ECLI:NL:RBMNE:2021:3625
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 juli 2021 uitspraak gedaan over het verzet van een opposante tegen een eerdere uitspraak van 2 maart 2021. Opposante had beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 10 februari 2020, dat door de rechtbank ongegrond was verklaard. Tegen deze uitspraak ging zij in verzet, maar zonder verzoek om een zitting. De rechtbank oordeelde dat het verzet niet-ontvankelijk was omdat het verzetschrift te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van het verzetschrift was gestart op 10 maart 2021 en eindigde op 21 april 2021. Opposante heeft het verzetschrift pas op 28 april 2021 per e-mail verzonden, wat te laat was. Ook de reguliere postbezorging was te laat, aangezien de rechtbank het verzetschrift pas op 29 april 2021 ontving. De rechtbank had opposante eerder verzocht om uitleg te geven over de te late indiening, maar zij kon niet aannemelijk maken dat het verzetschrift tijdig was verzonden. De rechtbank concludeerde dat het risico van een te late indiening voor rekening van opposante kwam. De uitspraak van 2 maart 2021 blijft daarom in stand, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.