ECLI:NL:RBMNE:2021:3567

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2021
Publicatiedatum
29 juli 2021
Zaaknummer
21/1262
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende opvang voor dakloze eiser en zijn zoon

In deze zaak heeft eiser, mede namens zijn minderjarige zoon, op 22 maart 2021 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum voor passende opvang, aangezien zij per 7 april 2021 dakloos zouden worden. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag en heeft tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 6 april 2021, waar eiser het verzoek om voorlopige voorziening heeft ingetrokken. Op 15 april 2021 heeft eiser ook het beroep ingetrokken, maar verzocht om verweerder te veroordelen in de kosten van de procedure op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren, maar verweerder heeft niet gereageerd.

De rechtbank overweegt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener kan worden veroordeeld in de proceskosten. In dit geval heeft verweerder ter zitting een tijdelijke maatwerkvoorziening getroffen in de vorm van opvang en volpension voor eiser en zijn zoon, wat heeft geleid tot de intrekking van het beroep. De rechtbank concludeert dat verweerder in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat hij niet heeft gereageerd op het verzoek om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank stelt de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 748,- en bepaalt dat verweerder ook het griffierecht dat eiser heeft betaald, moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1261

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juli 2021 in de zaak tussen

[eiser] ,te [woonplaats] , eiser, mede namens zijn minderjarige zoon [A] ,
(gemachtigde: mr. A. Ang),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,verweerder,
E. Diepenbroek.

Procesverloop

Eiser heeft op 22 maart 2021 een aanvraag bij verweerder gedaan voor passende opvang voor hem en zijn zoon, nu zij per 7 april dakloos zouden worden.
Eiser heeft tegen het niet tijdig beslissen beroep ingesteld. Ook heeft hij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
Het verzoek om een voorlopige voorziening is behandeld op de zitting van 6 april 2021.
Eiser heeft ter zitting het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken. Het beroep heeft eiser ingetrokken op 15 april 2021. Tegelijk met de intrekking van het beroep heeft eiser verzocht om verweerder op grond van artikel 8:75a, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij afzonderlijke uitspraak te veroordelen in de kosten van de procedure van het beroep.
De rechtbank heeft verweerder bij brief van 16 april 2021 in de gelegenheid gesteld om hier binnen 2 weken op te reageren.
Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek om vergoeding van de proceskosten.

Overwegingen

1. De rechtbank overweegt als volgt. In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan ingevolge het bepaalde in artikel 8:75a, van de Awb op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak in de proceskosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep.
2. De rechtbank stelt vast dat het verzoek is ingetrokken, omdat verweerder ter zitting bij de voorzieningenrechter een tijdelijke maatwerkvoorziening heeft getroffen in de vorm van opvang en volpension in het [hotel] in [vestigingsplaats] voor verzoeker en zijn zoon vanaf 7 april 2021 tot en met uiterlijk 17 mei 2021.Gelet hierop heeft eiser het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken.
3. Deze afspraken tussen partijen ter zitting bij de voorzieningenrechter houden een (gedeeltelijke) tegemoetkoming aan eiser in en die heeft uiteindelijk ook tot intrekking van het beroep geleid.
4. Verweerder heeft niet gereageerd op het verzoek om de proceskosten in beroep te vergoeden.
5. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om met toepassing van het bepaalde in artikel 8:75a van de Awb verweerder te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.
Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 748,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).
6. Verweerder moet ook het griffierecht dat eiser heeft betaald, vergoeden.

Beslissing

De rechtbank/voorzieningenrechter:
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 748,- aan proceskosten.
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat verzoeker heeft betaald moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. Beijl, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 22 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.