ECLI:NL:RBMNE:2021:3072

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
14 juli 2021
Zaaknummer
16/140328-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor handel in vuurwapens en verboden wapenbezit met aandacht voor de rol van de verdachte als spin in het web van de wapenhandel

Op 14 juli 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van handel in vuurwapens en verboden wapenbezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die als een spin in het web fungeerde, zich gedurende een periode van ongeveer zes maanden schuldig had gemaakt aan het verhandelen van verschillende soorten vuurwapens, waaronder automatische wapens, en bijbehorende munitie. De verdachte had een actieve rol in de wapenhandel en was betrokken bij meerdere transacties, waarbij hij niet alleen als leverancier optrad, maar ook als afzetkanaal voor anderen. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de officier van justitie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard op basis van het Tallon-criterium, en oordeelde dat er geen sprake was van een niet-herstelbaar vormverzuim. De rechtbank hield rekening met de meewerkende houding van de verdachte tijdens het onderzoek en legde een gevangenisstraf op van vijf jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het risico dat de handel in vuurwapens met zich meebracht voor de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/140328-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 10 september 2020, 25 november 2020, 17 februari 2021, 21 april 2021 en 9 juni 2021. Het onderzoek is gesloten op 14 juli 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. Y. Moszkowicz, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 17 februari 2021 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 (zaaksdossier 3)
in de periode van 27 januari 2020 tot en met 12 februari 2020 te Amersfoort en/of te Lelystad, een handvuurwapen, een Scorpion, een Uzi-vuurwapen, een Grizzly en een Torakev, heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad;
feit 2 (zaaksdossier 4)
in de periode van 1 november 2019 tot en met 22 april 2020 te Arnhem en/of Oss en/of Nijmegen en/of Amersfoort, (zonder consent) samen met anderen een groot aantal (gas)pistolen (onder andere van het type/merk Ekol), heeft doen binnenkomen, heeft doen uitgaan, heeft getransformeerd, heeft verhandeld, heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad, en hij van het plegen een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 3
op 8 mei 2020 te Nieuwegein een zilverkleurige revolver met een ivoren kolf (merk Smith & Wesson) voorhanden heeft gehad;
feit 4 (zaaksdossier 4)
op 18 mei 2020 te Amersfoort automatische vuurwapens voorhanden heeft gehad;
feit 5 (zaaksdossier 4)
op 24 mei 2020 te Amersfoort een revolver Clock 17 en/of een revolver (merk onbekend) voorhanden heeft gehad;
feit 6
op 27 mei 2020 te Amersfoort een revolver (merk/type: Harrington & Richardson) en 606 stuks munitie (van diverse merk/types) voorhanden heeft gehad;
feit 7
in de periode van 1 december 2019 tot en met 27 mei 2020 te Amersfoort en/of Nieuwegein, (zonder consent) samen met anderen, meerdere malen,
- een (automatische) vuurwapen (merk Uzi) en een pistool merk Tokarev type TT33 (zaaksdossier 1) en;
- een gas(alarm)pistool merk Ekol (type Volga), zes pistolen merk CZ 27 en drie gas/alarmpistolen merk Zoraki M906 (zaaksdossier 2) en;
- vier gas(alarm)pistolen (zaaksdossier 3) en;
- een pistool (Desert Eagle), een revolver Cold Piton, twee revolvers, een pistool merk CZ 27, een alarmpistool merk BBM, een gas (alarm)pistool merk Zoraki en een pistool (merk Glock) (zaaksdossier 6) en;
- 100 patronen van kaliber 7.62 (geschikt voor een automatisch vuurwapen), een AK-47 en munitie, te weten 200 patronen van kaliber 7.62 (zaaksdossier 5)
heeft doen binnenkomen, heeft getransformeerd, heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad, en hij van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

3.1
Geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is.
3.2
Bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat zij bevoegd is tot kennisneming van het tenlastegelegde.
3.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitieDe raadsman heeft ten aanzien van feit 7, laatste gedachtestreepje, partiële niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de strafvervolging bepleit. Bij de toepassing van de pseudokoop is in strijd gehandeld met het Tallon-criterium, omdat verdachte door het handelen van de undercover-opsporingsambtenaren is gebracht tot het begaan van het strafbare feit. Er is sprake geweest van een onrechtmatige uitlokkingssituatie. Het initiatief van de aankopen kwam vanuit de politie en ging niet van verdachte zelf uit. Het opzet (de intentie) van verdachte was niet reeds tevoren gericht op het verkopen van 7.62 munitie, dan wel een automatisch vuurwapen. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op in de zin van artikel 359a Wetboek van Strafvordering (Sv), dat dient te leiden tot partiële niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het verweer.
Zoals de rechtbank hieronder (onder 4.3) zal overwegen, is van schending van het Tallon-criterium geen sprake, zodat partiële niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie op deze grond niet aan de orde is.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn ook voor het overige geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
3.4
Redenen tot schorsing van de vervolging
De rechtbank stelt vast dat er geen redenen zijn tot schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Ten aanzien van feit 7 geldt dat alle gedachtestreepjes zijn te bewijzen, met uitzondering van de BBM, Zoraki en Glock onder gedachtestreepje 4. Ook dient er ten aanzien van feit 7 vrijspraak te volgen van het medeplegen, met uitzondering van de verkoop van de gasalarmpistolen onder het tweede en derde gedachtestreepje.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 5 ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4 en 6 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Met betrekking tot het onder feit 5 ten laste gelegde heeft de raadsman zich geschaard achter het standpunt van de officier van justitie en vrijspraak bepleit.
