ECLI:NL:RBMNE:2021:3266

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
20 juli 2021
Zaaknummer
16/018816-21 en 96/209740-19 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop van drugshandel en voorbereidingshandelingen met cocaïne, MDMA, amfetamine en methamfetamine

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1989, die zich schuldig heeft gemaakt aan drugshandel. De verdachte is veroordeeld voor het afleveren van ongeveer 14 kilo cocaïne en het voorbereiden van de handel in diverse verdovende middelen, waaronder MDMA, amfetamine en methamfetamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 december 2020, in vereniging met anderen, opzettelijk een grote hoeveelheid cocaïne heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd, en dat hij zich ook heeft beziggehouden met voorbereidingshandelingen voor de handel in deze middelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende wettig bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak. De verdachte heeft verklaard dat hij niet verantwoordelijk was voor de 14 kilo cocaïne, maar de rechtbank heeft deze verklaring ongeloofwaardig geacht. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf afgewezen, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/018816-21 en 96/209740-19 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
gedetineerd in Justitieel Complex Schiphol te Badhoevedorp.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 mei, 22 juni en 6 juli 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. T. Šandrk, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 december 2020 te Woudrichem, in elk geval op 21 mei 2020 te Beuningen, in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk een grote hoeveelheid cocaïne (in elk geval op 21 mei 2020 ongeveer 14 kilo), heroïne, MDMA, amfetamine en/of methamfetamine heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 2
in de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 december 2020 Woudrichem, in vereniging met een of meer anderen, telkens het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden cocaïne, heroïne, MDMA, amfetamine en/of methamfetamine heeft voorbereid en/of bevorderd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 ten laste gelegde afleveren van ongeveer 14 kilo cocaïne, in vereniging met anderen gepleegd op 21 mei 2020 te Beuningen, en het onder 2 ten laste gelegde voorbereiden en bevorderen van bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden cocaïne, MDMA, amfetamine en methamfetamine, in vereniging met anderen gepleegd, wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
De informatie uit de telefoon van verdachte en de informatie die is verkregen met behulp van de informatie uit de telefoon van verdachte dienen te worden uitgesloten van het bewijs op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Verdachte heeft, bij het geven van de toegangscode van zijn telefoon, enkel toestemming gegeven voor het bellen van zijn vriendin. Hij is daarbij onder druk gezet om zijn toegangscode te geven en was onder invloed van sterke pijnstillers. Nu er geen bewuste en vrijwillige toestemming is gegeven en derhalve niet rechtsgeldig afstand van zijn recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer is gedaan, is er sprake van handelen in strijd met artikelen 6 en 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).
Voor het onder 1 tenlastegelegde geldt dat er in de stukken in het dossier geen ondersteuning kan worden gevonden voor het medeplegen van handelen in harddrugs in de periode van 1 mei 2020 tot en met 22 december 2020. De gesprekken worden niet ondersteund door concrete bewijsmiddelen, zodat er sprake is van onvoldoende bewijs.
Voor het onder 1 tenlastegelegde geldt voorts dat de betrokkenheid van verdachte niet kan worden gekwalificeerd als medeplegen. Verdachte was enkel de persoon die de informatie tussen de personen overbracht. Verdachte heeft geen organiserende of andere wezenlijke rol gehad bij het opzetten, uitvoeren dan wel opsporen van de veertien blokken cocaïne.
Voor het onder 2 tenlastegelegde geldt dat de rol van verdachte onvoldoende substantieel is om van voorbereidingshandelingen te kunnen spreken. Het communiceren over de handel in drugs is onvoldoende voor een bewezenverklaring van voorbereidingshandelingen. Nergens blijkt immers uit dat er daadwerkelijk een deal is tot stand gekomen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 en 2 [1]
De
verbalisant onder nummer Z03030heeft in een afschermproces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd:
Uit een in Nederland onder leiding van een officier van justitie lopend opsporingsonderzoek heb ik, Z03030, inspecteur als Operationeel-Expert Informantenrunner van het Team Criminele Inlichtingen van de politie Eenheid Midden-Nederland, als afschermingsfunctionaris, informatie ontvangen dat:
[verdachte] en [medeverdachte 1] hebben zich samen bezig gehouden met het transporteren van een grote partij cocaïne. Deze partij cocaïne is kwijtgeraakt. [verdachte] houdt [medeverdachte 1] hier verantwoordelijk voor en dit heeft tot een conflict geleid
[verdachte] betreft:
[verdachte] ,
Geboren op [1989] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 1] betreft:
[medeverdachte 1] ,
Geboren [1992] te [geboorteplaats] [2]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
In de periode 06 - 21 mei 2020 wordt tussen de gebruikers van de accounts / mailadressen [accountnaam 1] @encrochat.com en [accountnaam 2] @encrochats.com gecommuniceerd over smokkelmogelijkheden naar Engeland. Uiteindelijk wordt afgesproken dat de partij van [accountnaam 1] op vrijdag 22 mei 2020 mee kan. De locatie voor de afgifte is Beuningen. [3]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Ik zag dat er een chat was tussen [accountnaam 1] ( [verdachte] ) en [accountnaam 2] ( [medeverdachte 1] ). Ik zag dat deze chat begon op 29 april 2020 en eindigde op 29 mei 2020.
01 mei — 03 mei 2020
Ik zag dat er in de chat gesproken werd over “TP". Uit de chat komt naar voren dat hiermee transport bedoeld wordt. Uit het gesprek blijkt verder dat [accountnaam 2] het transport regelt. [4]
06 mei — 15 mei 2020
Vervolgens gaat het gesprek weer verder over het transport. Hierbij stelt [accountnaam 1] diverse vragen aan [accountnaam 2] met betrekking tot het transport. [accountnaam 2] geeft aan dat het transport al acht jaar goed gaat en dat zijn zwager en zijn mensen elke 8 a 10 dagen mee doen bij het transport. [accountnaam 2] zegt over het verpakken: “Dubbel vacuum maat en na eerste vacuum 1 maal schoonmaken met dettol”. [5]
Er wordt gezegd dat er in Nederland betaald moet worden als het afgegeven is aan de overkant. Tevens wordt er gesproken over een chemische deklading.
