ECLI:NL:RBMNE:2021:3104

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
14 juli 2021
Zaaknummer
16/240128-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van meerdere vuurwapens met gevangenisstraf

Op 14 juli 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van meerdere vuurwapens. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek dat op 10 juni 2021 begon en werd afgesloten op de datum van de uitspraak. De officier van justitie, mr. M. Kamper, vorderde een gevangenisstraf van vijftien maanden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.L. Firet, pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging, die onder andere het voorhanden hebben van een Desert Eagle en een Colt Python omvatte, wettig en overtuigend bewezen was. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de medeverdachte en andere bewijsmiddelen, waaronder processen-verbaal van bevindingen en getuigenverklaringen. De verdachte had zich op zijn zwijgrecht beroepen en geen verantwoording afgelegd over de beschuldigingen. De rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van achttien maanden op, met aftrek van het voorarrest, en oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebracht. De rechtbank hechtte veel waarde aan de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/240128-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 juni 2021. Het onderzoek is gesloten op 14 juli 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.L. Firet, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 december 2019 tot en met 27 mei 2020 te Drachten, een wapen van categorie II en/of III, te weten:
- een pistool van het merk/type: Desert Eagle en;
- een revolver van het merk/type: Colt Python en;
- een (zwart) vuurwapen van het merk/type: CZ 27, kaliber 7.65 en;
- een (zwart) vuurwapen, merk GAP en;
- een (zwart) vuurwapen, merk Glock 9x19 en;
- een (zwart) vuurwapen, merk Zoraki 914-TD;

zijnde vuurwapens voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Er is niet voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
Alle aanwijzingen die richting verdachte wijzen zijn afkomstig van één bewijsmiddel, namelijk de getuigenverklaring van de medeverdachte [medeverdachte] . Indien de verklaring van [medeverdachte] buiten beschouwing wordt gelaten, blijft er geen enkel zelfstandig bewijsmiddel over op basis waarvan gesteld kan worden dat verdachte daadwerkelijk wapens voorhanden heeft gehad. De resultaten van het politieonderzoek wijzen voor het overige juist niet in de richting van verdachte. Er zijn geen wapens bij verdachte aangetroffen, er is geen DNA van hem aangetroffen op de wapens in de tas en de gesprekken met [medeverdachte] via Telegram zijn niet aangetroffen op de telefoon van verdachte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 12 april 2020hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 12 april 2020 kregen wij het verzoek te gaan naar de [adres] te [woonplaats] .
Aldaar spraken wij met de melder, [melder] . Op een gegeven moment was zijn zoon bij hem gekomen met een rugzak die hij had gevonden in de rode struik naast de garage.
Wij zagen dat deze zwart van kleur was met oranje bies. Wij zagen dat in oranje letters [letters] , en in witte letters [letters] , op de rugzak stond. Wij zagen dat de melder twee wapens uit de rugzak haalde en twee wapenkoffers. [2]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 3 september 2020heeft verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
In de rugtas van [sportschool] trof ik het volgende aan: een medaille met tekst " [tekst] ". [3]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 22 september 2020heeft verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 22 september 2020 was in de woning aan [adres] te [woonplaats] , de hoofdbewoner, [getuige] , aanwezig.
De heer [getuige] verklaarde dat hij veel aan hardlopen deed en hiervoor medailles had gekregen. Op mijn vraag of hij mee deed aan de " [naam] ", verklaarde hij dat hij hier vorig jaar aan mee had gedaan. Op mijn vraag of dit 2019 was bevestigde hij dat. Op mijn vraag liet hij mij weten dat hij hiervoor een medaille had gekregen.
Op mijn vraag of [getuige] een auto tot zijn beschikking heeft liet hij weten: "Ik heb in het verleden een Peugeot gehad en ik heb nu ook een oude Peugeot.'" Op mijn vraag of [verdachte] zijn auto weleens heeft geleend, antwoordde [getuige] : "Oo die leende hem heel vaak. Ik vertrouw hem en daar ben je vrienden voor.’ [4]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2020heeft verbalisant [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Uit opgevraagde gegevens van het hoofdkantoor van sportschoolketen [letters] - [letters] te [plaats] (middels een vordering artikel 126nd Sv) bleek dat [verdachte] inderdaad lid was van sportschoolketen [letters] - [letters] met als "thuisclub" [thuisclub] . [5]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2020heeft verbalisant [verbalisant 6] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 15 april 2020 heeft er in de lokale krant genaamd [krant] een artikel gestaan met daarin de informatie dat er aan [straat] te [woonplaats] in de bosjes een rugtas is aangetroffen met daarin meerdere vuurwapens.
