ECLI:NL:RBMNE:2021:3565
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit arbeidsongeschiktheid en wijziging WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) betreffende de arbeidsongeschiktheid van eiseres. Eiseres, die voor het laatst werkte als verkoopmedewerker, is per 12 september 2014 arbeidsongeschikt verklaard. Het UWV heeft in een primair besluit van 23 september 2019 vastgesteld dat eiseres 80 tot 100% arbeidsongeschikt is, maar na bezwaar van haar werkgever, [bedrijf], is dit percentage herzien naar 45,61% arbeidsongeschiktheid per 16 juli 2019. Dit leidde tot een wijziging in de hoogte van de WIA-uitkering, die per 1 december 2022 kan veranderen.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van het UWV, waarin het bezwaar van haar werkgever gegrond werd verklaard. Tijdens de zitting, die via een Skype-verbinding plaatsvond, heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres was aanwezig, vergezeld door een vriendin, terwijl het UWV werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt dat het UWV besluiten over arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, mits deze zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet in staat is om arbeid te verrichten vanwege psychische klachten, maar de rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts de situatie op de datum in geding, 16 juli 2019, correct heeft beoordeeld. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om de medische beoordeling van het UWV in twijfel te trekken en dat de door de arbeidsdeskundige geduide functies passend zijn voor eiseres. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.