ECLI:NL:RBMNE:2021:3724
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen politierechter wegens vermeende vooringenomenheid
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 9 juli 2021 een verzoek tot wraking ingediend van mr. Y.M. Vanwersch, politierechter bij de Rechtbank Midden-Nederland. Dit verzoek werd ingediend voorafgaand aan een terechtzitting die gepland stond voor 14:50 uur. Verzoeker stelde dat de rechter kennelijk vooringenomen was, omdat hij geen interesse toonde in het standpunt van de raadsman van verzoeker. De raadsman had de rechtbank vooraf geïnformeerd over een mogelijke vertraging, maar de rechter besloot de zaak op het geplande tijdstip te behandelen.
De wrakingskamer heeft het verzoek op 20 juli 2021 behandeld, waarbij niemand aanwezig was. De rechter, mr. Y.M. Vanwersch, gaf op 12 juli 2021 een schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek. In haar reactie stelde zij dat de raadsman de gelegenheid had om het standpunt van verzoeker naar voren te brengen en dat er geen verzoek was ingediend om de zaak aan te houden. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om de zaak uit te roepen op het geplande tijdstip geen blijk gaf van vooringenomenheid.
De wrakingskamer benadrukte dat de beslissing van een rechter om een zaak al dan niet te verwijzen naar een meervoudige kamer een procesbeslissing is en dat een negatieve ervaring met deze beslissing op zich geen grond voor wraking is. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was en verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 30 juli 2021.