ECLI:NL:RBMNE:2021:3074

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
14 juli 2021
Zaaknummer
16/211364-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor handel in vuurwapens en munitie met voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 14 juli 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van handel in vuurwapens en munitie. De verdachte was betrokken bij de verkoop van verschillende vuurwapens, waaronder een Uzi, Scorpion, Grizzly en Tokarev, en had een alarmpistool en messen in zijn bezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte van het verhandelen van wapens een beroep of gewoonte heeft gemaakt. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met een melding van de politie en leidde tot meerdere terechtzittingen. De verdachte heeft tijdens de zittingen bekend dat hij samen met medeverdachten wapens heeft verkocht, en dat deze wapens afkomstig waren van zijn vader. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de risico's die de illegale wapenhandel met zich meebrengt voor de samenleving. De verdachte is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank achtte een forse straf noodzakelijk om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/211364-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 november 2020, 17 februari 2021, 11 juni 2021 en 23 juni 2021. Het onderzoek is gesloten op 14 juli 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. I. Stas, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 23 juni 2021 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 27 januari 2020 tot en met 29 februari 2020 te Lelystad en/of te Amersfoort samen met anderen een Uzi, Scorpion, Grizzly, Tokarev, een alarmpistool (merk: Reck, model: Python) en een (gas)pistool (merk: Ekol, model: Majör) en meerdere hoeveelheden munitie (achttien scherpe patroon van diverse kalibers), heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad en van het verhandelen van voornoemde wapens een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2
in de periode van 4 januari 2020 tot en met 22 februari 2020 te Emmerich, samen met anderen, een alarmpistool (merk: Reck, model: Python) heeft doen binnenkomen en voorhanden heeft gehad;
feit 3
op 18 augustus 2020 te Lelystad een stiletto en een valmes voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde partiële vrijspraak bepleit van het onderdeel ‘handelen uit beroep of gewoonte’. Er is sprake van een korte pleegperiode, er was geen sprake van stelselmatig winstbejag en er hebben geen frequente ontmoetingen plaatsgevonden. Daarnaast heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak bepleit met betrekking tot de wapens en munitie die bij [A] en [B] zijn aangetroffen. Ten aanzien van de munitie die bij [A] is aangetroffen blijkt onvoldoende dat verdachte deze voorhanden heeft gehad, dan wel heeft overgedragen in de tenlastegelegde periode. Met betrekking tot het pistool dat bij [B] is aangetroffen, is onduidelijk of dit hetzelfde wapen is als waarover in de chatberichten gesproken wordt. Tot slot kan niet tot een bewezenverklaring gekomen worden ten aanzien van de ten laste gelegde onderdelen transformeren, uitwisselen, verhuren of anderszins ter beschikking stellen, herstellen en beproeven.
Ten aanzien van onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor feiten 2 en 3
De feiten 2 en 3 zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend en de raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 2:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2021;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlage) van 17 maart 2020, genummerd PL0900-2020038241-13, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 343 en 344;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 oktober 2020, genummerd PL0900-2020038241-83, opgemaakt door politie Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 911 en 912;
Ten aanzien van feit 3:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2021;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 18 augustus 2020, genummerd 220, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 566 en 567;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (strafbaarstelling aangetroffen messen [verdachte] ) van 11 januari 2021, genummerd 20210111.0900.4366, opgemaakt door politie Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 849 tot en met 851 en aanvulling in proces verbaal relaas (
Bewijsmiddelen voor feit 1 [1]
Ten aanzien van het eerste gedachtestreepje: een of meerdere vuurwapens en/of munitie (van het merk/type: Uzi, Scorpion, Grizzly en Tokarev)
In
het proces-verbaal van bevindingenvan 12 maart 2020 heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op de telefoon met simkaart met nummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] werd de applicatie Telegram aangetroffen, waarin een gesprek werd aangetroffen tussen [medeverdachte 1] en een gebruikersnaam [gebruikersnaam] (hierna: [gebruikersnaam] ).
Maandag 27 januari 2020
[medeverdachte 1] legt contact met [gebruikersnaam] via Telegram. [medeverdachte 1] geeft aan dat een vader van een maatje een uzi heeft liggen en er vanaf wil. [gebruikersnaam] geeft aan deze wel te wil kopen voor € 1.300,-. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij gaat overleggen met zijn maatje.
Dinsdag 28 januari 2020
[medeverdachte 1] vertelt aan [gebruikersnaam] dat de vader van zijn maatje akkoord gaat met € 1.300,-. [medeverdachte 1] stuurt een foto van een uzi naar [gebruikersnaam] .
Woensdag 29 januari 2020
[medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] maken voor zaterdagmiddag een afspraak voor de deal. De deal zou plaats gaan vinden in Lelystad. [gebruikersnaam] vraagt voor zijn zekerheid een foto van de uzi met een papiertje erbij met zijn naam er op. [medeverdachte 1] gaat hiermee akkoord.