[verdachte] komt in de politiesystemen onder andere voor met de volgende antecedenten:
* Bezit harddrugs
* Handel harddrugs
* Bezit softdrugs
* Zware mishandeling
* Diefstal met geweld in vereniging.
* Eenvoudige mishandeling.
* Overige diefstallen met geweld.
* Bezit overige wapens
* Poging afpersing.
Het uiterlijk van [verdachte] komt sterk overeen met het door verdachte [medeverdachte] opgegeven signalement van de man uit [woonplaats] .
[verdachte] is woonachtig op [adres] te [woonplaats] . Tussen perceel [nummer] waar de tas met de vier vuurwapens gevonden is en Perceel [nummer] waar [verdachte] woonachtig is zit een (1) andere woning.
[getuige] heeft een personenauto op zijn naam staan zijnde een Peugeot 206, [kenteken] , kleur blauw. Door verdachte [medeverdachte] is verklaard dat de man uit [woonplaats] in een Peugeot 206 in de kleur blauw reed. [6]
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 juni 2020heeft [medeverdachte] onder meer het volgende verklaard:
V: Wat voor handvuurwapen is dit?
A: Dessert Eagel (de rechtbank begrijpt: Desert Eagle). Ik heb hem verkocht aan iemand in Friesland, in [woonplaats] . Er is ooit een moment geweest dat er een tas is gevonden met 4 wapens. Dat was in het lokale nieuws. Die jongen heeft die Eagel gekocht. De tas was van hem. Hij heeft ook de Cold Piton (de rechtbank begrijpt: Colt Python) gekocht. [7]
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 29 juni 2020heeft [medeverdachte] onder meer het volgende verklaard:
V: We gaan nog even terug naar je verklaring over de Dessert Eagle die je aan iemand verkocht hebt in Drachten. Je vertelde toen dat er ooit een moment is geweest dat er een tas was gevonden met daarin 4 wapens. De jongen van wie die tas was, die heeft de Eagle bij je gekocht. Klopt dat?
A: Ja, dat was in het nieuws toen. Zijn buren zijn er toen voor opgedraaid.
V: Hoezo zijn buren?
A: Hij vertelde mij het gewoon. Hij had het ook over bitcoins. Ik weet hij uit Drachten komt.
Die tas die gevonden werd was dus van hem. Hij wilde heel graag al lang een
Dessert Eagle. Ik heb de Dessert Eagle gekocht en deze toen doorverkocht aan die man uit Drachten.
A: De koper was in ieder geval een negroïde man met dreads tot in zijn nek en met zwarte kraaltjes.
V: Nu hebben we even op Google gekeken en kwamen dit bericht tegen.
[Artikel in de krant [krant] 15-04-2020]
V: Deze foto stond bij het artikel, van wie waren deze wapens afkomstig?
A: De zilveren wapen met de donkere handvat is de CZ.
Dat andere wapen is een Glock. Daar zocht hij toen naar op Telegram.
V: Je had hem toch drie keer ontmoet?
A: Ja klopt. Één keer bij de benzine pomp in Amersfoort, een keer bij de Meerval en een keer bij van der Valk in Drachten.
Als het goed is, hij heeft twee revolvers in één keer gekocht. Het was weer dezelfde jongen, bij van der Valk en bij het pompstation. Bij van der Valk heb ik toen die Dessert Eagel verkocht. En dus ook één keer is hij bij de Meerval geweest. Op de Meerval ging het over twee revolvers. De eerste overdracht met hem was bij het benzine pomp in Amersfoort, toen verkocht ik de CZ.
V: Drie aankopen dus. Op welk moment gebeurd dat met die gevonden tas, waar past dat in de tijdlijn?
A: Dat was tussen de tweede en de derde koop.
Ik weet dat hij zich [accountnaam] noemde op Telegram. Hij heeft ook nog een naam gehad waarin iets van [naam] in voorkwam.
V: Wat kun je nog meer over hem zeggen?
A: Hij was lager dan mij. Hij had dikke lippen en een groot gebit. Hij was gewoon slank en had een slechte huid.
V: Hoezo?
A: Niet egaal bruin maar met donkere puntjes.
Verder reedt hij in een Peugeot 206. Oud type, rare blauwe kleur.
V: En leeftijd?
A: Begin 20. Hij had een overbeet. Zijn ondertanden stonden ver naar achteren zeg maar.
A: Hij had wel een mooi gebit, netjes wit, spier wit.
