Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Algemeen
inspectief” onderhoud te plegen.
a. het dak is in opdracht van koper geïnspecteerd, hiervan is een rapport opgesteld, aan partijen genoegzaam bekend waarvan zij geen andere omschrijving verlangen, de in bedoeld rapport vermelde gebreken zullen door en/of voor rekening en risico van verkoper worden hersteld;b. de keuring van de lift dient nog plaats te vinden, de eventuele gebreken die alsdan geconstateerd worden zullen door en/of voor rekening en risico van verkoper worden hersteld;
3.Het geschil
in conventie
subsidiair, tot betaling van € 6.292,- exclusief btw, met rente, aan [eiser] voor de vervanging van de vloerbedekking;
subsidiair, tot betaling van € 4.654,-, exclusief btw, met rente, aan [eiser] voor de vervanging van de tussendeuren en de glazen panelen;
meer meer subsidiairevordering sub 3.1.2 stelt [eiser] dat hij heeft gedwaald bij de koop van de appartementsrechten, omdat het dak van het pand een minder lange levensduur heeft dan bij de koop is meegedeeld door [gedaagde] . In plaats van vernietiging van de koopovereenkomst vordert [eiser] op grond van artikel 6:230 lid 2 BW een (schade)vergoeding van [gedaagde] .
4.De beoordeling
aan de VvEis verschuldigd, gemaximeerd tot € 23.000,-. De rechtbank overweegt dat [eiser] op grond van artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst kan vorderen dat aan de VvE verschuldigde bedragen voor renovatie van de liftinstallatie en het dak aan hem worden betaald en dat [eiser] op grond van artikel 7 jo. artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst bevoegd is namens de VvE de betaling van de boete aan de VvE te vorderen. [eiser] kan echter niet met succes vorderen dat [gedaagde] de boete
aan hembetaalt. Uit voormelde bepalingen volgt namelijk niet dat [gedaagde] de boete (ook) aan [eiser] kan (of moet) betalen. Evenmin zijn er omstandigheden gesteld, waaruit volgt dat de hiervoor genoemde bepalingen dusdanig moeten worden uitgelegd. Om deze reden is de vordering tot betaling van € 5.000,- aan [eiser] niet toewijsbaar.
Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat jullie een andere voordeur krijgen als we met de verbouw gaan starten.” [gedaagde] erkent dat zij deze afspraak met [onderneming 5] heeft gemaakt, maar zij betwist in haar processtukken dat deze afspraak ook tussen [eiser] en [gedaagde] is gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling is namens [gedaagde] echter verklaard dat het de bedoeling was de buitendeuren te plaatsen, dat deze nog steeds in de opslag staan en dat [gedaagde] bereid is deze op eerste verzoek aan [eiser] over te dragen. Zij meent dat zij niet meer gehouden is de buitendeuren voor haar rekening te plaatsen omdat [eiser] , na de overdracht van de appartementen door [gedaagde] aan [eiser] , weigerde toestemming te verlenen voor het plaatsen van de buitendeuren bij appartement nr. [nummeraanduiding 2] . [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling betwist dat hij heeft geweigerd mee te werken aan de vervanging van de buitendeuren. Gelet op de betwisting van [eiser] heeft [gedaagde] haar verweer dat zij de afspraak niet meer hoefde na te komen onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de primaire vordering tot vervanging van de toegangsdeuren van appartement nr. [nummeraanduiding 2] en het dicht maken van de glazen panelen toewijzen.
1.689,00(3,0 punten × tarief € 563,00)
2.163,00(3,0 punten × tarief € 721)