ECLI:NL:RBMNE:2021:2974
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 9 juli 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en een onbekende verweerder, met zaaknummer UTR 20/4640. Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen een besluit van de onbekende verweerder. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft eiser op 4 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat hij het griffierecht binnen vier weken moest betalen. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Moed en is openbaar gemaakt op 9 juli 2021.