In deze zaak heeft de besloten vennootschap [eiseres] B.V. een kort geding aangespannen tegen Sogeti Nederland B.V. met als doel inzage te verkrijgen in bepaalde documenten die relevant zijn voor de vraag of er sprake is van een overgang van onderneming. [eiseres] stelt dat haar medewerkers, die gedetacheerd zijn bij Achmea, per 1 juli 2021 in dienst zijn gekomen bij Sogeti, die de werkzaamheden van Achmea overneemt. Om haar vordering in een bodemprocedure te onderbouwen, heeft [eiseres] inzage gevraagd in de overeenkomst tussen Achmea en Sogeti en de correspondentie tussen deze partijen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] voldoende rechtmatig belang heeft bij de gevraagde inzage, maar dat de vordering tot afgifte van de correspondentie niet toewijsbaar is, omdat deze niet relevant is voor de rechtspositie van [eiseres]. De vordering tot afgifte van de overeenkomst is wel toewijsbaar, maar slechts voor de specifieke paragrafen die betrekking hebben op de werkzame arbeidskrachten. De kantonrechter heeft Sogeti veroordeeld om deze specifieke informatie binnen vijf dagen af te geven en een dwangsom opgelegd voor het geval van niet-naleving. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.