Ten aanzien van het onder feit 7, laatste gedachtestreepje, ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van de pseudokopen zijn geschonden. Het is onduidelijk waarom er na de eerste overdracht nog een tweede pseudokoop noodzakelijk was. Verder is het onbegrijpelijk waarom er direct voor de toepassing van twee bijzondere opsporingsmethoden is gekozen. Met alleen de bevoegdheid van stelselmatige informatie-inwinning had de politie ook de gewenste informatie kunnen verkrijgen. Verdachte heeft hierdoor nadeel ondervonden en is geschaad in zijn verdedigingsbelang. Gelet op het voorgaande is er sprake van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, hetgeen dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de processen-verbaal die zien op de pseudokopen.
Verder heeft de raadsman aangevoerd dat de verdediging niet de gelegenheid heeft gehad om de (inmiddels overleden) verbalisant [verbalisant 1] effectief te ondervragen. De verdediging is op geen enkele wijze gecompenseerd voor dit nadeel. Dit gebrek aan effectieve ondervragingsmogelijkheden dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de verklaringen van verbalisant [verbalisant 1] . Daarbij is een beroep gedaan op de Vidgen-jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat er niet bij alle gedachtestreepjes (van feit 7) sprake is van medeplegen.
De raadsman heeft zich (ten aanzien van feit 7) voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak voor feit 4 en 5
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte daarom van deze feiten vrijspreken.
Bewijsmiddelen voor de feiten 1, 2, 3, 6 en (gedeeltelijk) feit 7
De feiten 1, 2, 3, 6 en de eerste vier gedachtestreepjes onder feit 7 zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 1:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 28 mei 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina 403 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 27 augustus 2020, genummerd 20202408.1648.7975.754, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 494 tot en met 496 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met foto bijlage van 12 maart 2020, genummerd PL0900-2020038241-2, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 5 (zaaksdossier 3);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (strafbaarheidsstelling) van 5 juni 2020, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 334 tot en met 338 (zaaksdossier 3);
Ten aanzien van feit 2:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 27 mei 2020, genummerd 20202705.1339.7975.279, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 371 tot en met 373 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 28 mei 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 385 tot en met 394 (algemeen dossier);
  • een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, inhoudende een weergave van tapgesprekken (onderzoek 03Tenor ) doorgenummerde pagina 28 tot en met 41 (zaaksdossier 4);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens met bijlage van 2 juli 2020, genummerd 2020070211308218, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] , pagina’s 375 en 376 (zaaksdossier 4);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens met bijlage van 25 mei 2020, genummerd 2021052508215282, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , pagina’s 1 tot en met 4 (pv verstrekken gegevens Kenatur CZ);
Ten aanzien van feit 3:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 27 mei 2020, genummerd 20202705.1339.7975.279, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina 375 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van pseudokoop van 13 mei 2020, opgemaakt door Nationale politie, team heimelijke opsporing, houdende het relaas van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina’s 18 en 19 (zaaksdossier 5)
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 juni 2020, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 7] , doorgenummerde pagina’s 204 tot en met 208 (algemeen dossier)
Ten aanzien van feit 6:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 28 mei 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 395 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (Meerval Amersfoort) (met fotobijlage) van 5 juni 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 8] , doorgenummerde pagina’s 25 tot en met 29 (forensisch dossier map 1);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 juli 2020, genummerd PL0900-2020096926-28, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 57 en 58 (forensisch dossier map 1);
Ten aanzien van feit 7:
gedachtestreepje 1:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 28 mei 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 400 tot en met 402 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 september 2020, genummerd Ultegra/NNRAA18019, opgemaakt door de politie Noord-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 9] , doorgenummerde pagina’s 37 tot en met 52 (zaaksdossier 1);
gedachtestreepje 2:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 28 mei 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 396 tot en met 399 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) van 1 maart 2020, genummerd PL1300-2020029168-52, opgemaakt door de politie Amsterdam, houdende het relaas van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] , doorgenummerde pagina’s 16 en 17, inclusief bijlagen (zaaksdossier 2);
gedachtestreepje 3:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 28 mei 2020, genummerd 20202805.1248.7975.298, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina 403 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met foto-bijlage) van 12 maart 2020, genummerd PL0900-2020038241-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] , doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 5 (zaaksdossier 3);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 2 september 2020, genummerd 20200109.1510.7975.594, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van verdachte [medeverdachte] , doorgenummerde pagina 654 (zaaksdossier 3);
gedachtestreepje 4:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 5 juni 2020, genummerd 20200506.1129. 7975.338, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina 430 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2020, genummerd 20202706.2012.7975.427, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een bekennende verklaring van verdachte, doorgenummerde pagina’s 458 toe en met 460 en 474 (algemeen dossier);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 juni 2020, genummerd 2020061013204625.375, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant P.R. Meester, doorgenummerde pagina’s 166 tot en met 168, 184 en 185 (algemeen dossier);
Bewijsmiddelen voor feit 7 (gedachtestreepje 5) [1]
In
het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevensvan 16 december 2020, heeft verbalisant [verbalisant 14] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 23 april 2020 kreeg ik, verbalisant de opdracht om (strafbare) activiteiten in relatie tot handel van vuurwapens en/of munitie, verricht door de adverteerder met Telegramnaam " [telegramnaam] (nader te noemen [telegramnaam] , username "@ [username] ) bij te houden en middels proces-verbaal vast te leggen ten behoeve van het onderzoek en de te verrichten pseudokoop.