Donderdag 30 januari 2020
[gebruikersnaam] stuurt een foto met meerdere briefjes van 50 euro en een briefje met de tekst [tekst] . [medeverdachte 1] stuurt vervolgens een foto met een uzi met een briefje met de tekst [tekst] .
Zaterdag 1 februari 2020
[gebruikersnaam] vraagt aan [medeverdachte 1] bij welk adres hij moet zijn. [medeverdachte 1] geeft aan dat zijn maatje ook bij de deal aanwezig zou zijn en hij eerst wil overleggen met hem. [medeverdachte 1] geeft aan [gebruikersnaam] het adres [adres] door. Ook geeft hij het adres van de school [school] door. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] spreken vervolgens rond 13:00 uur af.
Om 15:00 uur bedankt [medeverdachte 1] [gebruikersnaam] voor de eerlijke zaken.
[medeverdachte 1] vertelt [gebruikersnaam] dat ze ook nog een Scorpion hebben liggen.
Dinsdag 4 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelt [gebruikersnaam] dat de vader van zijn maat de Scorpion voor € 1.500,- euro wil
verkopen.
Woensdag 5 februari 2020
[medeverdachte 1] stuurt een foto van de Scorpion en een handvuurwapen naar [gebruikersnaam] . [gebruikersnaam] geeft aan dat er een klein magazijn in de Scorpion zit. [gebruikersnaam] vertelt [medeverdachte 1] dat hij 1700 euro wil betalen met een ander magazijn. [medeverdachte 1] geeft aan dat 1700 euro prima is. [gebruikersnaam] en [medeverdachte 1] spreken vervolgens zaterdag af.
Vrijdag 7 februari 2020
[medeverdachte 1] geeft zijn adres [adres] door. Om 13:09 uur vertelt [gebruikersnaam] aan [medeverdachte 1] dat hij er is.
Dinsdag 11 februari 2020
[medeverdachte 1] stuurt [gebruikersnaam] twee foto’s van handvuurwapens. Uit het gesprek blijkt dat het om een Tokarev en een Grizzly gaat en dat ze eigendom zijn van de pa van het maatje. [medeverdachte 1] vertelt dat ze alles nog aan het verzamelen zijn. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] komen uit op een prijs van 3K (€ 3.000,00).
Woensdag 12 februari 2020
[medeverdachte 1] geeft aan dat ze ook een uzi met demper hebben. [gebruikersnaam] vraagt aan [medeverdachte 1] wat hij voor de uzi wil hebben. [medeverdachte 1] stuurt een foto van de uzi naar [gebruikersnaam] . [medeverdachte 1] geeft aan dat die pa er 2k (€ 2.000,00) voor wil hebben. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] komen uit op de volgende prijzen: Tokarev € 800,- , Uzi € 1.900,-, Grizzly € 2.200,-. [gebruikersnaam] en [medeverdachte 1] gaan hiermee akkoord. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] spreken af voor vanavond.
Om 21:27 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij er is.
Donderdag 13 februari 2020
[gebruikersnaam] vertelt [medeverdachte 1] dat hij ontzettend blij is met de Grizzly. [2]
In
het proces-verbaal van bevindingenvan 11 maart 2020 heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op de telefoons van [medeverdachte 1] (Sony telefoon met nummer [telefoonnummer] ) en [verdachte] (Iphone telefoon met nummer [telefoonnummer] ) werd de applicatie WhatsApp aangetroffen. In de WhatsApp applicatie van beide telefoons werden gesprekken aangetroffen tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] .
WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte]
Dinsdag 28 januari 2020
[medeverdachte 1] en [verdachte] maken een afspraak voor zaterdag overdag over waar ze het laatst over hadden.
Donderdag 30 januari 2020
[medeverdachte 1] vertelt [verdachte] dat een persoon hem net een foto stuurde met 1300 en een papiertje met een naam erop. [medeverdachte 1] geeft aan dat de persoon het heeft.
Zaterdag 1 februari 2020
[medeverdachte 1] vraagt aan [verdachte] als wanneer hij wakker is hem te contacten omdat hij probeert af te spreken met iemand. [verdachte] geeft aan dat hij opgehaald kan worden wanneer hij wil. [medeverdachte 1] geeft aan dat deze persoon wacht op een tijdstip. [medeverdachte 1] wacht op de reactie van [verdachte] . [medeverdachte 1] geeft aan dat deze persoon niet uit Lelystad komt. [medeverdachte 1] gaat vervolgens richting [verdachte] .
Dinsdag 4 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelde ook dat hij naar de shit van de vader van [verdachte] had gevraagd. [verdachte] geeft aan dat hij hem kwijt wilt voor 1500 euro. [verdachte] geeft aan dat hij het nog even na gaat vragen. [medeverdachte 1] geeft aan als hij nog meer heeft is hij wel geïnteresseerd in alles.
