ECLI:NL:RBMNE:2021:3776
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van tegemoetkoming voor scholieren en de toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft eiseres, een scholier, beroep ingesteld tegen de besluiten van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs, waarin werd vastgesteld dat zij geen recht had op een tegemoetkoming voor scholieren en dat zij een bedrag van € 1.283,29 moest terugbetalen. De primaire besluiten van 28 september 2020 stelden vast dat eiseres in de jaren 2019 en 2020 onterecht tegemoetkomingen had ontvangen, omdat zij niet ingeschreven stond bij een erkende onderwijsinstelling. Eiseres had een aanvraag gedaan voor een tegemoetkoming, maar de controle wees uit dat zij niet voldeed aan de voorwaarden van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos).
Eiseres voerde aan dat er sprake was van rechtsongelijkheid, omdat andere leerlingen van particuliere opleidingen wel tegemoetkomingen ontvingen. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet had aangetoond dat er gelijke gevallen waren die ongelijk werden behandeld. De rechtbank benadrukte dat de onderwijsinstelling waar eiseres onderwijs volgde, niet voldeed aan de kwalificaties voor het verkrijgen van een tegemoetkoming.
Daarnaast werd de hardheidsclausule in de Wtos besproken. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die toepassing van deze clausule rechtvaardigden. Eiseres had niet aangetoond dat de terugvordering onbillijk was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. Lange op 10 augustus 2021.