ECLI:NL:RBMNE:2021:3798
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een primair besluit van 30 september 2020, maar het college had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiser heeft op 11 november 2020 bezwaar gemaakt, maar het college had uiterlijk op 23 december 2020 moeten beslissen. De rechtbank constateert dat het college op die datum nog niet had beslist en dat eiser het college op 5 februari 2021 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat het college alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en dat het college een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten van € 267,- en het griffierecht van € 181,- moet door het college aan eiser worden betaald. De rechtbank heeft geoordeeld dat de regels over dwangsommen bij niet tijdig beslissen niet van toepassing zijn op besluiten op grond van de Wob, waardoor het college geen dwangsom heeft verbeurd. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.