Vervolgens vraagt [accountnaam 1] aan [accountnaam 2] of hij een keuken heeft om te wassen. Dat hij elke week 350 stuks heeft voor het komende half jaar. Hij geeft aan dat hij het heeft liggen en zo kan ‘afgooien' voor sample. [accountnaam 2] geeft aan dat de “keta” niks is geworden en dat hij gaat vragen voor de wasserij.
Op 15 mei 2020 wordt er een afspraak gemaakt bij de parkeerplaats van de Aldi bij IJsselstein. Uit de gesprekken blijkt dat er een fysieke ontmoeting tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 2] heeft plaatsgevonden.
17 mei - 20 mei 2020
Op 17 mei 2020 vraagt [accountnaam 1] aan [accountnaam 3] of hij weet wanneer het eerstvolgende transport is en dat zij dan willen starten. [accountnaam 1] zegt dat het transport vrijdag en maandag is. Vervolgens vraagt [accountnaam 1] of er nog plek is op het transport. [accountnaam 3] geeft aan dat hij dit woensdag weet. Op woensdag 20 mei 2020 vraagt [accountnaam 1] aan [accountnaam 3] of hij al weet hoeveel stuks er mee kunnen. In onderstaande chat valt te lezen dat [accountnaam 2] hierop zegt dat er nog 14 mee
kunnen. Vervolgens wordt er nader ingegaan op de details van het transport. [accountnaam 2] zegt dat dit transport puur geregeld is voor zijn zwager en dat de ‘plekken’ die eventueel over blijven gevuld kunnen worden. Tevens wordt er gesproken over hoe het verpakt moet worden. [6]
21 mei 2020
Op donderdag 21 mei 2020 werd er gesproken over de wijze waarop de blokken verpakt moeten worden.
Vervolgens wordt er gesproken over de locatie en wijze waarop de blokken afgegeven worden. [accountnaam 2] verstuurd hierbij een token welke [accountnaam 1] moet gebruiken om de spullen af te geven. Er wordt een afspraak gemaakt bij op het [adres] te [woonplaats] bij de Jumbo Supermarkt aldaar. [accountnaam 2] heeft contact met zoals hij het noemt ‘een kort oud italiaans mannetje’ die de blokken ophaalt bij een contact van [accountnaam 1] in de auto. [accountnaam 1] zegt namelijk in het gesprek dat hij het door gaat geven en later dat hij door heeft gekregen dat de overdacht gelukt is. [7]
Vervolgens wordt er gesproken over andere zaken. Zo geeft [accountnaam 2] aan dat hij morgen met [accountnaam 1] wil afspreken om het te hebben over Vlissingen. [accountnaam 1] zegt dat Vlissingen lastig is en dat hij wel uithaal heeft op het vliegveld in Frankfurt. [accountnaam 1] geeft daarnaast aan dat het mooi zou zijn als ze volgende week 30 of 40 stuks kunnen gooien. Hij geeft aan dat die mensen echt gas willen geven en dat de eigenaar in Mexico zit en hun hier dingen laat regelen. [accountnaam 2] vraagt aan [accountnaam 1] of hij kan vragen of Turkish Airline cargo vanaf Bogota daar aan komt. Tevens wordt er gesproken over het ‘zetten’ op Turkish Airlines richting Maastricht met bloemen en wordt er gesproken over ‘uithaal’ en ‘gepakt’ worden. [8]
22 Mei
Op vrijdag 22 mei 2020 vraagt [accountnaam 1] aan [accountnaam 2] of hij al weet of het onderweg is en hij weet in welke plaats/omgeving het opgehaald moet worden. [9] [accountnaam 2] geeft aan dat hij elk moment wat kan horen en dat de plaats ruim van te voren wordt aangegeven waar het opgehaald kan worden. Later geeft [accountnaam 2] aan dat ‘hij’ vertrokken is maar dat hij geen rechtstreeks contact met de chauffeur heeft.
Later geeft [accountnaam 1] wederom aan dat hij graag iets hoort over de oversteek en vraagt hij wanneer ‘hij’ aankomt in de nacht of avond en wanneer ze dan de spullen eruit moeten halen. [accountnaam 2] geeft aan dat het morgen wordt.
Even later vraagt [accountnaam 1] wederom aan [accountnaam 2] of hij iets weet van de oversteek. [accountnaam 2] geeft aan dat hij niet elke twee uur kan vragen omdat hij anders verwijdert wordt.
23 Mei [10]
Hierop ontstaat onderstaande chat tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 2] over het transport en het ophalen. Hierbij geeft [accountnaam 1] wederom aan dat het top zou zijn om volgende week 30 of 40 stuks te kunnen doen. [accountnaam 2] zegt hierop: “ja als er ruimte is gaan we er op maat”. [11]
24 Mei
Op zondag 24 mei 2020 vraagt [accountnaam 1] aan [accountnaam 2] om hem van informatie te voorzien die hij nodig heeft zodat er niks verkeerd gaat vandaag. Hierop reageert [accountnaam 2] niet. [accountnaam 1] geeft vervolgens aan dat het echt vervelend begint te worden en dat de communicatie dramatisch is. Hij geeft aan dat hij er hoofdpijn en stress van krijgt. Tevens zegt hij tegen [accountnaam 2] : “Jezussss hey. Als je scherm het niet doet tekst me dan op sky. Ik kan wel zien alleen niet antwoorden.
