ECLI:NL:RBMNE:2021:3227
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van rekening-courantvordering tussen aandeelhouders van een besloten vennootschap
In deze zaak vordert de besloten vennootschap [eiseres] B.V. betaling van een rekening-courantvordering van € 10.562,00 vermeerderd met 4% rente van de gedaagde partij, [gedaagde] B.V. De vordering is ontstaan uit een rekening-courantverhouding tussen de aandeelhouders van [eiseres]. [gedaagde] houdt 50% van de aandelen in [eiseres], terwijl de andere 50% wordt gehouden door [bedrijfsnaam 1] B.V., die sinds februari 2017 de enige bestuurder is van [eiseres]. De rekening-courantverhouding met [gedaagde] was nog niet opgeheven, terwijl die met [bedrijfsnaam 1] B.V. per 31 december 2020 was beëindigd.
Tijdens de procedure heeft [eiseres] gesteld dat de rekening-courantvordering per 31 december 2020 € 10.562,00 bedroeg, en dat deze vordering al in de jaarrekeningen van 2015 en 2016 was opgenomen. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat [eiseres] niet duidelijk heeft gemaakt hoe de vordering is ontstaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de jaarrekeningen over 2015 en 2016 heeft goedgekeurd, waarin de rekening-courantvordering was opgenomen. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de vordering niet bestaat of te hoog is.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, inclusief de gevorderde rente, en [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten zijn begroot op € 1.338,83, inclusief het salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op 21 juli 2021 door mr. A.F. Hermans, bijgestaan door mr. F.A.M. van Gils-Buiskool Toxopeus als griffier.