0: Zondag is het 17 mei 2020.
A: Ik heb de Dessert Eagle op de 17e verkocht. [8]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 15 juli 2020heeft verbalisant [verbalisant 7] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Ik toonde een politiefoto van [verdachte] .
Wat kan je over deze foto zeggen?
Antwoord verdachte [medeverdachte] :
"Dit is hem. 100 procent". [9]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2020heeft verbalisant [verbalisant 7] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Na nader onderzoek in de telefoon van [medeverdachte] , werd nog een Telegramchat aangetroffen tussen [medeverdachte] en " [accountnaam] ".
In deze chat wordt gesproken over vuurwapens, die " [accountnaam] " wil kopen. " [accountnaam] " wil met bitcoins betalen, maar [medeverdachte] wil dit niet. Dit komt overeen met wat [medeverdachte] heeft verklaard omtrent [verdachte] , die gebruik had gemaakt van ' [naam] ' en met bitcoins wilde betalen.
Uit de chat blijkt dat [medeverdachte] met [verdachte] (" [accountnaam] "), nagenoeg tot aan de aanhouding van [medeverdachte] , namelijk tot en met 26 mei 2020, chatcontact had omtrent vuurwapens en dat [verdachte] vuurwapens van [medeverdachte] wilde kopen. [10]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2021heeft verbalisant [verbalisant 7] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] aan [adres] te [woonplaats] , werd onder andere een mobiele telefoon aangetroffen met telefoonnummer: [telefoonnummer] . Uit de gegevens van dit toestel bleek dat bij het user account stond vermeld: username: [username] @gmail.com. Kennelijk was [verdachte] de gebruiker van dit toestel. De applicatie Telegram was op het toestel geïnstalleerd
. [11]
In
het proces-verbaal van bevindingen van 30 oktober 2020heeft verbalisant [verbalisant 8] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Uit de historische verkeersgegevens van het toestel van [medeverdachte] (telefoonnummer
[telefoonnummer] ) blijkt dat het toestel op 10 maart 2020 omstreeks 16.56 en 16.57 uur de mast [adres] in [woonplaats] aanstraalt.
Uit de historische verkeersgegevens van het nummer [telefoonnummer] , dat in gebruik was bij verdachte [verdachte] blijkt dat zijn toestel op 10 maart 2020 omstreeks 16.56 uur en 16.57 uur de mast [adres] in [woonplaats] aanstraalt.
Uit bovenstaande bevindingen kan worden gesteld dat beide toestellen op 10 maart 2020 omstreeks 16.56 uur en 16.57 uur op loopafstand bij elkaar in de buurt waren. [12]
Verbalisant P. Kolle heeft in een
proces-verbaal onderzoek wapen van 3 juni 2020onder meer het volgende gerelateerd:
Wapenomschrijving 1:Object: Alarmpistool
Merk/type: GAP
Kleur: Zwart
Spoor identificatienr: AANI9203NL
Bij het wapen werd een patroonmagazijn aangeleverd.
Dit alarm- c.q. startpistool is een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie. [13]
Wapenomschrijving 3:Object: vuurwapen
Merk/type: Zoraki, 914-TD
Kleur: Zwart
Spoor identificatienr: AANI9214NL
Bijzonderheden: Half geladen aangetroffen
Bij het wapen werd een bijpassend patroonmagazijn aangeleverd .
Dit gaspistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op
artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. [14]
Wapenomschrijving 4:Object: Vuurwapen
Merk/type: Glock
Kleur: Zwart
Spoor identificatienr: AANI9193NL
Kaliber: 9x19 mm
Bijzonderheden: Half geladen aangetroffen
Bij het pistool werd een bijpassend patroonmagazijn aangeleverd.
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. [15]
Wapenomschrijving 5:Object: Vuurwapen (Pistool)
Merk/type: CZ, Model 27
Spoor identificatienr: AAMO9994NL
Kaliber: 7,65 mm
Bij het wapen werd een leeg patroonmagazijn aangeleverd.
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. [16]
In
het proces-verbaal van relaasvan 2 november 2020 heeft verbalisant [verbalisant 7] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
De Desert Eagle en de revolvers (welke door [medeverdachte] aan [verdachte] zijn geleverd) betreffen vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie. [17]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank overweegt dat [medeverdachte] uitgebreid heeft verklaard over de persoon aan wie hij vier vuurwapens (CZ 27, GAP, Glock en Zoraki), een Desert Eagle en een Colt Python heeft verkocht. De verklaringen van [medeverdachte] zijn specifiek, consistent en gedetailleerd(ook ten aanzien van het signalement) en vinden verankering in de overige bewijsmiddelen, zoals de processen-verbaal van bevinding met betrekking tot het nieuwsbericht, de aangetroffen tas en de verklaring van getuige [getuige] . Deze overige bewijsmiddelen betreffen zelfstandige bewijsmiddelen en ondersteunen de verklaring van [medeverdachte] . Er is dan ook voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 Sv, zodat de rechtbank het verweer van de raadsvrouw zal verwerpen.