[verdachte] vertelt [medeverdachte 1] dat hij die ene voor 1500 euro heeft geregeld. Ook hebben ze nog een kapotte. [verdachte] geeft aan dat de kapotte een hand pip is welke geraakt is in de schuif mechanisme. [verdachte] geeft aan dat hij er 200 voor wilt hebben. [medeverdachte 1] vraagt aan [verdachte] voor een foto van beiden. [verdachte] geeft aan dat hij het gaat regelen.
Woensdag 5 februari 2020
[verdachte] vertelt [medeverdachte 1] dat zijn vader de spullen zo gaat leveren.
Donderdag 6 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelt aan [verdachte] dat de persoon morgen overdag wilt afspreken. [medeverdachte 1] geeft aan dat ze dan nog wel dat ding erbij moeten regelen. [verdachte] vertelt [medeverdachte 1] dat ze deze vanmiddag krijgen.
Vrijdag 7 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelt [verdachte] dat de persoon om 13:00 uur komt. [medeverdachte 1] en [verdachte] spreken vervolgens een tijd af.
Maandag 10 februari 2020
[verdachte] vertelt [medeverdachte 1] dat hij een andere hand bediening zonder voerbak heeft. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij een foto moeten maken en dan gaat opsturen.
Dinsdag 11 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelt [verdachte] dat de persoon 2k (2000) er voor wilt geven. [medeverdachte 1] vertelt ook dat de persoon ook bezig was geweest met de kapotte maar hem niet kon maken. [medeverdachte 1] vertelt [verdachte] dat de persoon ook weer om nieuwe dingen vraagt. [verdachte] geeft aan dat zijn vader er 5 voor wilt hebben. [verdachte] vertelt [medeverdachte 1] dat hij zelf dacht aan 7 of 8. [medeverdachte 1] geeft aan dat de persoon 22 voor beiden wilt geven.
Woensdag 12 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelt [verdachte] dat er nog wat geregeld moeten worden voor de afspraak voor vandaag. [verdachte] geeft aan dat het doosje geregeld gaat worden. [medeverdachte 1] en [verdachte] maken een afspraak om 21:00 uur bij [medeverdachte 1] thuis. [3]
In het
proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2020heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op de telefoon met simkaart met nummer [telefoonnummer] van [verdachte] werd de applicatie WhatsApp aangetroffen, waarin een gesprek werd aangetroffen tussen [verdachte] en een contactpersoon genaamd [contactpersoon 1] , met nummer [telefoonnummer] . Het nummer [telefoonnummer] is gekoppeld aan [medeverdachte 2] , geboren op [1965] te [geboorteplaats] . In de gemeentelijke basis administratie is te zien dat [medeverdachte 2] de vader is van [verdachte] .
Het WhatsApp gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] .
1 [verdachte]
2 [medeverdachte 2]
Dinsdag 4 februari 2020
Tijdstip : 10:47 uur
1: Hoeveel moet je trouwens voor die gereedschap waar we het over hadden? Heb iemand die alles wilt hebben. Ook als het kapot is.
2: Welk gereedschap
2: O dat
2: Ik heb nog een kapotte of had jij die.
2: En die andere 1500
1: Wat wil je ervoor?
2: 200
Tijdstip : 13:44 uur
1: Hey Pa. Heb het geregeld. Die gozer komt alleen van buiten de stad dus kan alleen avonds. Kan ik het van je krijgen en het regelen.
2: Zal vanavond de spullen zoeken
2: Wanneer moet je het hebben
2: Wat is de prijs
1: Morgen. En 1750
2: Betaling in 1 keer
1: Ja gelijk oversteken geen gezeik.
Donderdag 6 februari 2020
Tijdstip : 11:54 uur
2: Hoe staat het met het gereedschap
1: Veilig. Alleen die gozer komt niet vandaag. Hij wilt wel die grote voetbak van 20
erbij.
Vrijdag 7 februari 2020
Tijdstip : 12:02 uur
1: Hoeveel mochten we trouwens mee eten?
2: 200
2: -50 voor eetbak
Tijdstip : 16:42 uur
2: Ben je al geweest
1: Ja. Ik heb straks nog een afspraak zal ik het anders bij je droppen straks?
1: Rond kwart voor 6 wordt ik gehaald. Dan kan ik gelijk jou kant op
2: Ok
Maandag 10 februari 2020
2: Kan die friend ook voer voor die grissley gebruiken.
1: Ja dat sowieso.
2: Oke. Wat wil je ervoor?
1: 50? per doos
2: Yes.
Woensdag 12 februari 2020
Tijdstip: 09:36 uur
1: Hey pa. Heb die doosje 44 nodig als t kan. Of allemaal. Heb iemand. En die 500 heb ik afgesproken. Maar hij wilt ook die 44 doosje.
2: 1 doos
1: Oke
Tijdstip 13:59
1: Hey pa. Hoelaat ben je weer Lelystad? Want die gozer komt zsm dus als je
klaar bent zie ik je graag. Heb die doosjes nodig de hiltis en dan de voerbakjes als
het kan.
