In deze wrakingszaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D. Fasseur, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.A.A.T. Engbers, de behandelend rechter in twee civiele zaken. Verzoekster heeft aangevoerd dat de rechter onrechtmatig heeft besloten om de zitting door te laten gaan, terwijl een van de partijen, de heer [C], ernstig ziek was en niet in staat om te verschijnen. Verzoekster stelde dat de rechter had moeten eisen dat er een medische verklaring werd overlegd en dat het door laten gaan van de zitting in strijd was met artikel 6 van het EVRM. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard, omdat de beslissing van de rechter om de zitting door te laten gaan als een procedurele beslissing werd beschouwd. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechter. Bovendien werd opgemerkt dat verzoekster niet-ontvankelijk was omdat het wrakingsverzoek niet door een advocaat was ingediend, maar de wrakingskamer besloot verzoekster toch te ontvangen omdat zij wel bijstand had van haar advocaat. De wrakingskamer heeft ook een wrakingsverbod opgelegd, waardoor toekomstige wrakingsverzoeken van verzoekster in deze zaken niet in behandeling zullen worden genomen.