Yooooooo?????????? Gast, op zo’n dag zorg dat je actief bent. En niet pas in de middag gaat tekstwn”.
Hierop reageert [accountnaam 2] : “He maat wachten nog steeds op contact maat me maat begint ook al te trippen zit er met 80 op. Aub aub geduld maat”.
[accountnaam 1] geeft aan dat hij het niet meer volgt en dat er gewoon duidelijke afspraken gemaakt moeten worden over tijd en locatie. Hij vraagt of ze nu wachten op het antwoord van de chauffeur. [accountnaam 2] geeft aan: "Oversteek was goed maat normaal gesproken hadden we al adres gehad is wel eens vaker gebeurd dit dat er geen contact is dus Laten we gewoon positief blijven aub. Ze hebben me vriend ook nog niet gelost die zit met 80 erop maat".
Vervolgens vindt onderstaande chat plaats. [accountnaam 2] geeft aan dat er nog niets is geleverd aan handel en reguliere handel en dat als het fout is gegaan er papieren komen. [accountnaam 2] geeft nogmaals aan dat zijn maat er met 80 op zit. [accountnaam 1] geeft aan dat hij Mexico en Dubai in zijn nek heeft en dat informatie gewaardeerd zou worden. Daarbij wil hij graag informatie over de chauffeur en het bedrijf. [accountnaam 2] zegt dat hij moet wachten. [accountnaam 1] zegt dat onder andere dat die man 6 miljoen aan boord had en “Die chauff moet met zn hoofd in een bak water als hij het vertikt te reageren".
In de chat wordt er gevraagd of de chemische deklading wel geleverd is. Hierop reageert [accountnaam 2] door te zeggen dat er nog niks is geleverd aan handel of reguliere handel. Tevens zegt hij dat zijn “maat er met 80 op zit en ook begint te trippen". Daarnaast wordt er door [accountnaam 1] gesproken over zes miljoen en dat hij mensen vanuit Mexico en Dubai in zijn nek heeft. [12]
25 Mei
Op maandag 25 mei 2020 zoekt [accountnaam 1] wederom contact met [accountnaam 2] . [13]
[accountnaam 1] geeft aan dat hij het vreemd vind dat het transport al acht jaar goed gaat. Hij geeft aan dat het vreemd is dat er zaterdag nog contact is geweest met het transport. Hij vraagt hoe hij is gepakt en of de truck in beslag genomen is. Tevens zegt hij dat hij denkt dat hij geript is: “Dus kom net info want die mensen zijn witheet.. Ik snap niet hoe dit fout is gegaan. Dit gaat niet zo maat, we moeten gewoon aan tafel gaan.. Want het verhaal is te vaag. Komt nooit goed zo. Klopt geen reet van maat. Zaterdag is er nog cobtact met tp. En ineens is ie gepakt. Hoe dan.. Krijg bijna gevoel alsof ik 14 blokken heb afgegeven en geript [verdachte] . Zit al 3 dagen te wachten en weten nu pas dat ie gepakt is". [14]
[accountnaam 2] vraagt aan [accountnaam 1] of hij nog gevraagd had voor Vlissingen. Later vraagt [accountnaam 1] of [accountnaam 2] : "Heb je eventueel havenmeester rdam. Of ergens. Met lijsten van bulkschepen. Die oa in colo aanmeren. Ik kan met [contact 5] die schepen vullen”. [15]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op vrijdag 12 maart 2021 deed ik onderzoek naar het account [accountnaam 1] in de zogenoemde 'Encro-chat'. Uit de Encro-chat blijkt verder dat [accountnaam 1] 15 verschillende tegencontacten heeft. In voornoemde chats werd er veelvuldig gesproken over de handel in verdovende middelen. [16]
In bovenstaande chat werd er door [accountnaam 1] meerdere malen gesproken over een transport naar Engeland. Hierbij werd er gesproken over 14 stukken. Tevens werd er door [accountnaam 1] in bovenstaande chat meerdere malen gesprekken uit een chat tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] doorgestuurd. Dit ging onder andere over andere over aantallen, wijze van verpakking en details met betrekking tot het transport.
Zo zei [accountnaam 4] : "Laat maar hij brengt 14 blokken voor 14.00 uur. Ze vragen hoeveel er nu op tp zitten en de route. Wil weten hoe ze gaan en lading etc."
Op basis van bovenstaande chat komt naar voren dat [accountnaam 1] kennelijk vaker betrokken is bij de transport van blokken. Zo zij [accountnaam 1] : "Maat, luister. Heb je wel eens spullen op een tp gegooid? Ik heb nog nooit meegemaakt dat alles vlekkeloos verloopt. Nog nooit, met alles met blokken. Het is altijd iets snapje. Als hun mij teksten met alles geef ik het door''. Daarnaast werd er gesproken door [accountnaam 1] over 'uithaal' in Vlissingen. Zo zei hij: "Die mensen zijn sowies afhankelijk van mij maat, hun willen namelijk uithaal vlissingen hebben en die heb ik. Nu vragen ze allemaal om". In het eerder benoemde gesprek tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] werd er door [accountnaam 2] gevraagd naar uithaal in Vlissingen. [17]
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Ik zag dat het een contact betrof tussen [telefoonnummer] , zijnde het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] en [telefoonnummer] zijnde het telefoonnummer in gebruik bij [A] .
In het kort gaat een groot gedeelte van het contact over het feit dat [medeverdachte 2] amper tot geen contact krijgt met [contact 1] (zijnde [medeverdachte 2] ) en zwager (zijnde [medeverdachte 1] ). Het contact lezende lijkt het te gaan over de handel van een partij verdovende middelen tussen enerzijds [medeverdachte 2] en anderzijds [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zouden met elkaar in contact [18] zijn gekomen door toedoen van [A] (zijnde de oom van [medeverdachte 2] ).