2: 4:30 uur
1: Oke
1: Die gozer geeft 17 voor waar je 20 voor wilt.
2: Is goed
2: En de rest
1: 700 voor waar je de mag van vond
Donderdag 13 februari 2020
Tijdstip: 09:23 uur
1: Had de voer bakjes die extra mee terug. Hij kon er niet veel mee.
1: Is goed
1: 2350
2: 125 te kort
1: Ja hij wilde een onderdeel van de u halen.
2: Dat soort dingen moet je wel melden, want dat is niet de bedoeling de prijs was
afgesproken.
1: Ja was het al helemaal vergeten sorry. Hij dacht ook dat we voor de hand voer
hadden. Want die voer kon hij dus niet maken.
1: Maar zei al die hebben we niet.
2: 75 voor voer
1: Ja heb het over die 62.
2: Wat had je gedacht voor comissie
1: Geen idee.
2: Zeg maar
1: 200
2: Is goed [4]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen van 5 juni 2020onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Skorpion / Uzi - machinepistolen/ pistoolmitrailleurs - munitie.De verdachte spreekt verder over een Skorpion V61.
Dit vuurwapen kan doorgaans semi- of vol automatisch worden afgevuurd.
De verdachte spreekt verder ook over een Uzi. De Uzi kan zowel semiautomatisch als vol automatisch worden afgevuurd.
Bovengenoemde Skorpion en Uzi betreffen een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1, categorie II sub 2 en/of categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
Pistolen, munitie.De verdachte spreekt verder over een TT33. Het betreft hier vermoedelijk een oud Russisch semiautomatisch pistool. De pistolen worden in de volksmond ook wel het Tokarev pistool genoemd.
Bovengenoemde pistolen betreffen allen vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. [5]
Ten aanzien van feit 1 het tweede tot en met het zevende gedachtestreepje en feit 2
- Ten aanzien van [C] (2 patronen (merk: nny en S&B), 3 scherpe knalpatronen (kaliber 9mm RK) en alarmpistool/gasrevolver merk: Reck, model: Phyton) en feit 2
In het
proces-verbaal van bevindingen van 17 maart 2020heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte]
1 [verdachte]
2 [medeverdachte 1]
zaterdag 4 januari 2020Tijdstip: 10:50 uur 2: internetlink http://www. [website] (tekst; Alarmpistolen en
revolver modellen die je in Duitsland vanaf 18 jaar kunt kopen. In Nederland heb je voor deze modellen een vergunning nodig. Wapenwinkel net over de grens A12.
(..)
1: Die revolvers
2: Jaa kk dik he
1: Ja wel echt dik
1: 130 ofzo
1: Jaman!
2: Jaman ook al voor 80
(..)
2: Mja beter echte
1: Deze ka Je uitboren
2: Ja knalt ie straks in je hand
2: Moet echt perfect gedaan worden
(...)
2: Of een lady ofzo
1: Ja maar kost hoop meer weer
1: En wordt groter dan lady
(...)
1: Als je 30 kan voorschieten ga ik met je naar Duitsland. En anders donderdag.
2: Deal
(...)
1: Nunu?
2: Je hebt hero toch
1: Dan kleed ik me aan
Zaterdag 22 februari 20201: Hebt verpatst ouwe
2: Aaai
1: Alleen voor 6 bar.
(...)
1: En ze willen ook voer. [6]
In het
proces-verbaal van bevindingen van 29 juli 2020heeft verbalisant [verbalisant 3], zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Verkoop vuurwapen type revolver
Bij onderzoek naar de inhoud van de telefoon werd onder ander een WhatsApp-chat aangetroffen tussen [verdachte] en [C] geboren op [1995] te [geboorteplaats] . Uit de inhoud van deze WA-chat bleek dat [verdachte] op 8 februari 2020 een chat begon waarin hij [C] vroeg of hij ook een wapen wilde, [C] op 18 februari 2020 zeer vermoedelijk een vuurwapen heeft gekocht van [verdachte] en dat een dag later bleek dat dit vuurwapen niet werkte en defect was.
Aantreffen afbeelding vuurwapen type revolver op Iphone van [verdachte]
Op de inbeslaggenomen Iphone van [verdachte] werden onder ander twee afbeeldingen van de datum 8 februari 2020 te 10.35 uur aangetroffen en waarop een zwartkleurig vuurwapen, type revolver, geladen met zes patronen stond afgebeeld en waar [verdachte] kennelijk de beschikking over had. [7]
In het
proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 28 juli 2020heeft verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 28 juli 2020, werd door mij, voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden op grond van artikel 49 Wet Wapens en Munitie in de woning [adres] te [woonplaats] .
Tijdens de doorzoeking werden de volgende goederen op deze slaapkamer aangetroffen:
- Twee patronen op een dressoir op de slaapkamer van [C] .
