4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 2 (zaaksdossier 3)
Het onder 2 ten laste gelegde feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft dit feit bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 11 juni 2021;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen doorzoeking ter inbeslagneming van 18 augustus 2020, genummerd 200818.1215-549, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, inclusief bijlagen, doorgenummerde pagina’s 568 tot en met 574;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 december 2020, genummerd PL0900-2020038241-90, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, inclusief bijlagen, doorgenummerde pagina 852 tot en met 856;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 29 december 2020, genummerd PL0900-2020038241-91, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, inclusief bijlagen, doorgenummerde pagina 871 en 872.
Bewijsmiddelen feit 1
In
het proces-verbaal van bevindingenvan 12 maart 2020 heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op de telefoon met simkaart met nummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] werd de applicatie Telegram aangetroffen, waarin een gesprek werd aangetroffen tussen [medeverdachte 1] en een gebruikersnaam [gebruikersnaam] (hierna: [gebruikersnaam] ).
Maandag 27 januari 2020
[medeverdachte 1] legt contact met [gebruikersnaam] via Telegram. [medeverdachte 1] geeft aan dat een vader van een maatje een uzi heeft liggen en er vanaf wil. [gebruikersnaam] geeft aan deze wel te wil kopen voor € 1.300,-. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij gaat overleggen met zijn maatje.
Dinsdag 28 januari 2020
[medeverdachte 1] vertelt aan [gebruikersnaam] dat de vader van zijn maatje akkoord gaat met € 1.300,-.
Woensdag 29 januari 2020
[medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] maken voor zaterdagmiddag een afspraak voor de deal. De deal zou plaats gaan vinden in Lelystad. [gebruikersnaam] vraagt voor zijn zekerheid een foto van de uzi met een papiertje erbij met zijn naam er op. [medeverdachte 1] gaat hiermee akkoord.
Donderdag 30 januari 2020
[gebruikersnaam] stuurt een foto met meerdere briefjes van 50 euro en een briefje met de tekst [tekst] . [medeverdachte 1] stuurt vervolgens een foto met een uzi met een briefje met de tekst [tekst] .
Zaterdag 1 februari 2020
[gebruikersnaam] vraagt aan [medeverdachte 1] bij welk adres hij moet zijn. [medeverdachte 1] geeft aan dat zijn maatje ook bij de deal aanwezig zou zijn en hij eerst wil overleggen met hem. [medeverdachte 1] geeft aan [gebruikersnaam] het adres [adres] door. Ook geeft hij het adres van de school [school] door. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] spreken vervolgens rond 13:00 uur af.
Om 15:00 uur bedankt [medeverdachte 1] [gebruikersnaam] voor de eerlijke zaken.
[medeverdachte 1] vertelt [gebruikersnaam] dat ze ook nog een Scorpion hebben liggen.
Dinsdag 4 februari 2020
[medeverdachte 1] vertelt [gebruikersnaam] dat de vader van zijn maat de Scorpion voor € 1.500,- euro wil
verkopen.
Woensdag 5 februari 2020
[medeverdachte 1] stuurt een foto van de Scorpion en een handvuurwapen naar [gebruikersnaam] . [gebruikersnaam] geeft aan dat er een klein magazijn in de Scorpion zit. [gebruikersnaam] vertelt [medeverdachte 1] dat hij 1700 euro wil betalen met een ander magazijn. [medeverdachte 1] geeft aan dat 1700 euro prima is. [gebruikersnaam] en [medeverdachte 1] spreken vervolgens zaterdag af.
Vrijdag 7 februari 2020
[medeverdachte 1] geeft zijn adres [adres] door. Om 13:09 uur vertelt [gebruikersnaam] aan [medeverdachte 1] dat hij er is.
Dinsdag 11 februari 2020
[medeverdachte 1] stuurt [gebruikersnaam] twee foto’s van handvuurwapens. Uit het gesprek blijkt dat het om een Tokarev en een Grizzly gaat en dat ze eigendom zijn van de pa van het maatje. [medeverdachte 1] vertelt dat ze alles nog aan het verzamelen zijn. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] komen uit op een prijs van 3K (€ 3.000,00).
Woensdag 12 februari 2020
[medeverdachte 1] geeft aan dat ze ook een uzi met demper hebben. [gebruikersnaam] vraagt aan [medeverdachte 1] wat hij voor de uzi wil hebben. [medeverdachte 1] stuurt een foto van de uzi naar [gebruikersnaam] . [medeverdachte 1] geeft aan dat die pa er 2k (€ 2.000,00) voor wil hebben. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] komen uit op de volgende prijzen: Tokarev € 800,- , Uzi € 1.900,-, Grizzly € 2.200,-. [gebruikersnaam] en [medeverdachte 1] gaan hiermee akkoord. [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] spreken af voor vanavond.