3 juni 2020
[medeverdachte 2] Ik heb afspraak met die mensen
Om 16:00 zei hij dat
Heb die afspraak “zo"
[A] Hij had zn zwager ook nog niet gesproken zei hij
[medeverdachte 2] En [contact 1] wijst naar zwager
Die zegt weet van niks
Zijn geen mannen echt niet [19]
[A] [contact 1] zegt mn zwager wil alle info hebben en dan op tafel leggen en dat begrijp
ik wel soms is rust beter dan stress he.
Als [contact 1] op mn berichtje reageerd hoorje me morgen wel even
[medeverdachte 2] : Ik heb hem ook gestuurd op Signal*
Geen gehoor
[A] Zal morgen wel zijn
*In de telefoon van [A] stond een contact [contact 1] opgeslagen. Gekoppeld aan deze naam was het telefoonnummer [telefoonnummer] (zijnde het telefoonnummer in gebruik bij de hierboven beschreven [medeverdachte 2] ). Naar aanleiding van dit bericht keek ik tevens naar de berichten in signal tussen [contact 1] en [A] . Hieruit bleek dat [A] op 3 juni 2020 aan [contact 1] de volgende berichten stuurde:
[medeverdachte 2] Yo
Er zijn problemen
Heb die mensen gezien, die kwamen net naar mij. Gesprek was 1 groot drama.
Ze hebben jouw zwager getekst
Omdat hij weer niet reageert en weer z’n afspraken niet na komt
Hebben ze hem verantwoordelijk voor gesteld
Er moeten 14 stuks komen of geld. Asap.
Ik heb er alles aan gedaan, ik heb dit willen voorkomen maar het gevoel alsof ik niet serieus genomen wordt.
4 juni 2020
[medeverdachte 2] Heb je nog iets gehoord’? Ik helemaal 0.
[A] Hij stuurde net een berichtje dt hijvanmiddag naar zn zwager toe zou gaan
[medeverdachte 2] Als hij wil dat we onderling regelen moet hij adres geven, dan regelen we het onderling. Wat er nu gebeurd is dat we 0 contact hebben en geen reactie krijgen.
Dus heel makkelijk gezegd door hem, als er stront aan de knikker is z’n handen er at trekken maar z’n zwager is zijn man!
Dus hij net zo goed verantwoordelijk, aangezien hij verhaal heeft aangeboden. Als z’n zwager man is reageert ie en houdt hij ons op de hoogte, nu zijn de problemen niet te overzien door hem zelf.
Of hij heeft z‘n eigen mensen niet in de hand en krijgt geen info (dan moet hij dat zeggen)
Of hij heeft schijt aan ons
Dat 2e is het enige wat m’n mensen geloven
[A] Hij zei ik ga contact opnemen
[medeverdachte 2] Oke
Dat zei z’n zwager?
[A] Yep
[medeverdachte 2] Niemand reageert op mij he
Ik word er helemaal lijp van
[contact 1] niet
Z’n zwager niet
Niemand [20]
Die hebben ons gewoon geript
Die mensen zeggen nu jij mag alvast ff 7 stuks afrekenen krijg je terug als bewijs er is
Wat een gezeik zeg [21]
Verbalisant [verbalisant 4]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op maandag 4 januari 2021 deed ik verbalisant onderzoek in de telefoon van [verdachte] . Ik zag dat er chatgesprekken in de telefoon stonden welke middels de applicatie: *Signal gestuurd waren tussen contacten [medeverdachte 2] (zijnde [verdachte] ) met telefoonnummer [telefoonnummer] en [A] met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Ik zag dat er over een periode van 3 juni tot en met 17 november chatgesprekken zichtbaar waren tussen [verdachte] en [A] . [22]
Ik verbalisant heb alle chatberichten gelezen en een samenvatting van de belangrijke gesprekken hieronder weergeven. [23]
4 juni 2020
[medeverdachte 2] heeft het vervolgens over dat hij die [contact 4] gesproken heeft voor een mega verhaal dat het wel gaat worden. Het luchtruim moet open aan de overkant en hij heeft uithaal. Eerst 1000 dan 3000 dan 5000 stuks elke maand van [contact 5] kartel. [24]
14 juni 2020
[medeverdachte 2] vraagt aan [verdachte] een loods voor uithaal van 5 meter hoog voor volgende week met spoed. [medeverdachte 2] wilt deze loods in Brabant of omgeving van Breda. [medeverdachte 2] geeft aan dat er 2 busjes in moeten kunnen en een vrachtwagen met de deur dicht. [25]
1 oktober 2020
[medeverdachte 2] stuurt een bericht aan [verdachte] met de vraag of hij iemand kent die een IBC kan ophalen in Sleeuwijk en naar de stort kan brengen. [medeverdachte 2] stuurt een foto van een kunstof container op pallet. [verdachte] vraagt wat er in heeft gezeten. [verdachte] zegt dat hij alleen nat gespoten moet worden met water van binnen maar dat hij al schoon gemaakt is en dat hij al lang leeg is. [26]
2 oktober 2020
[medeverdachte 2] vraagt aan [verdachte] hoe het is en of hij mensen kent in haven Oosterhout omdat er een volle bak ligt. [medeverdachte 2] vraagt of [verdachte] het wil regelen omdat hij zelf geen tijd heeft. [verdachte] vraagt of [medeverdachte 2] een tp heeft. [medeverdachte 2] geeft aan dat het een uithaal is, dat de container open is en ze niet weten waar hij precies staat. [medeverdachte 2] vraagt of [verdachte] mensen kent want dan kunnen ze goed eten. [27]
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
In aanvulling op het reeds opgemaakte proces-verbaal van bevindingen MD2R020234-81 met betrekking tot de applicatie 'Signal' zag ik een gesprek tussen [telefoonnummer] [medeverdachte 2] ( [verdachte] ) en een persoon die aangeduid werd met ' [contact 2] '. [28]
15 juni 2020
[contact 2] vraagt of [medeverdachte 2] hem nog had gesproken. [medeverdachte 2] zegt van wel en stuurt onderstaande screenshot door. Hierin wordt gesproken over pin, uithaal en loods is geregeld. Dus als hij hem toevoegt kan hij het vragen. [29]
16 juni 2020
[medeverdachte 2] zegt dat die man hem contact over die plek die [contact 2] nodig heeft.
