ECLI:NL:RBMNE:2021:308
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak op bezwaar inzake WOZ-waarde woning met proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Woudenberg. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning voor het belastingjaar 2019, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 603.000,-. Na het bestreden besluit van 4 maart 2020, waarin het bezwaar gegrond werd verklaard en de waarde werd verlaagd naar € 558.000,-, heeft de eiser beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 22 januari 2021, die via Skype for Business plaatsvond, hebben partijen een compromis bereikt over de WOZ-waarde. De rechtbank heeft de waarde van de woning vastgesteld op € 535.000,-, wat in overeenstemming is met de waarde in het economisch verkeer op de waardepeildatum van 1 januari 2018. De rechtbank heeft de bestreden uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig verminderd.
Daarnaast heeft de rechtbank de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 801,- en het betaalde griffierecht van € 48,- aan de eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. B.L. Meijer, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.