De online activiteiten verricht door [telegramnaam] verliepen via Telegram, een online- chatapplicatie. Hierbij nam ik onder andere waar dat:
  • [telegramnaam] de eigenaar is van Telegram groep @ [telegramgroep 1]
  • [telegramnaam] op 23 april 2020 zijn Telegram displayname wijzigt naar " [displayname] "
  • [telegramnaam] op 27 april 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 4 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 5 mei 2020 verschillende soorten munitie aanbiedt in groep
  • [telegramnaam] op 8 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 9 mei 2020 in de groep
handvuurwapen plaatst;
  • [telegramnaam] op 10 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 10 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 11 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 12 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 20 mei 2020 in de groep
  • [telegramnaam] op 21 mei 2020 in de groep "
Uit de
chatberichtenmet Telegram-gebruiker @ [username] blijkt het volgende:
6 Mei 2020
20:39 Verbalisant: broer kan je levere
20:45 @ [username] : Wat?
(…)
20:57 Verbalisant: 7.62??
20:57 @ [username] : Toka of ak?
20:58 @ [username] : Toka is op wel bestelt volgende week binnen
20:58 @ [username] : Ak nog genoeg
21:00 Verbalisant: Voor ak broer
21:00 Verbalisant: 762 39
(…)
22:58 Verbalisant: Doosje heeft 50 toch?
22:58 Verbalisant: 4 doosjes broer
22:58 Verbalisant: Prijs?
23:23 @ [username] : 700
23:33 Verbalisant: [naam]
23:33 Verbalisant: Ik connect je morgen
7 Mei 2020
17:37 Verbalisant: Is et goede kwali
17:40 @ [username] : Ja absoluut
17:42 Verbalisant: is et getest?
18:00 @ [username] : Ja bro
18:00 @ [username] : Ijs origineel
(…)
18:12 @ [username] : Ik heb alleen nog 2 doosjes
18: 15 Verbalisant is niet anders
(…)
18:20 @ [username] : Ik hou die 2 vast voor je tot morgen oké
18:23 Verbalisant: hoe laat
18:27 @ [username] : Of ochtend of half 12 of middag 5 uur
18:28 Verbalisant: 5 is goed
18:28 Verbalisant: kan je Nieuwegein
(...)
18:51 @ [username] : Lukt wel
8 Mei 2020
14:07 Verbalisant: 5 uur gaat lukke toch??
14: 16 @ [username] : Ja half uurtje eerder ook wel is dat goed?
14:17 @ [username] : 360 euro 2 doosjes ak toch?
14:22 Verbalisant: Ja toch
(…)
14:41 Verbalisant: beter gewoon 5 uur bro
16:42 Verbalisant ben dr
16:52 @ [username] : Kom eraan
11 Mei 2020
(...)
12:54 Verbalisant: die lijpe ballas van jou passen niet in kleine tories bro
12:55 @ [username] : Ak 47
12:55 @ [username] : Ja dat kost ff tijd
13:11 Verbalisant hoeveel tijd heb je nodig?
13:12 @ [username] : Ligt eraan soms heb ik er 9 in een week soms 2 in
een maand
(…)
13:57 @ [username] : Ak47 is waarschijnlijk geregeld
13:57 @ [username] : Wacht op groen licht en prijs
12 Mei 2020
10:28 @ [username] : Ak word geregeld ligt donderdag hier
(…)
14 Mei 2020
(...)
16:54 Verbalisant: is ie binne
16:54 @ [username] : komt zo op mijn werk binnen
16:57 Verbalisant 22 uur
17:33 @ [username] : ga ik redden als iets later is hoor jij dat optijd [3]
Verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 1] hebben in een
proces-verbaal van pseudokoop van 3 mei 2020onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 8 mei 2020 bevonden wij, verbalisanten, ons op de parkeerplaats gelegen naast McDonald’s te Nieuwegein. Ik, [verbalisant 1] , zag op de mobiele telefoon waarmee ik middels Telegram in contact stond, dat [displayname] een bericht via Telegram verzond: "Kom eraan". Hierop zagen wij dat de personenauto onze kant op reed en links naast ons voertuig parkeerde. Wij herkenden de bestuurder als [verdachte] .
Wij zagen dat [verdachte] ons 2 dozen toonde. Ik, [verbalisant 1] , zag dat de twee dozen in de plastic tas overeenkwamen met de dozen die [displayname] op Telegram aanbood, bevattende 7.62x39mm munitie. Ik, [verbalisant 1] , vroeg [verdachte] om 2 of 3 stuks munitie uit de doosjes te pakken en deze aan mij te geven. Wij zagen dat [verdachte] 1 van de 2 doosjes munitie opende. Wij zagen dat [verdachte] mij, [verbalisant 1] , een patroon uit de doos aanreikte. Ik pakte de patroon die [verdachte] op de rechtervoorstoel had gelegd. Wij zagen dat het een patroon betrof van het kaliber 7.62x39mm.