[contact 2] vraagt of ze hem kunnen checken en zo vroeg mogelijk dan bericht hij die jongens.
[medeverdachte 2] vraagt of [contact 2] aan petje kan vragen voor 2 potjes vloeibare Xanax omdat 1 raar over komt en de 2e kan ook voor de 2e klus. [30]
17 juni 2020
[contact 2] zegt dat ze snel wat moeten kopen in maroc. Als de krachten gebundeld blijven moet het goed komen. [medeverdachte 2] zegt dat de prijzen daar ook hard omhoog gaan zo had hij gehoord. [31]
18 juni 2020
(de rechtbank begrijpt 19 juni 2020)
[medeverdachte 2] vraagt of [contact 2] 2 miauw miauw kwijt kan. [32]
27 juni 2020
[medeverdachte 2] zegt dat ze elke week 10 stuks olie vragen. [contact 2] betaald 700 bij zijn man. [medeverdachte 2] biedt het ze aan voor 750.
[medeverdachte 2] zegt dat die dikke, ' [contact 6] ' vraagt of er uithaal is in Rotterdam. Vanaf waar ze werken en wat ze willen. Dat hij op antwoord wacht, maar dat hij dat dan weet. [contact 2] vraagt welke [contact 6] hij bedoelt. [medeverdachte 2] zegt die mongool. [contact 2] antwoord aah ' [naam] '.
[medeverdachte 2] zegt dat hij wel werkers aan tafel zet dus is hij wel benieuwd. [contact 2] vindt het geen probleem, zij zijn ook werkers. Daarom, zegt [medeverdachte 2] , Ecuador, Colombia, Costarica, die landen.
Wat het beste is doen en hij zal [contact 2] wel die naam geven van diegene, kunnen ze elkaar toevoegen. En geeft de code ' [code] ' door. [33]
27 juli 2020
[medeverdachte 2] zegt dat [contact 3] zegt naaldjes voor 5700. Dat er iets ligt en of zij er iets mee kunnen. Of dat ' [contact 4] ' er misschien iets mee kan. [contact 2] gaat hem vragen.
' [contact 3] ' had tegen [medeverdachte 2] gezegd dat als zij goedkoper konden, dan konden zij ook zaken doen. [medeverdachte 2] vond het ook wel een beetje vaag.
[medeverdachte 2] hoopt echt dat zij die klus van die ' [contact 4] ' krijgen. Daarna nooit meer kruimels. [contact 2] doet zijn best, het wordt een moeilijke klus. [34]
28 juli 2020
[medeverdachte 2] zegt dat ' [contact 3] ' een prijsje moet hebben voor poeder, Ket, 10 stuks. [contact 2] vraagt welke suijer, heeft geen poeder. Die mongool uit Vianen wel zegt [medeverdachte 2] . [35]
15 augustus 2020
[medeverdachte 2] zegt dat ' [contact 3] ' vraagt om prijs van 'ice', 20 in de week. [contact 2] heeft nu niet, die rotzooi is duur geworden. [medeverdachte 2] moet ook 5000 tikkies hebben, pillen, 220 netto. [contact 2] gaat rondvragen als hij weer wat hij (opm: 3e persoon) wil betalen. [36]
16 augustus 2020
[medeverdachte 2] zegt dat hij (3e) die ice wel graag wil fixxen. Maar dat die prijzen sky high zijn nu. [contact 2] zegt dat als hij (3e) een flutbedragje wil halen dat hij dan niet eens gaat. Die dingen zijn schaars en hij heeft het ook niet in zijn tuin gestald liggen. [37]
3 september 2020
[medeverdachte 2] vraagt of [contact 2] nog 'M' heeft . Een kennis zoekt 20 stuks max €850 betalen per stuk. [contact 2] zegt laat hem verder zoek en zeg m succes!!! Er is niet aan te komen en helemaal niet voor die prijs. [38]
28 september 2020
[contact 2] vraagt of [medeverdachte 2] een bakwagen met laadklep kan regelen. [medeverdachte 2] moet even kijken. Hij heeft geen contact meer met die mensen die regelen. [contact 2] zegt dat het voor 1 x is en dat hij [39] straks nog hoort van hoe of wat. [medeverdachte 2] zegt dat het lastig wordt om regelen, alleen als hij zelf rijdt. [contact 2] heeft al wat geregeld. [40]
2 oktober 2020
[medeverdachte 2] vraagt of er gewerkt gaat worden. [contact 2] denkt van niet want die uithaal is lastig. Denkt dat hij gewoon gasten moet sturen. [medeverdachte 2] vraagt of hij iets moet doen want dan komt hij uit bed. [contact 2] zegt dat dat niet hoeft. [41]
27 oktober 2020
[medeverdachte 2] zegt dat ' [contact 3] ' vraagt om 100.000 rondjes, 200 geslagen en of hij een prijs kan maken. [contact 2] heeft niet. [42]
14 november 2020
[medeverdachte 2] zegt dat die rotterdammer 1 stuk ice kwijt wil voor de prijs van 10, staat op 12. [contact 2] kan er niets mee. [43]
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
In aanvulling op het reeds opgemaakte proces-verbaal van bevindingen MD2R020234-81 met betrekking tot de applicatie 'Signal' zag ik een gesprek tussen [telefoonnummer] [medeverdachte 2] ( [verdachte] ) en een persoon die aangeduid werd met ' [contact 7] '.