Uit onderzoek is gebleken dat [C] ook in het bezit was van een voertuig van het merk Seat, type Leon en voorzien van het kenteken [kenteken] .
Tijdens de doorzoeking in de voornoemde Seat Leon werden de volgende goederen in de kofferbak van de auto aangetroffen:
- Drie patronen en een zwarte revolver (revolver, Python 380rk) in een rood plastic tasje. [8]
In het
proces-verbaal van bevindingen van 30 oktober 2020heeft verbalisant [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Goednummer: PL0900-2020038241-2685320 (a) en PL0900-2020038241-
2685356 (b)
SIN: AAMZ6673NL (a) en AAMZ6676NL (b)
Munitie: 5 scherpe patronen
Categorie: III
a. 2 scherpe patronen kaliber 7.65mm, merken nny (lx) en S&B (lx).
b. 3 scherpe knalpatronen kaliber 9mm RK, merk Walther. [9]
In het
proces-verbaal van bevindingen van 30 oktober 2020heeft verbalisant [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Goednummer: PL0900-2020038241-2669617
SIN: AALU2721NL
Wapen: vuurwapen, gasrevolver
Categorie: III sub 1
Bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, gasrevolver, fabrieksnaam Umarex, merk Reck, model Python, kaliber .380RK (=9mm RK), voorzien van het wapennummer [wapennummer] . [10]
-Ten aanzien van [B] ((gas) pistool merk Ekol en 9 scherpe patronen kaliber 7.65mm)In het
proces-verbaal van bevindingen van 17 maart 2020heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op de inbeslaggenomen Iphone van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) werd de applicatie WhatsApp aangetroffen. In de WhatsApp applicatie werd een gesprekken aangetroffen tussen [verdachte] en een contact persoon genaamd [contactpersoon 2] .
Contactpersoon [contactpersoon 2]
De contactpersoon [contactpersoon 2] is voorzien van het nummer [telefoonnummer] . Dit nummer staat op naam van het bedrijf [bedrijf] gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] .
Op de applicatie Facebook werd een zoek vraag gedaan met de woorden; [B] en [woonplaats] . In een openbare bron werd het account aangetroffen van [B] . De profile foto van het Facebook account en WhatsApp account waren de zelfde persoon. Er was te zien dat [B] en [verdachte] zogenoemde Facebook vriendin zijn.
Gezien de boven genoemde feiten en omstandigheden is er een redelijk groot vermoeden dat de contactpersoon [contactpersoon 2] de genoemde [B] geboren op [1996] te [geboorteplaats] is.
Het WhatsApp gesprek tussen [verdachte] en [B]
1 [verdachte]
2 [B]
zaterdag 2 februari 2020
Tijdstip: 15:36 uur
1: Heb trouwens nieuwe handel
1: (emoji pistool)
2: Oke oke ... beter kom snel wel ff langs bro
donderdag 6 februari 2020Tijdstip: 15:56 uur
1: Eyoo. Heb de gereedschap binnen man. Als je mensen kent die intresse hebben laat met weten?
2: Wat voor bro
1: Afstandsbedieningen als je me snapt.
2: Ja snap hem
2: Ik bel je straks rij wel bij je langs
2: Ap ne zo dra je kan dan kunnen we wat afspreken om morgen avond te meete.
maandag 10 februari 2020
Tijdstip: 15:36 uur
1: Die ik nog heb trouwens kan wel voor 7 bar alleen voor jou.
2: Ai ai maar dat heb ik nog niet bro maar ik ap je rond half 6 ff dan kom ik ff puikie met je doen als je tijd heb.
1: Coolman. Laat me maar weten.
(…)
2: Ben der broer
1: Yes kom er aan
1: Bro 5 min je parkeerplaats je gereedschap.
Op 10 februari 2020 vertelt [verdachte] aan [B] dat welke hij nog heeft weg kan voor 7 bar. Het is mij bekend dat een bar is straattaal 100 betekend. [11]
In het
verslag van binnentreden in woning van 7 juli 2020heeft verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 7 juli 2020, ben ik verbalisant, binnengetreden in de woning van [B] aan de [adres] te [woonplaats] .
In de woning werd in beslag genomen:
- 3 patronen
- vuurwapen, voorzien van houder met één patroon in de kamer en vijf patronen in de houder. [12]
In het
proces-verbaal van bevindingen van 29 oktober 2020heeft verbalisant [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
1.
Goednummer: PL0900-2020038241-2657636 (pistool) en PL0900-2020038241- 2657689 (patroonmagazijn)
SIN: AANP2640NL (pistool) en AANP2642NL (patroonmagazijn)
Wapen: vuurwapen, pistool
Categorie: III sub I
Bovengenoemd voorwerp is van origine een gaspistool, merk Ekol, model Majör, kaliber 9mm P.A. Blanc.
2.