Wij hoorden dat [verdachte] aangaf bekend te staan als [telegramnaam] op Telegram waarbij hij toevoegde: " [telegramnaam] regelt het wel".
Ik, [verbalisant 1] , gaf het geld (€ 360,00) aan [verdachte] . Wij zagen dat [verdachte] mij, [verbalisant 1] , vervolgens de roodkleurige tas met daarin de 2 dozen munitie overhandigde. Hierop nam ik [verbalisant 1] de tas met de munitie aan van [verdachte] . Ik, [verbalisant 1] , keek in de tas en zag 2 dozen munitie liggen waarvan 1 doos was aangebroken.
Wij hoorden [verdachte] zeggen: "Ik kan alles leveren". Ik, [verbalisant 6] vroeg wat hij bedoelde met "alles". Hierop hoorden wij [verdachte] het volgende antwoorden: "Alles wat je maar wilt. Automatisch, zwaar, AK, vooral exclusieve dingen". [4]
Verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 1] hebben in een
proces-verbaal van pseudokoop van 14 mei 2020onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 14 mei 2020 bevonden wij, verbalisanten, ons op de parkeerplaats gelegen naast McDonald's te Nieuwegein.
Wij zagen een zwarte personenauto, nader te noemen BMW, de parkeerplaats oprijden. Wij zagen dat de BMW naast ons inparkeerde en herkenden de bestuurder direct als [verdachte] .
Ik, [verbalisant 1] , opende de linker achterportier, waarna ik plaatsnam op de achterbank van de BMW achter [verdachte] . Ik, [verbalisant 1] , zag een blauwe Albert Heijn "big shopper" boodschappentas op de vloer voor de achterbank liggen met daarin een wapen dat ik ambtshalve herkende als een AK-47.
Ik, [verbalisant 6] , stond op dat moment ter hoogte van de rechter voorportier van de BMW waar het raam inmiddels was geopend door [verdachte] .
Wij hoorden [verdachte] onder andere zeggen: "Ik kan alles leveren. Granaatwerper, scorpion, evo, alles broer. Ik ga op voor terreur.’
Ik, [verbalisant 1] , nam de AK-47 ter hand. Wij hoorden [verdachte] zeggen: "Kogels zitten in de tas".
Ik, [verbalisant 1] , gaf het afgesproken geldbedrag aan [verdachte] , zijnde vierduizend (4000) euro voor de AK-47 en de vier dozen munitie van het kaliber 7.62x39mm.
Wij namen afscheid namen van [verdachte] en namen daarbij de AK-47, alsmede de 4 dozen munitie, met ons mee. [5]
In
het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevensvan 22 juli 2020 heeft verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
1.Goednummer : PL0900-2020038241-2629380 (geweer) en
PL0900-2020038241-2629388 (patroonmagazijn)
SIN: AANR0624NL (geweer) en
AANR0625NL (patroonmagazijn)
Wapen: Automatisch vuurwapen, aanvalsgeweer, merk/ model AK 47, incluis uitneembaar patroonmagazijn
Categorie: II sub 2
2.
Goednummer: PL0900-2020038241-2629393 en
PL0900-2020038241-2629395
SIN: AANR0626NL en
AANR0627NL
Munitie: Munitie, kaliber 7,62x39 mm
Categorie: III
De munitie voorzien van het SIN AANR0626NL werden met het onder 1
Beschreven vuurwapen in beslag genomen. Het betroffen hier 4 dozen munitie,
á 50 stuks, kaliber 7.62 x 39 mm.
De munitie voorzien van het SIN AANR0627NL werden eerder afzonderlijk in
beslag genomen. Het betreffen hier 2 dozen munitie, á 50 stuks, eveneens van
het kaliber 7.62 x 39 mm.
Bovengenoemde scherpe patronen, zijn munitie bestemd of geschikt om een
projectiel door middel van het onder 1 beschreven vuurwapen, en elk ander
scherp schietend vuurwapen, kaliber 7.62 x 39 mm, af te schieten. [6]
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 27 mei 2020heeft verdachte onder meer het volgende verklaard:
Op vrijdag 8 mei werd er door deze mannen munitie bij je gekocht.
V: Wat heb je verkocht?
A: 2 dozen munitie van kaliber 7.62 x 39 voor 180 euro per doos. Er zitten er 50 in een doos.
V: Door de "geheime" politiemannen is na de aankoop van munitie ook nog een wapen bij jou gekocht met munitie, dus een tweede aankoop. We hebben het over de AK. Dit is geweest op 14 mei 2020. Daarvan zeg jij dat je in het bezit van de AK bent gekomen bij het tankstation bij de Esso. Klopt dat?
A: Nee, ik heb hem op mijn werk gekregen. De jongen kwam voor bij mijn werk op de parkeerplek. Hij gaf mij de AK in een tas. Ik heb de tas achter in mijn auto gezet.
V: Die dag dat jij de tweede ontmoeting had met onze mannen, vertel?
