ECLI:NL:RBMNE:2021:3836
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing visumaanvraag op grond van bedreiging volksgezondheid en hoorplicht
In deze zaak heeft eiseres, een Tanzaniaanse nationaliteit, een visum aangevraagd voor een kort verblijf in Nederland met als doel familiebezoek. De aanvraag werd op 17 februari 2020 door de minister van Buitenlandse Zaken afgewezen, waarna eiseres bezwaar aantekende. Dit bezwaar werd op 1 mei 2020 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres. Tijdens de zitting op 6 juli 2021 was eiseres aanwezig met haar gemachtigde, terwijl de verweerder, de minister, niet verscheen. De rechtbank deed onmiddellijk uitspraak na de zitting.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De afwijzing van de visumaanvraag was gebaseerd op verschillende gronden, waaronder onvoldoende bewijs van het doel van het verblijf en de omstandigheid dat eiseres in verband met de coronapandemie als een bedreiging voor de volksgezondheid werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de afwijzingsgrond met betrekking tot de volksgezondheid voldoende was om de aanvraag af te wijzen, waardoor de andere gronden niet verder hoefden te worden besproken. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat eiseres niet op haar bezwaar hoefde te worden gehoord, omdat de afwijzingsgrond onder c al afdoende was voor de beslissing.
De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en griffier E. Kersten, en is openbaar uitgesproken op 6 juli 2021. Tegen deze uitspraak staat op grond van de wet geen hoger beroep open.