Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in P.I. Nieuwegein, locatie Zeist.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
op 24 november 2020 te Wijchen [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd door met een bestelwagen op hem in te rijden, hem over enige afstand mee te sleuren en nadat die [slachtoffer] op de grond was gevallen, (meermalen ) over hem heen te rijden;
zijn de onder primair genoemde handelingen tenlastegelegd als zware mishandeling, de dood tot gevolg hebbend;
zijn de onder primair genoemde handelingen tenlastegelegd als overtreding
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Verdachte heeft immers met zijn auto vanuit stilstand vol gas gegeven terwijl het slachtoffer een meter voor de auto stond, waarna het slachtoffer op de motorkap terecht kwam, er vervolgens van afgleed en onder de auto van verdachte kwam waarbij hij werd overreden. Dat verdachte de bedoeling had om met zijn auto om het slachtoffer heen te rijden, zoals hij ter zitting heeft verklaard, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk en, gezien de positie van het slachtoffer in combinatie met het geven van veel gas bij het optrekken zelfs feitelijk onmogelijk. Ook heeft verdachte op geen enkel moment geremd of gas geminderd terwijl hij zag dat het slachtoffer zich op zijn motorkap bevond. Nadat verdachte éénmaal met zijn auto over het slachtoffer reed, is verdachte vervolgens nóg tweemaal vol gas over het slachtoffer heen en weer gereden. Op basis van de uiterlijke verschijningsvormen van dit geheel aan handelen (en niet handelen) van verdachte, staat het voor de rechtbank vast dat verdachte de bedoeling had om het slachtoffer te doden en heeft hij daarvoor zijn auto als wapen gebruikt.
5.BEWEZENVERKLARING
op 24 november 2020 te Wijchen [slachtoffer] (geboren op [1978] ) opzettelijk van
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 37a, 37b, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht en
- 7 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994;
10.BESLISSING
gevangenisstrafvan
7(zeven) jaren;
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij
van overheidswege wordt verpleegd.
hij op of omstreeks 24 november 2020 te Wijchen [slachtoffer] (geboren op [1978] )
opzettelijk van het leven heeft beroofd,
door, nadat de verdachte en [slachtoffer] kort daarvoor een woordenwisseling hadden
bevond, en/of in te rijden op en/of in botsing te komen met die [slachtoffer] en/of
te besluiten om niet te stoppen, althans om door te rijden, en/of die [slachtoffer] op en/of
onder de door hem, verdachte, bestuurde bedrijfsauto mee te sleuren en/of voor zich uit te
schuiven en/of te overrijden en/of, nadat hij over [slachtoffer] had gereden, naar achter te
rijden en/of in de richting van [slachtoffer] te rijden, die achter de bedrijfsauto op de
Subsidiair (artikel 302/2 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 24 november 2020 te Wijchen aan [slachtoffer] (geboren op [1978] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere fracturen in het gezicht, hoofd,
meer subsidiair (artikel 6 Wegenverkeerswet)
hij op of omstreeks 24 november 2020 te Wijchen, als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto), daarmee zich bevindende en/of rijdende op de weg, [straat] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, nadat verdachte en een voetganger, te weten [slachtoffer] , kort daarvoor een woordenwisseling hadden gehad en/of terwijl voornoemde [slachtoffer] zich op korte afstand voor, althans in de nabijheid van, het door verdachte bestuurde voertuig
‐ onvoldoende aandacht gehad voor het overige verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse
en/of
‐met de door hem, verdachte, bestuurde bedrijfsauto (bestelwagen) vanuit stilstand gas
gegeven en/of
‐met hoge toeren en/of met een gezien de situatie ter plaatse onverantwoord(de)(hoge)
snelheid in de richting van voornoemde [slachtoffer] gereden en/of
-niet is gestopt en/of het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto) niet tijdig
tot stilstand gebracht, maar is doorgereden en/of in botsing dan wel in aanrijding met die [slachtoffer]
gekomen en/of die [slachtoffer] op en/of onder de door hem, verdachte,
bestuurde bedrijfsauto meegesleurd en/of voor zich uitgeschoven en/of overreden en/of,
‐niet of in onvoldoende mate in de buitenspiegel(s) en/of door de (zij)ruiten van dat door hem,
verdachte, bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto) heeft gekeken en/of is blijven kijken en/of
‐ (vervolgens) achteruit is gereden en/of bij welk achteruitrijden hij, verdachte, niet of in
onvoldoende mate op het direct achter hem, verdachte, gelegen weggedeelte van die weg ( [straat]
) heeft gekeken en/of is blijven kijken en/of
‐in de richting van die [slachtoffer] is gereden, die achter, althans in de nabijheid van, de
bedrijfsauto op de grond lag, althans zich bevond, en/of
‐het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto) niet tijdig tot stilstand
‐(vervolgens) in botsing gekomen dan wel in aanrijding gekomen met die [slachtoffer]
‐niet is gestopt, maar is doorgereden, terwijl die [slachtoffer] onder de door hem,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden, waardoor een ander (te weten [slachtoffer] ) werd gedood;
gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk
verkeersongeval had plaatsgevonden in Wijchen op/aan [straat] , op of
omstreeks 24 november 2020
de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een ander
(te weten [slachtoffer] ) is gedood, dan wel aan wie bij dat ongeval letsel was
toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
( art 7 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994, art 7 lid 1 ahf/ond c
Wegenverkeerswet 1994 )