Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de akte van [gedaagde] met een productie;
- de akte van [eiser] met producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
(€ 10,00 voor elk gewerkt uur tegen een uurloon van € 45,00) van het door haar verdiende brutoloon af te dragen aan [eiser] . Daartegenover is [eiser] eenmalig een beperkte tegenprestatie verschuldigd, namelijk het verzenden van één enkele e-mail aan een medewerker van [naam zorginstelling] – waar hij op dat moment zelf als zzp’er werkzaam was – met de mededeling dat [gedaagde] voor [naam zorginstelling] wil werken en dat zij zelf contact zal opnemen. [gedaagde] heeft vervolgens zelf contact met [naam zorginstelling] opgenomen, zelf de sollicitatieprocedure doorlopen en zelf een overeenkomst met [naam zorginstelling] gesloten. [eiser] heeft weliswaar aangevoerd dat het uurloon dat [gedaagde] bij [naam zorginstelling] verdient hoger ligt dan het marktconforme uurloon van een zzp’er in de zorg, maar nog afgezien van de vraag of deze stelling juist is, is het uurloon van [gedaagde] niet dusdanig hoog dat dit de evidente wanverhouding tussen de wederzijdse prestaties opheft.