Om 21:27 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij er is.
Donderdag 13 februari 2020
[gebruikersnaam] vertelt [medeverdachte 1] dat hij ontzettend blij is met de Grizzly.
In het
proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2020heeft verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op de telefoon met simkaart met nummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 2] werd de applicatie WhatsApp aangetroffen, waarin een gesprek werd aangetroffen tussen [medeverdachte 2] en een contactpersoon genaamd [contactpersoon] , met nummer [telefoonnummer] . Het nummer [telefoonnummer] is gekoppeld aan [verdachte] , geboren op [1965] te [geboorteplaats] . In de gemeentelijke basis administratie is te zien dat [verdachte] de vader is van [medeverdachte 2] .
Het WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] .
1 [medeverdachte 2]
2 [verdachte]
Dinsdag 4 februari 2020
Tijdstip : 10:47 uur
1: Hoeveel moet je trouwens voor die gereedschap waar we het over hadden? Heb iemand die alles wilt hebben. Ook als het kapot is.
2: Welk gereedschap
2: O dat
2: Ik heb nog een kapotte of had jij die.
2: En die andere 1500
1: Wat wil je ervoor?
2: 200
Tijdstip : 13:44 uur
1: Hey Pa. Heb het geregeld. Die gozer komt alleen van buiten de stad dus kan alleen avonds. Kan ik het van je krijgen en het regelen.
2: Zal vanavond de spullen zoeken
2: Wanneer moet je het hebben
2: Wat is de prijs
1: Morgen. En 1750
2: Betaling in 1 keer
1: Ja gelijk oversteken geen gezeik.
Donderdag 6 februari 2020
Tijdstip : 11:54 uur
2: Hoe staat het met het gereedschap
1: Veilig. Alleen die gozer komt niet vandaag. Hij wilt wel die grote voetbak van 20
erbij.
Vrijdag 7 februari 2020
Tijdstip : 12:02 uur
1: Hoeveel mochten we trouwens mee eten?
2: 200
2: -50 voor eetbak
Tijdstip : 16:42 uur
2: Ben je al geweest
1: Ja. Ik heb straks nog een afspraak zal ik het anders bij je droppen straks?
1: Rond kwart voor 6 wordt ik gehaald. Dan kan ik gelijk jou kant op
2: Ok
Maandag 10 februari 2020
2: Kan die friend ook voer voor die grissley gebruiken.
1: Ja dat sowieso.
2: Oke. Wat wil je ervoor?
1: 50? per doos
2: Yes.
Woensdag 12 februari 2020
Tijdstip: 09:36 uur
1: Hey pa. Heb die doosje 44 nodig als t kan. Of allemaal. Heb iemand. En die 500 heb ik afgesproken. Maar hij wilt ook die 44 doosje.
2: 1 doos
1: Oke
Tijdstip 13:59
1: Hey pa. Hoelaat ben je weer Lelystad? Want die gozer komt zsm dus als je
klaar bent zie ik je graag. Heb die doosjes nodig de hiltis en dan de voerbakjes als
het kan.
2: 4:30 uur
1: Oke
1: Die gozer geeft 17 voor waar je 20 voor wilt.
2: Is goed
2: En de rest
1: 700 voor waar je de mag van vond
Donderdag 13 februari 2020
Tijdstip: 09:23 uur
1: Had de voer bakjes die extra mee terug. Hij kon er niet veel mee.
1: Is goed
1: 2350
2: 125 te kort
1: Ja hij wilde een onderdeel van de u halen.
2: Dat soort dingen moet je wel melden, want dat is niet de bedoeling de prijs was
afgesproken.
1: Ja was het al helemaal vergeten sorry. Hij dacht ook dat we voor de hand voer
hadden. Want die voer kon hij dus niet maken.
1: Maar zei al die hebben we niet.
2: 75 voor voer
1: Ja heb het over die 62.
2: Wat had je gedacht voor comissie
1: Geen idee.
2: Zeg maar
1: 200
2: Is goed
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen van 5 juni 2020onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Skorpion / Uzi - machinepistolen/ pistoolmitrailleursDe verdachte spreekt verder over een Skorpion V61.
Dit vuurwapen kan doorgaans semi- of vol automatisch worden afgevuurd.
