ECLI:NL:RBMNE:2021:3317
Rechtbank Midden-Nederland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verschoningsverzoek van een lid van de wrakingskamer in verband met nauwe samenwerking met andere rechters
Op 19 juli 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen in een verschoningsverzoek van mr. G.A. Bos, een lid van de wrakingskamer. Dit verzoek werd ingediend in het kader van een wrakingsverzoek van mevrouw [A] tegen de rechters mr. J.A. Spee, mr. E. Slager en mr. A. Maas, die betrokken zijn bij de strafzaak tegen haar. Verzoekster, mr. G.A. Bos, heeft aangevoerd dat zij zich niet vrij voelt om het wrakingsverzoek te behandelen, omdat zij als gerechtsbrede opleidingscoördinator nauw heeft samengewerkt met de betrokken rechters. Ze heeft met name veel contact gehad met mr. Spee, die tot april 2021 opleidingscoördinator was van de afdeling strafrecht, en met mr. Slager en mr. Maas, die zij heeft opgeleid.
De verschoningskamer heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om te vrezen dat verzoekster niet onpartijdig kan oordelen in deze zaak. Artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering biedt de mogelijkheid voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De verschoningskamer heeft geoordeeld dat de nauwe samenwerking en de recente contacten tussen verzoekster en de andere rechters een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid oproepen.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning gegrond verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De griffier is opgedragen om deze beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen en de president van de rechtbank.