13 juni 2020
[medeverdachte 2] zegt tegen [contact 7] dat hij voor aankomende week een loods nodig heeft. Maar dat hij vandaag info moet geven. [contact 7] vraagt waar hij een loods moet hebben. Brabant sowieso zegt [medeverdachte 2] , komt van Antw. Moet met een heftruck, vrachtwagen helemaal binnen en twee busjes. [contact 7] gaat het regelen. [medeverdachte 2] zegt dat ze z.s.m. willen kijken, borg geven en sleutel. Twee dagen ervoor komen ze twee pallets brengen. Dan moet er een heftruck zijn. [44]
14 juni 2020
[contact 7] zegt dat hij het geregeld heeft, Kerkdriel, loods waar vrachtwagen in kan, met heftruck en vraagt of het in tassen zit. [medeverdachte 2] zegt van niet en dat ze twee dagen van tevoren pallets komen brengen. Hij denkt dat het in een systeem zit. [contact 7] zegt dat hij een loods voor hem heeft in Kerkdriel en vraagt wat ze betalen en vraagt om hoeveel stuks het gaat. [medeverdachte 2] zegt dat het via die Mocro gaat die [contact 7] zou zien.
[medeverdachte 2] zegt dat ze sowieso eten, had al gezegd dat hij voor een spoed klus wil eten. Hij denkt tussen de 60-80k.
[medeverdachte 2] zegt dat die mensen sowieso goed betalen. Hij heeft al een keer voor ze gewerkt.
[medeverdachte 2] zegt dat die mensen hun handel zelf al hebben aangeboden, ze hebben
vaste klanten net als hun. [medeverdachte 2] vindt het teveel, zijn maat en hij moeten ook eten. Het is een uurtje werk, even gassen en weg, letterlijk binnen trekken, chauffeur weg en busjes weg. [45]
19 juni 2020
[contact 7] heeft twee stuks 'miauw miauw' of [medeverdachte 2] deze kwijt kan. [46]
25 juni 2020
[medeverdachte 2] heeft 5 x A nodig, vandaag ophalen en verkocht voor 700. [medeverdachte 2] vraagt of dat gaat lukken want hij [47] heeft elke week wel liters nodig. Ze wilden nu 5 liter kopen. [medeverdachte 2] had gezegd van 700, maar ze wilden het voor half 6 weten anders haalden ze het ergens anders. [contact 7] krijgt geen contact met Ali. [48]
30 juni 2020
[medeverdachte 2] zegt dat die spullen binnen komen, woensdag hoort hij precies wanneer. Prijs 26k blijft hetzelfde, kunnen ze die gelijk weg stoten. Die broeder wil 1 geven als test en dan per 5 afgeven. [49]
1 juli 2020
[contact 7] vraagt of hij toevallig die stempel al heeft. [medeverdachte 2] heeft dat nog niet en hoort vandaag wanneer het exact binnen komt. Die man had ook gezegd dat als hij het netjes deed, hij ze dan altijd mocht stoten. [contact 7] gaat die man laten zien dat hij werkt met zijn eigen groep, binnen 1 dag weg en meteen 'pap'. [50]
6 juli 2020
[medeverdachte 2] zegt dat de prijzen omhoog zijn gegaan dus hij moet sowieso even nieuwe afspraken maken met hem.
[medeverdachte 2] vraagt of hij nog een prijs van Ali had gekregen voor die 'A olie'. [51]
7 juli - 18 juli 2020
[medeverdachte 2] vraagt of [contact 7] over 2 dagen, 20 liter 'A' kan regelen. Het gesprek gaat verder over het regelen van 'A', hoeveel het moet gaan kosten en wat er nodig is. [52]
[medeverdachte 2] heeft het er over dat de aankomst datum zondag is, dat had hij gezegd. [contact 7] vraagt of het van die 16 is. [medeverdachte 2] beaamt dit. [contact 7] stoot alles vanaf daar weg, hij is nog in Spanje.
[contact 7] vraagt of die dingen niet meer zijn aangekomen. [medeverdachte 2] zegt 19 juli in Dover, daar blijft hij 1 of 2 dagen, hoort hij direct Rotterdam of 1 dag Vlissingen er tussen. [53]
15 augustus 2020
[medeverdachte 2] vraagt of dat [contact 7] aan Ali chemi kan vragen voor 'ice'. [54]
3 september 2020
[medeverdachte 2] stuurt een bericht door van iemand die aangeeft dat naar de dominicanen vliegen nog steeds niet mogelijk is voor die rondjes. Zijn spullen zijn van boord maar er liggen op de terminal nog elke dag 100% controles. [55]
11 september 2020
[medeverdachte 2] stuurt een screenshot van een app gesprek met 'kalerobocop' door. Hierin zegt hij dat die spullen niet van het RST terrein af komen en er nog 100% controles zijn. Hij is ook niet blij er zit 65 k van hem en 65 van zijn maat in. Hij gaat geen onnodige risico's nemen. [56]
26 oktober 2020
[medeverdachte 2] zegt dat iemand een loods vraagt voor uithaal regio Rotterdam alleen wel voor 2 dagen is een hele klus. [contact 7] kent niets. [57]
Verdachteheeft ter terechtzitting van 22 juni 2021 onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
U vraagt mij of [accountnaam 1] mijn account was. Ja, dat was mijn account.
Verdachteheeft in een brief onder meer het volgende geschreven, zakelijk weergegeven:
Ik wil graag via deze weg duidelijk maken dat de 14 kilo coke niet van mij is. Hoe erg ik ook probeerde hun met elkaar in contact te brengen, [medeverdachte 1] ontweek dit en communiceerde alleen via mij. Uiteindelijk zou [accountnaam 4] langs gaan bij [verdachte] om verhaal te halen. Hij vroeg of ik wilde gaan omdat hij niet kon.