A: Ik had die dag dus twee aankopen, een Scorpion en een AK in een Albert Heijn tas. [7]
Bewijsoverwegingen
Tallon citerium
De raadsman heeft (primair) aangevoerd dat er bij de toepassing van de pseudokoop in strijd is gehandeld met het Tallon-criterium. Dit levert naar het oordeel van de verdediging een onherstelbaar vormverzuim op en dient tot partiële niet-ontvankelijkheidverklaring van het Openbaar Ministerie te leiden.
De rechtbank stelt voorop dat ingevolge het zogenoemde Talloncriterium, dat ten aanzien van de pseudokoop is neergelegd in artikel 126i, tweede lid, Sv, de opsporingsambtenaar bij toepassing van de bevoegdheid van pseudokoop een persoon niet mag brengen tot het plegen of beramen van andere strafbare feiten dan waarop diens opzet reeds tevoren was gericht. Dit wordt ook wel het verbod van uitlokking genoemd.
De rechtbank overweegt dat de transacties in het kader van de pseudokoop niet afwijken van hetgeen uit de overige onderzoeksbevindingen (in de context van het gehele dossier) volgt en dat deze transacties naadloos aansluiten op het handelen van verdachte in de periode van zowel vóór als ná de pseudokoop, namelijk het verkopen van allerlei soorten wapens, van ombouwwapens tot zware wapens, en munitie. Zo heeft verdachte voorafgaand aan het contact met de pseudokopers (en ook voordat hij de pseudokopers had gesproken), diverse soorten wapens, waaronder een Uzi en een Tokarev (zie zaaksdossier 1), verhandeld. Daarnaast volgt uit de activiteiten van verdachte op Telegram - waargenomen door verbalisant [verbalisant 14] - dat verdachte in diverse groepen met betrekking tot wapenhandel zat en daarin ook actief was. Toen verdachte vervolgens door de pseudokoper werd gevraagd of hij ‘
kon leveren, 7,62’,vroeg verdachte meteen
‘Toka of AK’en deelde daarna mee ‘
Toka is volgende week binnen en Ak nog genoeg’.Ook op het bericht van de politiële pseudokoper dat
‘die lijpe ballas van jou passen niet in kleine tories’, antwoordde de verdachte ‘
Ak 47, dat kost even tijd’.Tot slot volgt uit de verklaringen van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 1] dat verdachte tijdens de pseudokoop op 8 mei 2020 (en ook op 14 mei 2020) heeft aangegeven dat hij
‘alles kan leveren. Automatisch, zwaar, AK, vooral exclusieve dingen’. De raadsman heeft betwist dat verdachte dit gezegd zou hebben, maar de rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de inhoud van het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal. Bovendien heeft verdachte wel erkend dat hij gezegd zou hebben dat hij ‘van alles’ kan leveren. Dat deze opmerking grootspraak zou zijn, zoals door de verdediging wordt beweerd, acht de rechtbank ongeloofwaardig gelet op de hiervoor geschetste context.
Gelet op voornoemde omstandigheden is genoegzaam komen vast te staan dat het opzet van verdachte reeds bestond en was gericht op de verkoop van zware wapens (AK-47) en munitie (patronen van patronen van kaliber 7.62) en dat hij door de pseudokopers niet tot meer is verleid, laat staan tot wat anders, dan waarop zijn opzet reeds was gericht.
Hetgeen voor het overige is gesteld door de verdediging - namelijk dat er tijdens de pseudokoop meer besproken zou zijn geweest dan in het proces verbaal van de pseudokoop is opgenomen en/of dat de opgetekende gang van zaken op onderdelen niet correct is geverbaliseerd – kan, wat daar verder ook van zij, niet tot een ander oordeel leiden.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van schending van het Tallon-criterium en dat in dat kader dus ook geen sprake is van schending van artikel 6 en 8 EVRM. Het verweer tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wordt derhalve verworpen.
Proportionaliteit en subsidiariteitDe raadsman heeft (subsidiair) aangevoerd dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn geschonden, hetgeen een onherstelbaar vormverzuim oplevert en dient te leiden tot bewijsuitsluiting.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de omstandigheden zoals die naar voren komen uit het dossier, de officier van justitie in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor de inzet van de gebruikte bijzondere opsporingsbevoegdheden tegen verdachte. Gelet op de ernst van het misdrijf was de pseudokoop (naast stelselmatige inwinning van informatie) een geëigende opsporingsmethode om vast te stellen of verdachte zich daadwerkelijk bezig hield met de handel in vuurwapens. De inzet van de pseudokoop is dan ook niet disproportioneel te achten. Het enkele feit dat de inzet herhaaldelijk is toegepast, maakt de uitvoering van de opsporingsbevoegdheid niet onrechtmatig. Bovendien overweegt de rechtbank dat de pseudokopers op 8 mei 2020 twee doosjes munitie (totaal 100 stuks, kaliber 7.62) hebben gekocht bij verdachte. Tijdens deze koop liet verdachte weten dat hij ‘alles kan leveren, automatisch, zwaar, AK, vooral exclusieve dingen’. Zoals hiervoor is overwogen, gaat de rechtbank uit van de juistheid van de inhoud van dat proces-verbaal. Gelet op voornoemde uitspraak van verdachte en de overige omstandigheden zoals die naar voren komen uit het dossier, is het inzetten van een tweede pseudokoop naar het oordeel van de rechtbank, vanuit het oogpunt van opsporings- en maatschappelijke belangen die zijn gemoeid met het tot klaarheid brengen van structurele of omvangrijke overtredingen van de Wet wapens en munitie, gerechtvaardigd te achten.
Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit niet zijn geschonden, zodat er dan ook geen sprake is van een niet-herstelbaar vormverzuim, dat tot bewijsuitsluiting zou moeten leiden. Het verweer van de raadsman wordt daarom verworpen.
Vidgen-jurisprudentie
De raadsman heeft verder aangevoerd dat de verklaringen van de (inmiddels overleden) verbalisant [verbalisant 1] moeten worden uitgesloten van het bewijs, vanwege een gebrek aan effectieve ondervragingsmogelijkheden.
De rechtbank stelt voorop dat de reden voor het niet nader horen van verbalisant [verbalisant 1] is gelegen in de omstandigheid dat deze verbalisant inmiddels is overleden. Een omstandigheid die, op verzoek van de raadsman, nogmaals is geverifieerd. Dit stelt de rechtbank voor een voldongen feit. De rechtbank stelt vervolgens vast dat de verklaringen van verbalisant [verbalisant 1]
onderdeel zijn van het gehele dossier en dat het bewijs ten aanzien van feit 7, gedachtestreepje 5, niet uitsluitend of in beslissende mate is gestoeld op de verklaringen van verbalisant [verbalisant 1] . Zo zijn er de chatgesprekken en het proces-verbaal van observatie. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de onmogelijkheid tot ondervraging van [verbalisant 1] voldoende is gecompenseerd doordat de verdediging in de gelegenheid is gesteld de andere verbalisanten die bij de pseudokoop betrokken waren (te weten [verbalisant 6] , [verbalisant 12] en [verbalisant 13] ) te horen. Deze verhoren hebben vervolgens ook plaatsgevonden, waardoor aan deze getuigen vragen konden worden gesteld. Weliswaar heeft de rechter-commissaris tijdens deze verhoren het stellen van bepaalde vragen aan de verbalisanten belet, maar de reden hiervoor is steeds goed gemotiveerd. Bovendien is de verdediging ook gecompenseerd door het toevoegen van de letterlijke weergave van alle chatgesprekken tussen [verbalisant 14] en verdachte in de periode van 6 mei 2020 tot en met 24 mei 2020.
Hoewel [verbalisant 1] niet als getuige kon worden gehoord, is de rechtbank op basis van het voorgaande in samenhang bezien, van oordeel dat de procedure in haar geheel voldoet aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van een vormverzuim, waardoor zij het verweer van de raadsman tot bewijsuitsluiting verwerpt.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op meerdere momenten in de periode van 27 januari 2020 tot en met 12 februari 2020 te Amersfoort en te Lelystad, meerdere (vuur)wapens van categorie II en van categorie III, te weten een handvuurwapen en een Scorpion en een Uzi-vuurwapen en een Grizzly en een Torakev, zijnde een vuurwapen heeft voorhanden heeft gehad, en het feit begaat met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2e of onderdeel 7e;
feit 2
op meerdere momenten in de periode van 1 november 2019 tot en met 22 april 2020 te Arnhem en/of Oss en/of Nijmegen en/of Amersfoort en/of elders in Nederland, (zonder consent) tezamen en in vereniging met anderen, meerdere wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een groot aantal (gas)pistolen (type/merk: Ekol Volga, Ekol Major, Ekol Majarov, Ekol Gediz, Ekol Lady, Zoraki 906, Zoraki 914 en/of Zoraki 917), heeft doen binnenkomen, heeft getransformeerd, heeft verhandeld, heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad, en van het transformeren en verhandelen een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
feit 3
op 8 mei 2020 te Nieuwegein een wapen van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een zilverkleurige revolver met een ivoren kolf (merk Smith & Wesson), zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad;
feit 6
op 27 mei 2020 te Amersfoort een wapen van categorie III onder 1, te weten een revolver (merk/type: Harrington & Richardson, kaliber .320) en (606 stuks) munitie van categorie III (merk/type: GFL, kaliber .320 en Geco kaliber 7.62 en Geco, kaliber 9mm en Geco, kaliber .45 en NNY, kaliber .38) voorhanden heeft gehad;
feit 7
op meerdere momenten in de periode van 1 december 2019 tot en met 27 mei 2020 te Amersfoort en/of te Nieuwegein, althans in Nederland, (zonder consent) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meerdere malen, meerdere (vuur)wapens van categorie II en/of van categorie III van de Wet wapens en munitie en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten
- een (automatische) vuurwapen (merk Uzi) zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en een pistool merk Tokarev type TT33 en;
- een gas(alarm)pistool merk Ekol (type Volga) en een aantal, pistolen merk CZ 27 en/of een aantal gas(alarmpistolen merk Zoraki M906 en;
- vier, gas(alarm)pistolen en;
- een pistool (Desert Eagle) en revolver Cold Piton en twee revolvers en een pistool merk CZ 27 en;
- 100 patronen van kaliber 7.62 (geschikt voor een automatisch vuurwapen) en een AK-47 en munitie, te weten 200 patronen van kaliber 7.62 (geschikt voor een automatisch vuurwapen)
heeft doen binnenkomen en heeft getransformeerd en heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad, en van het transformeren en verhandelen een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2, 3, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1handelen in strijd met artikel 26, lid 1, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II/vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 7 onder a van de Wet wapens en munitie;