De verdachte spreekt verder ook over een Uzi. De Uzi kan zowel semiautomatisch als vol automatisch worden afgevuurd.
Bovengenoemde Skorpion en Uzi betreffen een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1, categorie II sub 2 en/of categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
PistolenDe verdachte spreekt verder over een TT33. Het betreft hier vermoedelijk een oud Russisch semiautomatisch pistool. De pistolen worden in de volksmond ook wel het Tokarev pistool genoemd.
Bovengenoemde pistolen betreffen allen vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 2 september 2020heeft [medeverdachte 1] onder meer het volgende verklaard:
V: Dus samengevat, zeg je dat je die Uzi, Grizzley, Tokarev en een Scorpion verkocht aan [gebruikersnaam] . Klopt dat?
A: Ja.
V: Dus er is een partij die de wapens heeft, er is een partij die de afspraken maakt en de overdracht doet en er is een partij die de wapens afneemt, dus [gebruikersnaam] . Jouw gedeelte is dan de afspraken maken en de wapens leveren en de laatste partij die heeft de wapens aangeleverd aan jou, waar jij niets over wilt zeggen.
A: Dat klopt.
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 1 september 2020heeft [medeverdachte 2] onder meer het volgende verklaard:
Aan een persoon welke je kent als [gebruikersnaam] heb je een tas met wapens afgegeven. Jij, [medeverdachte 1] en je vader hebben besloten de tas door te verkopen om er van af te zijn.
Klopt deze samenvatting?
A: Klopt als een bus.
A: De eerste keer dat we [medeverdachte 3] ontmoetten, heeft [medeverdachte 1] een Uzi aan [medeverdachte 3] verkocht. Later heb ik zelf de tas met wapens van mijn vader aan [medeverdachte 1] gegeven en die heeft ze aan [medeverdachte 3] verkocht.
A: Ik had de tas aan [medeverdachte 1] afgegeven en [medeverdachte 1] heeft toen een afspraak met [medeverdachte 3] gemaakt voor de levering. Ik heb vervolgens het geld voor mijn vader gekregen en ben toen weer weggegaan. Het geld heb ik de volgende dag aan mijn vader gegeven.
V: Wat wordt bedoeld met voer voor de Grizzley?
A: Volgens mij gaat het hier om munitie. Dat is gewoon bijgeleverd, dat zat ook in die zak.
Verdachte heeft
ter terechtzitting van 11 juni 2021, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Het klopt dat ik meerdere wapens in mijn bezit heb gehad. Ik heb een zak met wapens gekocht van een collega. Dat ging (onder andere) om een Uzi, een Scorpion, een Grizzly en een Tokarev. Die wapens zijn vervolgens door mijn zoon [medeverdachte 2] en een vriend van hem, [medeverdachte 1] , doorverkocht aan een derde partij.
In de WhatsAppgesprekken met [medeverdachte 2] hebben we het over ‘gereedschap’, maar dat ging over wapens. We hadden het ook over ‘voer’, daarmee bedoelden we kogels.
Bewijsoverwegingen feit 1
Medeplegen / wapenhandel
De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit van het medeplegen en het overdragen van de wapens aan de koper. Er is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de wapens heeft gekocht van een collega. Deze wapens zijn vervolgens via de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] doorverkocht aan een derde persoon, te weten [gebruikersnaam] oftewel [medeverdachte 3] . Verdachte was dus de leverancier en daarmee het startpunt van de wapendeals. Uit de WhatsApp gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 2] blijkt dat verdachte ook degene was die de verkoopprijs van de wapens aan [medeverdachte 3] bepaalde. Er was steeds direct contact met verdachte om dit af te stemmen. Daarnaast blijkt uit de WhatsApp gesprekken dat verdachte een groot gedeelte van de verkooprijs van de wapens ontving. Verdachte is daarmee een essentiële schakel geweest in het verkooptraject en heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de tenlastegelegde handel in vuurwapens. De bijdrage van verdachte aan deze wapenoverdrachten en de samenwerking met de medeverdachten zijn dan ook van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het medeplegen van het voorhanden hebben en het overdragen van vier automatische vuurwapens en munitie, wettig en overtuigend bewezen.
Beroep of gewoonte
De rechtbank is, met de raadsman, van oordeel dat verdachte ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit partieel dient te worden vrijgesproken van – kort gezegd – een beroep of gewoonte maken van wapenhandel.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt niet dat door verdachte dusdanig stelselmatig en op zodanig grote schaal met winstoogmerk in wapens is gehandeld, dat daaruit de conclusie kan worden getrokken dat verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van wapenhandel. Dit betekent dat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.