Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- proces-verbaal verkeersongevallenanalyse, de analyse van de tachograaf met betrekking tot de snelheid van de vrachtwagen Mercedes-Benz;
- proces-verbaal verkeersongevallenanalyse, de conclusies met betrekking tot de verkeersregelinstallatie;
- verdachte reed met een door hem bestuurde vrachtauto op een busbaan, terwijl hij daarvoor geen ontheffing had;
- verdachte een verkeerslicht negeerde dat al 53 seconden rood licht uitstraalde;
- verdachte met een snelheid van ongeveer 46 km/u het kruispunt op reed;
- verdachte hierbij in botsing kwam met een overstekende auto, bestuurd door [slachtoffer] , in wiens rijrichting het verkeerslicht reeds minimaal 20 seconden groen licht uitstraalde.
5.BEWEZENVERKLARING
,gemeente Utrecht, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (Mercedes-Benz), daarmede rijdende over de weg, Busbaan Rijnvliet en de kruising van die Busbaan Rijnvliet met de Strijkviertel, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk, onvoorzichtig en onoplettend,
- terwijl hij, verdachte, als bestuurder van voornoemd motorrijtuig (vrachtauto merk Mercedes-Benz), geen ontheffing had om te rijden op een busbaan
,-niet te stoppen voor een voor zijn rijrichting bestemd verkeerslicht dat reeds rood licht uitstraalde en
- onvoldoende zijn snelheid aan te passen naar de situatie ter plaatse en
- zich er (daarbij) niet van te vergewissen dat voornoemde kruising vrij was van (kruisend) verkeer en
- (daarbij
)geen voorrang te verlenen aan [slachtoffer] die voor hem, verdachte, op een motorrijtuig (Citroën) van rechts kwam en in wiens richting het verkeerslicht groen licht uitstraalde en
- vervolgens tegen het door [slachtoffer] bestuurde motorrijtuig (Citroën) te botsen,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood
;
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
first offenderis. Het ontbreken van relevante recidive heeft dan ook geen invloed op de straftoemeting.
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994,
10.BESLISSING
taakstrafvan
200 (tweehonderd) uren;
ontzegtverdachte ter zake van het onder primair bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van
12 (twaalf) maanden;
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
,- al dan niet terwijl hij, verdachte, als bestuurder van voornoemd motorrijtuig (vrachtauto merk Mercedes-Benz), geen ontheffing had om te rijden op een busbaan
,-niet te stoppen voor een voor zijn rijrichting bestemd verkeerslicht dat reeds rood licht uitstraalde en/of
- onvoldoende zijn snelheid aan te passen naar de situatie ter plaatse en/of
- zich er (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate te vergewissen dat voornoemde kruising vrij was van (kruisend) verkeer en/of
- (daarbij) geen voorrang te verlenen aan [slachtoffer] die voor hem, verdachte, op een motorrijtuig (Citroën) van rechts kwam en in wiens richting het verkeerslicht groen licht uitstraalde en/of
- (vervolgens) op/tegen het door [slachtoffer] bestuurde motorrijtuig (Citroën) te botsen/rijden,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood
;( art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
hij, op of omstreeks 30 oktober 2018 te De Meern, gemeente Utrecht, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (Mercedes-Benz), daarmee rijdende op de weg, Busbaan Rijnvliet en/of de kruising van die Busbaan Rijnvliet met de
Strijkviertel,
- al dan niet terwijl hij, verdachte, als bestuurder van voornoemd motorrijtuig (vrachtauto merk Mercedes-Benz), geen ontheffing had om te rijden op een busbaan,
- niet is gestopt voor een voor zijn rijrichting bestemd verkeerslicht dat reeds rood licht uitstraalde en/of
- zijn snelheid onvoldoende heeft aangepast naar de situatie ter plaatse en/of
- zich er (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate van heeft vergewist dat voornoemde kruising vrij was van (kruisend) verkeer en/of
- (daarbij) geen voorrang heeft verleend aan [slachtoffer] die voor hem, verdachte, op een motorrijtuig (Citroën) van rechts kwam en in wiens richting het verkeerslicht groen licht uitstraalde en/of
- (vervolgens) op/tegen het door [slachtoffer] bestuurde motorrijtuig (Citroën) is gebotst/gereden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(art 5 Wegenverkeerswet 1994)