Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 januari 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Omdat er een adviescommissie is geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. Dat staat in artikel 7:10 en 7:13 van de Awb. Deze termijn is opgeschort, omdat aan eiser een termijn is geboden om de gronden van het bezwaar in te dienen. De gronden van het bezwaar zijn op 17 maart 2020 door verweerder ontvangen. Verweerder had in eerste instantie dus uiterlijk op 9 juni 2020 moeten beslissen. Verweerder heeft vervolgens de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 21 juli 2020 moeten beslissen. De rechtbank stelt vast dat verweerder op die datum nog steeds niet had beslist. De rechtbank stelt verder vast dat eiser verweerder op 28 oktober 2020 in gebreke heeft gesteld en dat sindsdien twee weken zijn verstreken.