De rechtbank acht de verklaringen van [medeverdachte] betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Naast het feit dat [medeverdachte] specifiek en gedetailleerd heeft verklaard, heeft hij niet alleen over anderen verklaard, maar heeft hij ook zichzelf belast en de verantwoordelijkheid genomen voor zijn aandeel in het geheel.
De vier vuurwapens (CZ 27, GAP, Glock en Zoraki), waarover [medeverdachte] heeft verklaard dat hij deze aan verdachte heeft verkocht, zijn op 12 april 2020 aangetroffen in de directe nabijheid van de woning van verdachte (namelijk [adres] te [woonplaats] ). Dit past binnen de verklaring van [medeverdachte] en de informatie uit het nieuwsbericht. Deze wapens zaten in een tas van de sportschoolketen [sportschool] , waar verdachte ook lid van was. Verder is in die tas een medaille aangetroffen van ‘ [tekst] ", waarvan op grond van de bewijsmiddelen aannemelijk is dat deze aan de huisgenoot van verdachte ( [getuige] ) toebehoort. Bovendien is deze huisgenoot in het bezit van een auto die overeenkomt met de omschrijving van [medeverdachte] van de auto waarin de koper reed. Daar komt bij dat [medeverdachte] niet alleen een gedetailleerde beschrijving van de koper heeft gegeven die overeenkomt met het signalement van verdachte, maar dat hij tevens verdachte op een foto heeft aangewezen als degene die deze wapens van hem heeft gekocht.
Alle hiervoor genoemde redengevende - en uit de bewijsmiddelen volgende - feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, vragen om een verklaring van de verdachte. Bij de politie, noch op zitting heeft de verdachte die verklaring willen geven, maar heeft hij zich op zijn zwijgrecht beroepen. Verdachte heeft derhalve aangaande de voornoemde voor hem bezwarende en voor het bewijs redengevende omstandigheden geen redelijke verklaring gegeven, welke die redengevendheid ontzenuwt.
Ten aanzien van het pistool (Desert Eagle) en de revolver (Colt Python) heeft te gelden dat deze weliswaar niet daadwerkelijk bij verdachte zijn aangetroffen, maar dat naar het oordeel van de rechtbank uit de verklaring van [medeverdachte] , in onderling verband en samenhang met de overige bewijsmiddelen bezien, volgt dat [medeverdachte] deze wapens ook aan verdachte verkocht heeft.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode 1 december 2019 tot en met 27 mei 2020 in Drachten vier vuurwapens (een CZ 27, GAP, Glock en Zoraki), één pistool (Desert Eagle) en één revolver (Colt Python) voorhanden heeft gehad.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op meerdere momenten in de periode van 1 december 2019 tot en met 27 mei 2020 te Drachten, gemeente Smallingerland, een wapen van III, te weten:
- een pistool van het merk/type: Desert Eagle en
- een revolver van het merk/type: Colt Python en
- een (zwart) vuurwapen van het merk/type: CZ 27, kaliber 7.65 met patroonhouder en
- een (zwart) vuurwapen, merk GAP met patroonhouder en
- een (zwart) vuurwapen, merk Glock 9x19 met patroonhouder en
- een (zwart) vuurwapen, merk Zoraki 914-TD met patroonhouder
zijnde vuurwapens voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een (geheel onvoorwaardelijke) gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de bepleite vrijspraak, heeft de raadsvrouw geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van het feitVerdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van zes wapens, te weten vier vuurwapens, één revolver en één pistool. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en heeft een enorme maatschappelijke impact. Het voorhanden hebben van vuurwapens leidt immers maar al te vaak ook tot het gebruik daarvan, met alle gevolgen van dien. Daarbij komt dat vier vuurwapens zijn aangetroffen in de openbare ruimte, namelijk in een struik op de oprit van een woning nabij de woning van verdachte. Twee van deze wapens waren half doorgeladen.
