ECLI:NL:RBMNE:2021:2957
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris na einduitspraak in faillissementszaak
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 juli 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. P.J. Neijt, de behandelend rechter-commissaris in een faillissementszaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend door een verzoeker die niet-ontvankelijk was verklaard in zijn verzoek op grond van artikel 69 van de Faillissementswet. De verzoeker was het niet eens met de beslissing van de rechter en vond de termijn van vijf dagen om hoger beroep in te stellen te kort. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek is ingediend na een einduitspraak, waardoor de ontvankelijkheid van het verzoek in het geding kwam.
De procedure begon met een brief van de verzoeker op 29 mei 2021, waarin het wrakingsverzoek werd ingediend. De rechter-commissaris, mr. P.J. Neijt, reageerde schriftelijk op 8 juni 2021 en gaf aan niet op de primaire verzoeken van de verzoeker in te gaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juni 2021 heeft de verzoeker zijn wrakingsverzoek verder toegelicht. De wrakingskamer heeft in haar beoordeling benadrukt dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een rechter te wraken na een einduitspraak. Dit is omdat het doel van wraking, het voorkomen van vooringenomenheid, niet meer kan worden bereikt als de zaak al is afgesloten.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer besloten dat de verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn wrakingsverzoek, omdat de behandeling van de zaak al was geëindigd met de beslissing van de rechter op 28 mei 2021. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.