11.BESLISSING
- verklaart het onder feit 2 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 1 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart hetgeen meer of anders ten laste is gelegd niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 1 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 60 uren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de werkstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
- bepaalt dat van deze taakstraf in de vorm van een werkstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
-
als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding, binnen drie dagen na dit vonnis meldt bij [organisatie 2] op het adres [adres 2] , [postcode 2] te [plaatsnaam 3] , en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die hem in dit kader worden gegeven;
* meewerkt aan het uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek en de daar eventueel uit voortkomende behandeling en/of begeleiding, indien en zolang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
waarbij [organisatie 2] , opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 500,00 bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020 tot aan de dag van algehele betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 500,00 te betalen, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 april 2020 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen gijzeling;
benadeelde partij [slachtoffer 2]
- verklaart benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W.B. Snijders Blok, voorzitter tevens kinderrechter, mrs. Y.M. Vanwersch, kinderrechter, en A. Bouteibi, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L. Steijns, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 juni 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 30 april 2020 te Utrecht, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door
- [slachtoffer 1] onverhoeds van achteren te benaderen en/of
- onverhoeds van achteren zijn armen om het (boven)lichaam van die [slachtoffer 1] te slaan/doen en/of
- ( vervolgens) met zijn hand(en) en/of vinger(s) (over) het met kleding bedekte geslachtsdeel van [slachtoffer 1] te betasten en/of te wrijven en/of
- ( vervolgens) zijn hand in zijn, verdachtes, onderbroek te doen,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van haar met kleding bedekte geslachtsdeel;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )
2. hij op of omstreeks 30 april 2020 te Utrecht, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door
- onverhoeds uit te halen naar het kruis van [slachtoffer 2] en/of (daarbij) onverhoeds met zijn hand(en) en/of vinger(s) het met kleding bedekte geslachtsdeel van [slachtoffer 2] te betasten,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van haar met kleding bedekte geslachtsdeel.
( art 246 Wetboek van Strafrecht )