feit 2medeplegen van handelen in strijd met artikel 14 lid 1, artikel 26 lid 1 en artikel 31 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II/vuurwapen van categorie III, en van het transformeren en verhandelen van wapens een beroep en/of gewoonte maken, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a en lid 4 van de van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 3
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a van de Wet wapens en munitie;
feit 6ten aanzien van de wapens:
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a van de van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van de munitie:handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de van de Wet wapens en munitie;
feit 7ten aanzien van de wapens:
(medeplegen van) handelen in strijd met artikel 14 lid 1, artikel 26 lid 1 en artikel 31 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, of een vuurwapen van categorie III, en van het transformeren en verhandelen van wapens een beroep en/of gewoonte maken, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 3 onder a en lid 4 van de van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
ten aanzien van de munitie:(medeplegen van) handelen in strijd met artikel 14 lid 1, artikel 26 lid 1 en artikel 31 lid 1 van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 en 4 van de van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vijfenhalf jaar, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met - kort gezegd - de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het feit dat verdachte zich vanaf het begin meewerkend heeft opgesteld jegens de politie en zijn verantwoordelijkheid neemt. De raadsman heeft verzocht om verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarbij de duur van het onvoorwaardelijke deel van die straf gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met daarbij de door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer zes maanden schuldig gemaakt aan het maken van een beroep of gewoonte van (het medeplegen van) de handel in vuurwapens, waaronder automatische wapens, en (bijbehorende) munitie.
Uit het dossier blijkt dat de verdachte voor de wapenhandel een spin in het web is geweest.
De verdachte fungeerde daarbij niet alleen als leverancier, maar was ook een afzetkanaal voor anderen. Zijn rol in de handel was groot en ging veel verder dan die van een tussenpersoon. Het behoeft geen betoog dat het voorhanden hebben en het verkopen van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee brengt en daarom krachtig dient te worden bestreden. Door het verhandelen van vuurwapens heeft verdachte meegewerkt aan het in omloop brengen van deze wapens. Wapens die in het criminele circuit vaak worden gebruikt om ernstige strafbare feiten mee te begaan, waar regelmatig ook onschuldige bijstanders het slachtoffer van worden. Verdachte heeft zich geen enkele rekenschap gegeven van het gevaar dat hij hiermee voor de samenleving heeft veroorzaakt.
Daarnaast heeft verdachte ook op verschillende momenten vuurwapens en munitie voorhanden gehad. Zo is onder andere in de woning van verdachte, waar ook zijn kinderen verblijven, een (geladen) vuurwapen in de gang, direct achter de voordeur, in een (open) kast aangetroffen.
De rechtbank neemt dit alles verdachte zeer kwalijk en rekent hem de bewezen verklaarde feiten dan ook zwaar aan. Verdachte heeft zich bij zijn handelen slechts laten leiden door de ‘kick’ die het hem gaf en zijn eigen financieel gewin en heeft daarbij geen oog gehad voor de schadelijke gevolgen hiervan voor de samenleving.
Persoon van verdachteDe rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 3 mei 2021 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van een reclasseringsadvies van 18 augustus 2020. Hieruit blijkt dat het risico op recidive als laag tot gemiddeld wordt ingeschat. De drijfveer van verdachte om illegaal wapens te verhandelen lijkt, naast geldelijk gewin, de spanning en kick te zijn geweest. Tevens lijkt er een emotionele component ten grondslag te liggen aan onderhavige zaak. Verdachte voelde zich incapabel ten aanzien van zijn familie en gezin op het gebied van werk en financiën. Hij ervoer weinig status en kon zijn gezin financieel niet geven wat het in zijn ogen verdiende. Een culturele component - verdachte is zoon van geëmigreerde (Roemeense) ouders - lijkt ook te hebben meegespeeld. Daarnaast lijkt verdachte over onvoldoende coping vaardigheden te beschikken. Verdachte ambieert een maatschappelijk aanvaard bestaan. Zijn gezin kan aangemerkt worden als beschermende factor en de negatieve consequenties voor hen gaan betrokkene aan het hart. Hij heeft berouw en toont zich gemotiveerd ten aanzien van gedragsverandering. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling.
De op te leggen strafGezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Gelet op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar (of hoger) als uitgangspunt op zijn plaats is.
De rechtbank zal in het voordeel van verdachte rekening gehouden met de open proceshouding van verdachte. Verdachte heeft na zijn aanhouding een volledig meewerkende houding bij de politie aangenomen en openheid van zaken gegeven. Ook ter terechtzitting heeft verdachte openheid van zaken gegeven, verantwoordelijkheid voor zijn daden genomen en laten zien inzicht te hebben in het laakbare van zijn handelen.
