ECLI:NL:RBMNE:2021:3220

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
21/1273
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van het besluit

In deze zaak heeft eiser op 17 maart 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van een onbekende verweerder. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die in beroep gaat een kopie van het besluit waartegen beroep wordt ingesteld, in te dienen. Indien dit niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen, tenzij er geldige redenen zijn waarom het besluit niet is ingediend.

De rechtbank heeft eiser op 12 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit op te sturen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb.

De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat eiser geen gelijk krijgt en derhalve ook geen proceskostenvergoeding zal ontvangen. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is openbaar gemaakt op 6 juli 2021. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1273

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juli 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser,

en

Onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld op 17 maart 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar zij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 12 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar hij het niet mee eens is.
4. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
5. Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is uitgesproken op 6 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.