Goednummer: PL0900-2020038241-2657691 (1x) en
PL0900-2020038241-2657693 (5x)
SIN: AANP2643NL (1x) en AANP2641NL (5x)
Munitie: scherpe patronen
Categorie: III
Bovengenoemde scherpe patronen kaliber 7.65mm, merk G.F.L., zijn munitie
bestemd of geschikt om een projectiel door middel van dit vuurwapen en elk ander
scherpschietend vuurwapen kaliber 7.65mm af te schieten. [13]
In het
proces-verbaal van bevindingen van 30 oktober 2020heeft verbalisant [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Goednummer: PL0900-2020038241-2684192
SIN: AAMZ6685NL
Munitie: 3 scherpe patronen
Categorie: III
Bovengenoemde scherpe patronen zijn van het kaliber 7.65mm en de merken G.F.L.
(1x), nny (1x) en S&B (1x). [14]
Verdachte heeft
ter terechtzitting van 23 juni 2021, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Ik heb samen met [medeverdachte 1] wapens verkocht aan [medeverdachte 3] . Deze wapens waren afkomstig van mijn vader, [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] had contact met [medeverdachte 3] en ik met mijn vader. De overdracht van de wapens van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 3] was in Lelystad. Dat ging om een Uzi, een Scorpion, een Grizzly en een Tokarev. Ik was daarbij aanwezig.
Ik ben samen met [medeverdachte 1] op 4 januari 2020 naar Duitsland geweest. Daar heb ik één alarmpistool, een revolver, gekocht. Deze heb ik later aan [C] doorverkocht.
In de WhatsAppgesprekken gaat het over ‘gereedschap’, maar dat ging over wapens.
Bewijsoverwegingen feit 1
Partiële vrijspraak ten aanzien van de aangetroffen munitie bij [A]De rechtbank is van oordeel dat verdachte ten aanzien van het voorhanden hebben en/of overdragen van één scherp patroon (kaliber .22short, merk X Super), één scherp patroon (kaliber 9mm Luger, merk S&B) en één scherp patroon (kaliber 7.62x39mm, merk Igman) (gedachtestreepjes 6 tot en met 8) partieel dient te worden vrijgesproken. Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat verdachte in de ten laste gelegde periode deze munitie voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen.
Aangetroffen wapen bij [B]
De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van het pistool dat bij [B] is aangetroffen, omdat onduidelijk is of dit hetzelfde wapen is als waarover in de chatberichten gesproken wordt.
De rechtbank overweegt dat uit de WhatsApp berichten tussen verdachte en [B] in de periode van 2 februari 2020 tot en met 10 februari 2020 volgt dat het gesprek kennelijk over wapens (‘gereedschap’) gaat. Verdachte biedt [B] in een gesprek op 10 februari 2020 concreet een wapen aan voor € 700,00 (‘7 bar’). Verdachte stuurt even later het volgende bericht: ‘je parkeerplaats je gereedschap’. Daaruit leidt de rechtbank af dat verdachte bij [B] is en een wapen mee heeft voor [B] . Tijdens de doorzoeking van de woning van [B] is ook daadwerkelijk een wapen (gaspistool, merk Ekol) aangetroffen. De rechtbank acht, op grond van voornoemde bewijsmiddelen, bezien in onderling verband en samenhang met de inhoud van het dossier, dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 10 februari 2020 een wapen aan [B] heeft verkocht. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsvrouw.
Beroep of gewoonte
De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak feit bepleit van het onderdeel ‘handelen uit beroep of gewoonte’. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat er sprake is geweest van meerdere transacties, op meerdere data, diverse soorten wapens en verschillende afnemers,
zodat daaruit de conclusie kan worden getrokken dat verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van wapenhandel. Verdachte is niet slechts betrokken geweest bij de verkoop van de wapens van zijn vader [medeverdachte 2] , maar heeft daarnaast ook zelfstandig alarmpistolen/gaspistolen gekocht en doorverkocht. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsvrouw.
