ECLI:NL:RBMNE:2021:295
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in eigen bijdrage kinderopvang tijdens COVID-19
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Minister van Financiën over de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO. Eiseres had een beroep ingesteld tegen het besluit van de Minister, waarin een vergoeding van € 628,- was vastgesteld voor de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang. Eiseres stelde dat zij recht had op een hogere tegemoetkoming, omdat zij ook kosten had gemaakt voor opvanguren waarover zij geen kinderopvangtoeslag ontving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de regeling enkel betrekking heeft op de eigen bijdrage voor de opvanguren waarvoor de ouder kinderopvangtoeslag heeft ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de tegemoetkoming niet ziet op de kosten van opvanguren zonder toeslag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de Minister de tegemoetkoming correct had vastgesteld op basis van de gegevens van de Belastingdienst/Toeslagen op de peildatum van 6 april 2020. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.