Toen stapte [medeverdachte 1] naar achteren en schoot mij neer. [58]
Bewijsoverwegingen
Deze bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud betrekking hebben.
Door de verdediging is aangevoerd dat de politie op onrechtmatige wijze toegang heeft verkregen tot de telefoon van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de stukken zoals deze zich in het dossier bevinden geen aanleiding geven om te vermoeden dat de informatie uit de telefoon van verdachte op onrechtmatige wijze is verkregen. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
Zoals reeds uit voornoemde weergave van de bewijsmiddelen blijkt, is de rechtbank, anders dan de raadsvrouw, van oordeel dat er sprake is van voldoende wettig bewijs. De chats zoals die zijn aangetroffen op de telefoon van verdachte staan immers niet op zichzelf, maar vinden verankering in de TCI-informatie en de omstandigheid dat de schietpartij waarvan verdachte het slachtoffer is geworden, het directe gevolg is van het ‘zoekraken’ van de partij van 14 kilo cocaïne waarbij verdachte betrokken was.
Voor wat betreft het verhandelen van de 14 kilo cocaïne zoals onder 1 is ten laste gelegd, merkt de rechtbank verdachte aan als medepleger. Verdachte was degene die partijen met elkaar in contact heeft gebracht en was vervolgens ook de spil in de gehele deal. Dit blijkt onder meer uit de omstandigheid dat verdachte erop werd aangesproken dat de partij was zoekgeraakt en dat hij degene is geweest die verhaal ging halen bij [medeverdachte 2] . Verdachte heeft kortom nauw en bewust met zijn mededaders samengewerkt.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat zij de verdediging niet volgt in het standpunt dat er geen sprake is geweest van ‘done deals’ en dat verdachte eigenlijk alleen maar informatie heeft doorgesluisd, zonder er daadwerkelijk iets mee te doen. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig op grond van onder meer de details van de chats, het korte tijdsverloop tussen de reacties en het verloop van de chats, waarbij er werd teruggekoppeld over of gerefereerd werd aan ondernomen acties. Dit alles in samenhang bezien met de rest van het dossier en in het bijzonder de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen ten aanzien van het transport van de 14 kilo cocaïne, maakt dat dit verweer wordt verworpen.
Gelet op alle hiervoor genoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien en in het licht van de geschetste duiding van begrippen en context zoals door de verbalisanten gerelateerd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte ongeveer 14 kilo cocaïne heeft afgeleverd zoals onder 1 is ten laste gelegd en zich bezig heeft gehouden met diverse voorbereidingshandelingen ten behoeve van het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en binnen en buiten het grondgebied van Nederland brengen van verdovende middelen in de zin van de Opiumwet zoals onder 2 is ten laste gelegd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 21 mei 2020 te Beuningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft
afgeleverd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne (ongeveer 14 kilo) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 2
op meerdere tijdstippen in de periode gelegen tussen 1 mei tot en met 14 november 2020 te Woudrichem en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren
en binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden cocaïne en MDMA en amfetamine en methamfetamine, in elk geval telkens middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en te bevorderen,
- anderen heeft getracht te bewegen om die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid en middelen en inlichtingen te verschaffen,
- zich en anderen gelegenheid, middelen, inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen,
-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en gelden of andere betaalmiddelen voorhanden gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers heeft hij verdachte, tezamen en in vereniging met anderen:
- geld en verpakkingsmateriaal en opslagruimte bestemd voor het bestellen, vervoeren, opslaan, verbergen, verpakken, bewerken, verwerken, afleveren, verstrekken, kopen, verkopen, financieren van eerdergenoemde harddrugs voorhanden gehad en
- ( telefonische) contacten en ontmoetingen en besprekingen en afspraken gehad en gemaakt met transporteurs, financiers, afnemers, verkopers, tussenpersonen, verleners van hand- en spandiensten en anderen met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, export, import, levering, betaling, koop, verpakking, verhulling met deklading, uithaal, opslag en het vervoer van eerdergenoemde harddrugs en
- eerdergenoemde personen voorzien van informatie en opdrachten en geld en een (tijdelijke) opslag- en verblijfplaats ten behoeve van het vervoeren, opslaan, verbergen, verpakken, bewerken, verwerken, afleveren, verstrekken, kopen en financieren van eerdergenoemde hoeveelheid harddrugs en
- tot vorenomschreven feiten opdracht gegeven en daartoe hand- en spandiensten verricht.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat het onder het voorlaatste aandachtstreepje onder 2 tenlastegelegde vermelde heroïne een evidente schrijffout betreft en moet worden gelezen als harddrugs. Nu de verdediging hierop geen verweer heeft gevoerd, merkt de rechtbank deze vermelding aan als een kennelijke verschrijving en zal de rechtbank de tenlastelegging in zoverre verbeterd lezen. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 en 2:
eendaadse samenloop van:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod,
en
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en zich of een ander gelegenheid, middelen, inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen, gelden, andere betaalmiddelen voorhanden hebben waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 5 jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie, gelet op soortgelijke zaken, te hoog is. De raadsvrouw heeft voorts verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het afleveren van ongeveer 14 kilo cocaïne en het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de handel in cocaïne, MDMA, amfetamine en methamfetamine. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. Dit gevaar heeft zich in de onderhavige zaak ook daadwerkelijk verwezenlijkt doordat verdachte naar aanleiding van een conflict omtrent het onder 1 bewezenverklaarde op klaarlichte dag, midden in een woonwijk, met een vuurwapen is geschoten in zijn been. De verdachte heeft kennelijk geen oog gehad voor de gevolgen van zijn handelen en was slechts uit op eigen financieel gewin. De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 6 april 2021 waaruit blijkt dat verdachte recentelijk niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten als de onderhavige.
