplaats van andere producten of materialen te maken”. Uit de redactie van deze bepaling leidt de rechtbank af dat de bedoeling is om, naast bietenstortplaatsen, een specifieke categorie van bouwwerken te verbieden, namelijk opslagplaatsen van producten of materialen. [eiseres] stelt dat het de partijbedoeling is geweest om het uitzicht vanuit de woning van echtpaar [achternaam van A] te waarborgen. Volgens [eiseres] wordt met de formulering “
opslagplaats van andere producten of materialen” een verbod op bouwwerken tot uitdrukking gebracht, en daarmee ook een verbod op een woning. Zij verwijst hiervoor naar de definitie en de synoniemen die de Van Dale geeft voor opslagplaats van producten of materialen, onder meer: een magazijn, een pakhuis, een depot. Deze redenering volgt de rechtbank niet. In de leveringsakte is niet een verbod voor een ‘bouwwerk’ in het algemeen opgenomen, maar expliciet voor een bepaalde categorie aan bouwwerken, te weten de opslagplaats van producten of materialen. Een woning valt naar haar aard niet onder deze categorie. Dat blijkt ook uit de door [eiseres] gegeven definitie van de opslagplaats en de aangevoerde rij van synoniemen, waarin ‘woning’ niet wordt genoemd.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)