Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 juli 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
[verweerder] , verweerder
Inleiding en procesverloop
Overwegingen
het ontslagbij het [werkgever 1] en
de aanstellingbij de [werkgever 2] besproken. Zo staat in artikel 2:1, eerste lid, dat de werknemers van het [werkgever 1] in dienst treden bij de [werkgever 2] en dat zij in algemene dienst
zullen worden aangesteldin een functie die identiek is aan hun laatstelijk beklede functie. In het derde lid staat dat het uitgangspunt is dat de medewerker gelijksoortige aanspraken krijgt jegens de [werkgever 2] als de aanspraken die inherent waren aan zijn aanstelling bij het [werkgever 1]
per datum ontslag. Ook in artikel 2:2, dat gaat over de rechtspositie, staat in het derde lid duidelijk vermeld dat aan de medeweker die naar de [werkgever 2] overgaat, door het [werkgever 1]
ontslag wordt verleend onder gelijktijdige indienstnemingdoor de [werkgever 2] . Het vierde lid bepaalt dat de medewerker bij de [werkgever 2] een in aard, duur en omvang gelijk dienstverband krijgt als het dienstverband bij het [werkgever 1] op de dag van ontslag.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;