Ten aanzien van het transformeren, verhuren of anderszins ter beschikking stellen, herstellen en/of beproeven zal de rechtbank verdachte partieel vrijspreken, nu zich daarvoor geen bewijs in het dossier bevindt.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op meerdere momenten in de periode van 27 januari 2020 tot en met 29 februari 2020 te Lelystad, tezamen en in vereniging met meer anderen, althans alleen, meerdere wapens van categorie III onder 1 en/of van categorie II onder 1 en/of van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- meerdere vuurwapens en munitie (van het merk/type: Uzi en Scorpion en
Grizzly en Tokarev en
- een gasrevolver (merk: Reck, model: Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] ) en
- een (gas)pistool (merk: Ekol, model: Majör, kaliber 9mm P.A. Blanc met bijbehorend
patroonmagazijn) en
meerdere hoeveelheden munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te
weten:
- 12 scherpe patronen (kaliber: 7.65mm, merken: nny en/of S&B en/of G.F.L.) en/of
- 3 scherpe (knal)patronen (kaliber: 9mm RK, merk: Walther) en/of
- 1 scherp patroon (kaliber: .22short, merk: X Super) en/of
- 1 scherp patroon (kaliber: 9mm Luger, merk: S&B) en/of
- 1 scherp patroon (kaliber: 7.62x39mm, merk: Igman)
zijnde vuurwapens en/of vuurwapens geschikt om automatisch te vuren en munitie heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad en van het uitwisselen of verhandelen van voornoemde wapens een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2
op een moment in de periode van 4 januari 2020 tot en met 22 februari 2020 in Duitsland en te Lelystad tezamen en in vereniging met een ander, (zonder consent) meerdere wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gasrevolver (merk: Reck, model: Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] ), zijnde een vuurwapen, heeft doen binnenkomen en voorhanden heeft gehad;
feit 3
op 18 augustus 2020 te Lelystad, meerdere wapens van categorie I onder 1 en categorie III onder 3e van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto en een valmes, zijnde een wapen, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
voorhanden hebben en overdragen van wapens:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26 lid 1 en artikel 31 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, of een vuurwapen van categorie III, en van het uitwisselen en verhandelen van wapens een beroep en/of gewoonte maken, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a en lid 4 van de van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
voorhanden hebben en overdragen van munitie:medeplegen van handelen in strijd met artikel 26 lid 1 en artikel 31 lid 1 van de Wet wapens en munitie,
strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 2
medeplegen van handelen in strijd met artikel 14 lid 1 en artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a van de van de Wet wapens en munitie;
feit 3handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, met uitzondering van het locatiegebod, en daarnaast een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte 1] .
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht verdachte een deels voorwaardelijke (gevangenis)straf op te leggen, waarbij de duur van het onvoorwaardelijke deel van die straf gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, alsmede een taakstraf van maximale duur.
Er dient aansluiting te worden gezocht bij de geldende LOVS-oriëntatiepunten (de oriëntatiepunten die door het in de organisatie van de Rechtspraak bestaande Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht zijn vastgesteld) en niet bij de oriëntatiepunten van de rechtbank Amsterdam. De raadsvrouw heeft voorts verzocht om geen locatiegebod
en/of contactverbod met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen bezig gehouden met de handel in vuurwapens en munitie, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt. Verdachte was direct betrokken bij de verkoop van de wapens en fungeerde als een belangrijke schakel tussen de leverancier en de koper. Verdachte heeft hiermee een bijdrage geleverd aan het veelvuldig en ongecontroleerd verspreiden van wapens binnen het criminele circuit. De illegale handel in vuurwapens dient met het oog op de veiligheid van personen en ter voorkoming van gevoelens van onveiligheid in de samenleving streng te worden bestraft. Dat vuurwapens een gevaar vormen voor de samenleving blijkt uit het feit dat er regelmatig vuurwapenincidenten plaatsvinden, in sommige gevallen met dodelijk afloop.
Daarnaast is verdachte, samen met medeverdachte [medeverdachte 1] , naar Duitsland gereden om daar een alarmpistool te kopen. Verdachte heeft vervolgens ook een alarmpistool doorverkocht. Door het verkopen van een dergelijk wapen heeft verdachte een vuurwapen in omloop gebracht, kennelijk alleen uit winstbejag, zonder rekening te houden met de eventuele gevolgen die het feitelijk gebruik van dat wapen kunnen hebben.
Verder heeft verdachte in zijn woning twee messen voorhanden gehad. Verboden wapenbezit brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de openbare orde en van individuele personen met zich mee en dient dan ook te worden bestreden. De rechtbank rekent hem de bewezen verklaarde feiten dan ook zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 3 mei 2021 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van een reclasseringsadvies van 8 februari 2021. Hieruit volgt dat het risico op recidive als gemiddeld wordt ingeschat. Hoewel verdachte al jaren (af en aan) veel drugs gebruikt is zijn strafblad beperkt. Er is sprake van instabiliteit op verschillende leefgebieden. Het feit dat betrokkene zich nu open stelt voor behandeling en begeleiding zal de kans op recidive reduceren. De reclassering adviseert de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden: 1) meldplicht bij de reclassering; 2) gedragsinterventie middelengebruik; 3) ambulante behandeling en 4) locatiegebod.
De op te leggen straf
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een forse gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten, voor zover deze het reeds ondergane voorarrest te boven gaat, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en heeft verzocht een daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf en/of een taakstraf op te leggen. Een dergelijke straf doet echter geen recht aan de ernst van de feiten.
De op te leggen straf zal lager zijn dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank houdt daarbij rekening met de bewezenverklaring en rol van verdachte ten opzichte van zijn medeverdachten, zijn proceshouding, zijn persoonlijke omstandigheden en de omstandigheid dat verdachte een half jaar elektronische controle heeft gehad tijdens zijn schorsing.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen en omdat de rechtbank het belang inziet van de geadviseerde voorwaarden, zal zij van deze gevangenisstraf een gedeelte van 9 maanden voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank ziet de noodzaak van het opleggen van de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd en zal daarom voornoemde voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf verbinden.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een contactverbod met [medeverdachte 1] en/of een locatiegebod als bijzondere voorwaarden op te leggen.