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte ook kennisgenomen van een rapport van Reclassering Nederland van 9 april 2021, opgemaakt door M.S. Gönen, reclasseringswerker. Uit dit rapport volgt dat de reclassering het risico op recidive niet heeft kunnen inschatten omdat verdachte niet inhoudelijk over de tenlastelegging heeft gesproken met de reclassering. Hoewel er door de reclassering een aantal duidelijke criminogene factoren aanwezig worden geacht, ziet de reclassering geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te kunnen beperken. De reclassering adviseert dan ook verdachte een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Op te leggen straf
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor het afleveren van 10 tot 20 kilogram harddrugs uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 40 maanden.
De rechtbank houdt er in strafmatigende zin rekening mee dat er ten aanzien van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde sprake is van eendaadse samenloop.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest passend en geboden is en zal deze aan verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 21 november 2019 is verdachte veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke geldboete van
€ 700,00 en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen van 3 maanden.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen omdat de voorwaardelijk opgelegde straf is opgelegd voor andersoortige feiten.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen omdat de voorwaardelijk opgelegde straf is opgelegd voor andersoortige feiten.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop kan de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. De rechtbank zal hiertoe niet besluiten nu toewijzing van de vordering, gelet op de langdurige gevangenisstraf die de rechtbank voor de onderhavige feiten zal opleggen, niet opportuun wordt geacht. De rechtbank zal de vordering dan ook afwijzen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 10 en 10a van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 en 2 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 96/209740-19
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.C. Kool, voorzitter, mrs. H. den Haan en R.F. van Aalst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.S.A. Nahumury, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juli 2021.
Mr. Nahumury is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 mei 2020 tot en met 22 december 2020 te Woudrichem en/of elders in Nederland, in elk geval op 21 mei 2020 te Beuningen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne (in elk geval op 21 mei 2020 (ongeveer) 14 kilo) en/of heroïne en/of mdma en/of amfetamine en/of methamfetamine, (telkens) een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 mei tot en met 22 december 2020 te Woudrichem en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne en/of heroïne en/of MDMA en/of amfetamine en/of methamfetamine, in elk geval (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid, middelen, inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- geld en/of verpakkingsmateriaal en/of opslagruimte bestemd voor het bestellen, vervoeren, opslaan, verbergen, verpakken, bewerken, verwerken, afleveren, verstrekken, kopen, verkopen, financieren van eerdergenoemde harddrugs voorhanden gehad en/of
- ( telefonische) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) en/of (een) bespreking(en) en/of (een) afspra(a)k(en) gehad en/of gemaakt met een of meer transporteur(s), financier(s), afnemer(s), verkoper(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand- en spandiensten en/of ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, export, import, levering, betaling, koop, verpakking, verhulling met deklading, uithaal, opslag en/of het vervoer van eerdergenoemde harddrugs en/of
- een of meer van eerdergenoemd(e) perso(o)n(en) voorzien van informatie en/of opdrachten en/of geld en/of een (tijdelijke) opslag- en/of verblijfplaats ten behoeve van het vervoeren, opslaan, verbergen, verpakken, bewerken, verwerken, afleveren, verstrekken, kopen en/of financieren van eerdergenoemde hoeveelheid heroïne en/of
- tot vorenomschreven feiten opdracht gegeven en/of daartoe hand- en spandiensten verricht.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 27 december 2020, genummerd PL0900-2020206477 / PL0900-2020415619, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1123 en 1127A tot en met 1907A. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 98.
3.Pagina 791. De inhoud van de gesprekken is uitgeschreven en opgenomen op pagina 791 en 792.
4.Pagina 818. De inhoud van de geprekken is uitgeschreven en opgenomen op pagina 818 en 819.
5.Pagina 819. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 819 en 820.
6.Pagina 820. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 820 tot en met 821.
7.Pagina 822. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 822.
8.Pagina 823.
9.Pagina 824.
10.Pagina 825.
11.Pagina 826. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 826 tot en met 828.
12.Pagina 830. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 830 tot en met 832.
13.Pagina 832.
14.Pagina 833. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 833 tot en met 836.
15.Pagina 841.
16.Pagina 1635A.
17.Pagina 1717. De inhoud van de gesprekken is uitgeschreven en opgenomen op pagina 1635A tot en met 1717.
18.Pagina 742.
19.Pagina 743.
20.Pagina 744.
21.Pagina 745.
22.Pagina 157.
23.Pagina 159.
24.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en op genomen op pagina 168.
25.Pagina 160. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 175.
26.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 187.
27.Pagina 161. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 188.
28.Pagina 371.
29.Pagina 372. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 385.
30.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 386.
31.Pagina 373. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 387.
32.Pagina 374. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 390.
33.Pagina 379. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 402 en 403.
34.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 410.
35.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 410.
36.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 411.
37.Pagina 380. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 411 tot en met 413.
38.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 415.
39.Pagina 381.
40.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 416.
41.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 417.
42.Pagina 382. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 421.
43.Pagina 383. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 422.
44.Pagina 449. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 455.
45.Pagina 450. De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 455 tot en met 459.
46.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven opgenomen op pagina 464.
47.Pagina 451.
48.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 468 en 469.
49.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op 469.
50.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 469 en 470.
51.De inhoud van het gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 473 en 474.
52.Pagina 452.
53.De inhoud van deze gesprekken is uitgeschreven en opgenomen op pagina 474 tot en met 482.
54.De inhoud van dit gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 482.
55.De inhoud van dit gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 484.
56.De inhoud van dit gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 484 en 485.
57.Pagina 454. De inhoud van dit gesprek is uitgeschreven en opgenomen op pagina 491 en 492.
58.Een ander geschrift, betreffende een door verdachte geschreven brief, los bijgevoegd.