ECLI:NL:RBMNE:2021:322
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de gehele rechtbank Midden-Nederland en de wrakingskamer
Op 21 januari 2021 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de leden van de wrakingskamer en de gehele rechtbank Midden-Nederland in verband met een lopende procedure met zaaknummer 515678 HA/RK 21-6. Het verzoek tot wraking is gebaseerd op de stelling dat de onafhankelijkheid van de rechters niet gewaarborgd kan worden, omdat zij moeten oordelen over een collega. Verzoeker stelt dat de rechter in de onderliggende zaak de wet onrechtmatig interpreteert en dat meerdere rechters van de rechtbank Midden-Nederland beslissingen hebben genomen die voortkomen uit dezelfde juridische misvatting. Hierdoor zou de rechtbank niet in staat zijn om objectief te oordelen over het wrakingsverzoek.
De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling, omdat verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. De wrakingskamer oordeelt dat verzoeker geen concrete feiten heeft aangedragen die de vooringenomenheid van de rechters zouden aantonen. Het verzoek tot wraking is afgewezen, omdat het gebaseerd is op algemene aannames die voor elke wrakingskamer gelden. Bovendien kan volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alleen de met de behandeling van de zaak belaste rechter gewraakt worden.
De wrakingskamer heeft de beslissing op 1 februari 2021 openbaar uitgesproken. Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek en de procedure met zaaknummer 515678 HA/RK 21-6 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.