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten, voor zover deze het reeds ondergane voorarrest te boven gaat, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Een dergelijke straf doet echter geen recht aan de ernst en de hoeveelheid van de feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Voor oplegging van een voorwaardelijk strafdeel en/of bijzondere voorwaarden ziet de rechtbank ruimte noch aanleiding.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 14, 26, 31, 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder 7 (laatste gedachtestreepje) ten laste gelegde;
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 4 en 5 ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3, 6 en 7 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3, 6 en 7 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3, 6 en 7 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
5 (vijf) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. W.S. Ludwig en V.C. Kool, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Vos, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juli 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 27 januari 2020 tot en met 12 februari 2020 te Amersfoort en/of te Lelystad, althans in Nederland, een of meerdere (vuur)wapens van categorie II en/of van categorie III, te weten een handvuurwapen en/of een Scorpion en/of een Uzi-vuurwapen en/of een Grizzly en/of een Torakev , zijnde een vuurwapen heeft overgedragen en/of voorhanden heeft gehad, en het feit begaat met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2e of onderdeel 7e;
(zaaksdossier 3)
2 .
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot en met 22 april 2020 te Arnhem en/of Oss en/of Nijmegen en/of Amersfoort en/of elders in Nederland, althans in Nederland, (zonder consent) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een groot aantal, althans een of meerdere (gas)pistolen (type/merk: Ekol Volga, Ekol Major, Ekol Majarov, Ekol Gediz, Ekol Lady, Ekol Grizzly, Zoraki 906, Zoraki 914 en/of Zoraki 917),
heeft doen binnenkomen en/of heeft doen uitgaan en/of heeft getransformeerd en/of en/of heeft verhandeld en/of heeft
overgedragen en/of voorhanden heeft gehad, en hij van het plegen een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
(zaaksdossier 4)
3.
hij op of omstreeks 8 mei 2020 te Nieuwegein een wapen van categorie II en/of van categorie III van de Wet
wapens en munitie, te weten een zilverkleurige revolver met een ivoren kolf (merk Smith & Wesson), zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 18 mei 2020 te Amersfoort een of meerdere wapen(s) van categorie II en/of categorie III van de
Wet wapens en munitie, te weten (een) automatische vuurwapen(s) voorhanden heeft gehad
(zaaksdossier 4);
5.
hij op of omstreeks 24 mei 2020 te Amersfoort (een) wapen(s) van categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten een revolver Clock 17 en/of een revolver (merk onbekend) voorhanden heeft gehad
(zaaksdossier 4);
6.
hij op of omstreeks 27 mei 2020 te Amersfoort een wapen van categorie III onder 1,te weten een revolver (merk/type: Harrington & Richardson, kaliber .320) en/of (606 stuks) munitie van categorie II en/of III (merk/type: GFL, kaliber .320 en/of Geco kaliber 7.62 en/of Geco, kaliber 9mm en/of Geco, kaliber .45 en/of NNY, kaliber .38)
voorhanden heeft gehad;
7.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 1 december 2019 tot en met 27 mei 2020 te Lelystad en/of te Amersfoort en/of te Nieuwegein en/of te Arnhem, althans in Nederland, (zonder consent) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere malen, een of
meerdere (vuur)wapens van categorie II en/of van categorie III van de Wet wapens en munitie en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten
- een (automatische) vuurwapen (merk Uzi) zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
en/of een pistool merkTokarev type TT33 (zaaksdossier 1)
en/of
- een gas(alarm)pistool merk Ekol (type Volga) en/of zes, althans een aantal, pistolen merk CZ 27 en/of drie, althans een aantal, gas(alarmpistolen merk Zoraki M906 (zaaksdossier 2)
en/of
- vier, althans een aantal, gas(alarm)pistolen (zaaksdossier 3)
en/of
- een pistool (Desert Eagle) en/of revolver Cold Piton en/of twee revolvers en/of een pistool merk CZ 27 en/of alarmpistool merk BBM en/of gas (alarm)pistool merk Zoraki en/of pistool (merkClock) (zaaksdossier 6)
en/of
- 100 patronen van kaliber 7.62 (geschikt voor een automatisch vuurwapen) en/of een AK-47 en/of munitie, te weten 200 patronen van kaliber 7.62 (geschikt voor een automatisch vuurwapen) (zaaksdossier 5).
heeft doen binnenkomen en/of heeft doen uitgaan en/of heeft getransformeerd en/of heeft overgedragen en/of voorhanden heeft gehad, en hij van het plegen van dit feit een beroep of gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 november 2020, genummerd 2020096926, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 172 (onderzoek 03TENOR, zaaksdossier 5 en aanvullende processen-verbaal). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een in de wettelijke vorm opgemaakt (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen van 16 december 2020, opgemaakt door Nationale politie, team Heimelijke Opsporing, houdende observatie en chatcontact met Telegram-gebruiker @ [username] in de periode 6 mei 2020 t/m 24 mei 2020, digitale pagina 1
3.een in de wettelijke vorm opgemaakt (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen van 16 december 2020, opgemaakt door Nationale politie, team Heimelijke Opsporing, houdende chatcontact met Telegram-gebruiker @ [username] in de periode 6 mei 2020 t/m 24 mei 2020, digitale pagina’s 2 tot en met 12 (‘
4.Pagina 18 tot en met 20.
5.Pagina’s 21 tot en met 23.
6.een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2020, genummerd PL0900-2020038241-30, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de categorisering van de AK47 en munitie, doorgenummerde pagina’s 16 en 17 (forensisch dossier, map 1).
7.een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 27 mei 2020, genummerd 20202705.1339. 7975.279, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [verdachte] , doorgenummerde pagina’s 376 en 377 (algemeen dossier, map 2).