ECLI:NL:RBMNE:2021:3818

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
11 augustus 2021
Zaaknummer
21/2752
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders

In de uitspraak van 4 augustus 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland geoordeeld over de ontvankelijkheid van een beroep dat eiser had ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had eerder, op 25 januari 2021, een uitspraak gekregen waarin de rechtbank had vastgesteld dat verweerder niet tijdig had beslist op het bezwaar van eiser. De rechtbank had verweerder opgedragen om binnen twee weken op het bezwaar te beslissen. Echter, na deze termijn had verweerder nog steeds geen besluit genomen, wat leidde tot een dwangsom die op 16 juli 2021 volgelopen was.

Eiser heeft op 21 juni 2021 een nieuw beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft dit beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiser, gezien de omstandigheden, niet in een gunstiger positie kon komen door het indienen van dit beroep, aangezien er al een dwangsom liep. De rechtbank heeft besloten dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, en er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed en is op 4 augustus 2021 bekendgemaakt.

Eiser heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2752

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. M.M. Breukers),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder,

(gemachtigde: J. Hillenaar).

Procesverloop

De rechtbank heeft in de uitspraak van 25 januari 2021 met zaaknummer 20/4535 vastgesteld dat verweerder niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van eiser. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen twee weken moet beslissen op eisers bezwaar.
Eiser heeft vervolgens nogmaals beroep ingesteld omdat verweerder nog niet op het bezwaar heeft beslist na de uitspraak van 25 januari 2021. De rechtbank heeft dit beroep in de uitspraak van 10 juni 2021 met zaaknummer 21/1567 niet-ontvankelijk verklaard.
Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 21 juni 2021 na de uitspraak van de rechtbank van 10 juni 2021 met zaaknummer UTR 21/1567.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. De rechtbank stelt vast dat de bij uitspraak van 25 januari 2021 opgedragen termijn van twee weken op 16 februari 2021 is verstreken en dat verweerder nog steeds geen besluit heeft genomen op het bezwaar van eiser.
3. Gelet op het feit dat er op het moment dat eiser dit beroep heeft ingesteld, namelijk op
21 juni 2021, reeds een dwangsom liep als het gevolg van de eerdere uitspraak van 25 januari 2021 door deze rechtbank, kon eiser redelijkerwijs niet in een gunstiger positie komen en is dit beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder, niet-ontvankelijk. De volledige dwangsom van € 15.000,- is volgelopen op 16 juli 2021. Vanaf die datum staat het eiser vrij een nieuw beroep tegen het niet tijdig beslissen in te dienen.
4. Het beroep van eiser is niet-ontvankelijk.
5. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van
O. Asafiati, griffier
.De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op 4 augustus 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.