Voorlopige hechtenis
Verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis, die bij beslissing van deze rechtbank van
17 december 2020 met ingang van 22 december 2020 onder voorwaarden is geschorst. De rechtbank beveelt thans de opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Met het onderhavige vonnis zijn de ernstige bezwaren gegeven en ook de aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende gronden zijn onverkort aanwezig.
De aan de eerder bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende omstandigheden zijn in het licht van dit vonnis niet meer aan de orde, althans – afgewogen tegen het strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis - nu van onvoldoende gewicht om opnieuw schorsing van die voorlopige hechtenis te rechtvaardigen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 47, 57, 63 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 13, 14, 26, 31, 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2 en 3 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht,
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
9 (negen) maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
twee (2)jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich bij Reclassering Nederland op het adres Middendreef 293 in Lelystad, zal melden, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Binnen de meldplicht zal de reclassering zich richten op het stabiliseren van de diverse leefgebieden, het monitoren van de behandeling bij de Waag en verdachte aanmelden voor de gedragsinterventie;
* actief zal deelnemen aan de gedragsinterventie Leefstijltraining of een andere
gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider. Indien vanuit de gedragsinterventie blijkt dat verdere behandeling op dit gebied noodzakelijk wordt geacht, dient verdachte zich hieraan te conformeren;
* zich zal laten behandelen door de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is intramuraal gestart. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;

Voorlopige hechtenis

- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Ludwig, voorzitter, mrs. H.J. Bos en V.C Kool, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Vos, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juli 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 27 januari 2020 tot en
met 29 februari 2020 te Lelystad en/of te Amersfoort althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere wapen(s) van categorie III onder 1 en/of van categorie II onder 1 en/of van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een of meerdere vuurwapens en/of munitie (van het merk/type: Uzi en/of Scorpion en/of
Grizzly en/of Tokarov en/of
- een alarmpistool en/of een gasrevolver (merk: Reck, model: Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] ) en/of
- een (gas)pistool (merk: Ekol, model: Majör, kaliber 9mm P.A.Blanc met bijbehorend
patroonmagazijn) en/of
meerdere hoeveelheden munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te
weten:
- 12 scherpe patronen (kaliber: 7.65mm, merken: nny en/of S&B en/of G.F.L.) en/of
- 3 scherpe (knal)patronen (kaliber: 9mm RK, merk: Walther) en/of
- 1 scherp patroon (kaliber: .22short, merk: X Super) en/of
- 1 scherp patroon (kaliber: 9mm Luger, merk: S&B) en/of
- 1 scherp patroon (kaliber: 7.62x39mm, merk: Igman)
zijnde (een) vuurwapen(s) en/of (een) vuurwapen(s) geschikt om automatisch te vuren
en/of munitie heeft overgedragen en/of voorhanden heeft gehad en/of van het transformeren,
uitwisselen, verhuren of anderszins ter beschikking stellen, herstellen, beproeven of
verhandelen van voornoemde wapens een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 4 januari 2020 tot en
met 22 februari 2020 te Emmerich, althans in Duitsland en/of te Lelystad, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(zonder consent) een of meerdere wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool en/of een gasrevolver (merk: Reck, model: Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] ), zijnde een vuurwapen, heeft doen binnenkomen en/of voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 18 augustus 2020 te Lelystad, een of meerdere wapens van categorie I onder 1 en/of categorie III onder 3e van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto en/of een valmes, zijnde een wapen, voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 29 oktober 2020, genummerd 20201020.1200.4366, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 936 (onderzoek 03TENOR, zaaksdossier 3, deel 1 t/m 4, en aanvullende processen-verbaal). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 1 tot en met 4 (zaakdsdossier 3 deel 1).
3.Pagina’s 193 tot en met 196 en 342.
4.Pagina 305 tot en met 308.
5.Pagina 335 tot en met 338.
6.Pagina’s 343 tot en met 350.
7.Pagina’s 505 en 508.
8.Pagina’s 489 en 490, kennisgeving van inbeslagneming op pagina 499 en 501.
9.Pagina 907 en relaas proces-verbaal, 3e aanvullend zaaksdossier 3, digitale pagina 5.
10.Pagina 911 en relaas proces-verbaal, 3e aanvullend zaaksdossier 3, digitale pagina 5.
11.Pagina 370 tot en met 372.
12.Pagina 393 en proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming op pagina 391.
13.Pagina 897 en 898 en relaas proces-verbaal, 3e aanvullend zaaksdossier 3, digitale pagina’s 3 en 4.
14.Pagina 893 en relaas proces-verbaal, 3e aanvullend zaaksdossier 3, digitale pagina’s 3 en 4.