ECLI:NL:RBMNE:2021:2970
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking beroep tegen bestuursorgaan
In deze zaak heeft verzoeker bezwaar ingediend tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat op 14 oktober 2020 was genomen. Verweerder heeft op 4 februari 2021 beslist dat het bezwaar niet-ontvankelijk was, waarna verzoeker in beroep ging bij de rechtbank. Op 11 maart 2021 heeft verweerder zijn eerdere besluit ingetrokken en het bezwaar alsnog inhoudelijk behandeld. Verzoeker trok zijn beroep in en vroeg om vergoeding van zijn proceskosten. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank oordeelde dat, omdat verweerder geheel aan verzoeker tegemoet was gekomen, verweerder de proceskosten moest vergoeden. De proceskosten werden vastgesteld op € 534,-, en daarnaast moest verweerder ook het griffierecht van € 49,- terugbetalen aan verzoeker. De uitspraak werd gedaan door rechter R.C. Moed en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.