Dit had levensgevaarlijke situaties kunnen opleveren. De rechtbank neemt dit alles verdachte zeer kwalijk en rekent hem het bewezen verklaarde feit dan ook zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 3 mei 2021 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte eerder, weliswaar al in 2011, is veroordeeld voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van een reclasseringsadvies van 29 december 2020. Verdachte heeft niet meegewerkt aan het opstellen van het reclasseringsadvies. Verdachte werkt – zij het met tegenzin - wel mee aan het schorsingstoezicht. Uit het advies volgt dat het risico op recidive als gemiddeld wordt ingeschat. Verdachte lijkt onvoldoende zicht in zijn eigen problematiek te hebben, geeft geen openheid van zaken en lijkt niet voldoende in te zien dat hij zijn gedrag moet veranderen om blijvend recidive te voorkomen. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden omdat verdachte niet gemotiveerd is om mee te werken aan een toezicht en/of interventies.
Op te leggen strafGezien de ernst van het feit kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Verdachte heeft ervoor gekozen te zwijgen bij de politie en op de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak. Dat heeft hij ook bij de reclassering volgehouden. Verdachte heeft geen verantwoording afgelegd of blijk gegeven van enig besef van de strafwaardigheid van zijn gedrag. Het staat verdachte uiteraard vrij een dergelijke houding aan te nemen, maar het gevolg daarvan is wel dat de rechtbank het moet doen met de feiten zoals die haar zijn gebleken op basis van de bewijsmiddelen, zonder enige inbreng daarbij van de zijde van verdachte.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De op te leggen straf is hoger dan door de officier van justitie geëist, omdat het feit gezien de aard en ernst een forsere straf rechtvaardigt.
Voorlopige hechtenis
Verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis, die bij beslissing van deze rechtbank van
8 oktober 2020 met ingang van 9 oktober 2020 onder voorwaarden is geschorst. De rechtbank beveelt thans de opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Met het onderhavige vonnis zijn de ernstige bezwaren gegeven en ook de aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende gronden zijn onverkort aanwezig. Na sluiting van het onderzoek ter zitting en in het licht van het onderhavige vonnis is er een nieuwe situatie ontstaan die vraagt om een nieuwe beoordeling van de (schorsing van de) voorlopige hechtenis. De aan de eerder bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende (persoonlijke) omstandigheden leggen in het licht van dit vonnis onvoldoende gewicht in de schaal. Mede gelet op de houding van verdachte en de inhoud van het reclasseringsrapport ziet de rechtbank geen aanknopingspunten waarmee het recidivegevaar tot aanvaardbare proporties kan worden terug gebracht.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

Voorlopige hechtenis:

- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.C. Kool, voorzitter, mrs. W.S. Ludwig en H.J. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Vos, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juli 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 december 2019
tot en met 27 mei 2020 te Drachten, gemeente Smallingerland althans in Nederland,
een wapen van categorie II en/of III, te weten:
- een pistool van het merk/type: Dessert Eagle en/of
- een revolver van het merk/type: Colt Python en/of
- een (zwart) vuurwapen van het merk/type: CZ 27, kaliber 7.65 met patroonhouder en/of
- een (zwart) vuurwapen, merk GAP met patroonhouder en/of
- een (zwart) vuurwapen, merk Glock 9x19 met patroonhouder en/of
- een (zwart) vuurwapen, merk Zoraki 914-TD met patroonhouder
zijnde (een) vuurwapen(s) voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 november 2020, genummerd 2020096926, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 170 (‘03TENOR zaaksdossier 6 map 1’) en pagina 170 tot en met 195 (‘aanv eindpv zaaksdossier 6’). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 16 en 17.
3.Pagina 32 en kennisgeving van inbeslagneming op pagina 35.
4.Pagina’s 112 en 113.
5.Pagina 108.
6.Pagina’s 103 en 105.
7.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 juni 2020, genummerd 20200506.1129.7975.338, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [medeverdachte] , doorgenummerde pagina 430 (algemeen dossier, map 2).
8.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 29 juni 2020, genummerd 20202706.2012.7975.427, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [medeverdachte] , doorgenummerde pagina 458 tot en met 462 en 474 (algemeen dossier, map 2).
9.Pagina’s 99 en 100, inclusief bijlage.
10.Pagina’s 178 tot en met 180.
11.Pagina 186 en 187.
12.Pagina 111 en
13.Pagina 73 en kennisgeving van inbeslagneming pagina 41.
14.Pagina 74 en kennisgeving van inbeslagneming pagina 49.
15.Pagina 75 en kennisgeving van inbeslagneming pagina 46.
16.Pagina 76 en kennisgeving van inbeslagneming pagina 36.
17.Pagina 15.