ECLI:NL:RBMNE:2021:3788
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar tegen Wob-besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 18 juni 2021, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen een eerder genomen besluit op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van zes weken had beslist op het bezwaarschrift van eiser, dat op 28 augustus 2020 was ontvangen. Eiser had verweerder op 6 januari 2021 in gebreke gesteld, maar verweerder had nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder geen dwangsom heeft verbeurd, omdat de regels omtrent dwangsommen in de Wob niet van toepassing zijn op besluiten op grond van de Wob. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het bezwaarschrift van eiser. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 267,-, en het griffierecht van € 181,- moet door verweerder aan eiser worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.